Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het verlangen (1921)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het verlangen
Afbeelding van Het verlangenToon afbeelding van titelpagina van Het verlangen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.41 MB)

ebook (2.99 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het verlangen

(1921)–J.C. Bloem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 62]
[p. 62]

Oude Steden

 
Temidden van de verre stilten en de weiden,
 
Door groene singels in een looverkrans omvat,
 
Ligt, weinig slechts beroerd door 't glijden van de tijden,
 
Verlaten en vergeten, menige oude stad.
 
 
 
Daarboven gaat de trek der nooit-geruste wolken,
 
En spelen zon en wind en lucht hun eeuwig spel:
 
De menschen, die de kleine woningen bevolken,
 
Zien hoog-op naar dit schoon, en zij herkennen 't wel.
 
 
 
Elk uur wiekt er een vlucht van hemelwaarts getilde
 
Tonen den slanken, spitsen klokketoren uit.
 
Hoor hoe, wanneer dit hoog en puur geluid vertrilde,
 
Als een veel ijler klok de broze stilte luidt.
 
 
 
Zoo schouwde ik eens een stad: het was na zomerregen,
 
Als uit gebroken lucht een steile zonneval
 
Schuin neerstaat op het land en vreemde schaduws vegen
 
Over het blikkrend dak der kerk en weide en wal.
 
 
 
Niet anders had ik 't mij gedacht: de straten zonder
 
Vertier, gebogen in een weifelende lijn,
 
Een steeds-ruischende sluis, een grachtje met een vonder,
 
Dan, op de leege markt, die loome zonneschijn.
 
 
 
O deze vrede van de gevels en de gaarden,
 
Die maakt, wat ook het leven teistere en verdoff',
 
Zoo maar zijn droomen deze heugenis bewaarden,
 
Van ieder mensch een hovenier in stilte's hof.
 
 
 
Mij zijn die oorden vol van een beminder leven,
 
En inniger dan wat door groote steden stroomt;
 
Hier is mijn hart tehuis, in deze leege dreven,
 
Waar 't in den gulden mist der milde zonnen droomt.
 
 
[pagina 63]
[p. 63]
 
Als langzaam de geluiden van den dag verstillen,
 
De schemering gelijk een wolk van teerheid breekt,
 
Ontluiken ongerept en pril weer de eeuwige idyllen
 
Bij 't eerste schuchtre woord, dat lief tot liefste spreekt.
 
 
 
Ontvlucht aan 't laag vertrek, waar bij den vreê der lampen
 
't Gezin te zamen zit, gaan schuw buurmeisje en buur
 
Elkander vinden, half verhuld in de avonddampen,
 
Gescheiden door een haag, dicht bij den ouden muur.
 
 
 
Heb ik ooit meer begeerd? Hoe bitter voel ik heden
 
Mijn dwaasheid, die verkoos de wereld en haar gloed.
 
Nu dwaal ik onvervuld door landen en door steden
 
En drijf naar gunst of dwang van elken levensvloed.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken