Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het verlangen (1921)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het verlangen
Afbeelding van Het verlangenToon afbeelding van titelpagina van Het verlangen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.41 MB)

ebook (2.99 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het verlangen

(1921)–J.C. Bloem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 60]
[p. 60]

's Nachts

 
Bij nacht voelt men het leven des te sterker
 
Omdat er zóóveel leven is gedoofd.
 
Het is heel stil en koel. Peinzer en werker
 
Negen ter weeke peul het zware hoofd.
 
 
 
Zij allen die den drukken dag doorsloofden,
 
In 't zieke licht gebogen naar hun taak,
 
Stortten zich in den slaap, in de beloofde
 
Vergetelheid na de al te wreede waak.
 
 
 
Reeds was de doovende avond hun genegen:
 
Hij nam hen bij de rauw-gewerkte hand
 
En voerde hen op schemerende wegen,
 
Ver van de volten, langs den waterkant,
 
 
 
Naar het plantsoen, waar schaduwen als bronnen
 
Van koelte ruischen over 't lauwe land.
 
- Eén fijne treurwilg doemt er, blank besponnen
 
Met bleek-groen licht, waar een lantaren brandt -
 
 
 
Zijn loomte maakte nog hun lijf vermoeider;
 
De schaduw van een lach verving het woord.
 
Een weemoed, een verteedering ontbloeide er,
 
Zij schreden langzaam, in een ban, bekoord.
 
 
 
Zijn medelijden leerde hun die kussen,
 
Die de armen hebben als hun heerlijkst deel:
 
Eén overgeven, één volkomen blusschen,
 
Totdat een snik van lust krampt in de keel.
 
 
 
En toen de maan haar lichtweg had volstegen
 
In reinen schijn, die droom is en ontroert,
 
Heeft hij hen zacht, langs betooverde wegen,
 
Zacht, naar hun lage woningen gevoerd.
 
 
[pagina 61]
[p. 61]
 
Nu schuilen zij onder die vele daken,
 
Die 't manelicht verzilvert en beschaûwt.
 
Zij wikklen zich in stiltes koele laken
 
Totdat de nacht in 't wassend licht verflauwt.
 
 
 
En 't is een vreemd geneucht eenzaam te dwalen
 
De straten door bij 't leege lampenlicht;
 
Niets breekt de rust van die verlaten zalen,
 
Dan een schuw dier, dat langs 't plaveisel schicht.
 
 
 
Maar in de onzichtbaarheid der zwarte stegen
 
Gist het leven als gekelderde wijn:
 
Lijven, die hunkren naar elkanders zegen;
 
Klanken van stemmen, die geen woorden zijn.
 
 
 
Achter de ruiten, achter dichte deuren,
 
Daar is een schuw rumoeren, een beklemd
 
Schuifelen, een verheimelijkt gebeuren,
 
Totdat de slaap ook die geruchten stremt.
 
 
 
En de eenzame, die door dit onbewuste
 
Leven als eenig wakend hart heenschrijdt,
 
Voelt zich bewogen door die vreemde lusten,
 
Voelt zich verheven door hun zaligheid.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken