Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het verlangen (1921)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het verlangen
Afbeelding van Het verlangenToon afbeelding van titelpagina van Het verlangen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.41 MB)

ebook (2.99 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het verlangen

(1921)–J.C. Bloem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 107]
[p. 107]

In Memoriam

 
De blaren vallen in de gele grachten;
 
Weer keert het najaar en het najaarsweer
 
Op de aarde, waar de donkre harten smachten
 
Der levenden. Hij ziet het nimmermeer.
 
 
 
Hoe had hij dit bemind, die duistre straten,
 
Die atmosfeer van mist en zaligheid,
 
Wanneer het avond wordt en het verlaten
 
Plaveisel vochtig is en vreemd en wijd.
 
 
 
Hij was geboren voor de stille dingen,
 
Waarmee wij leven - maar niet even lang -
 
Waarvan wij 't wezen slaken in ons zingen,
 
Totdat wij zinken, en met ons de zang.
 
 
 
Het was een herfst als nu: de herfsten keeren,
 
Maar niet de harten, na hun korten dag;
 
Wij stonden, wreed van menschelijk begeeren,
 
In de ademlooze kamer, waar hij lag.
 
 
 
En voor altijd is dit mij bijgebleven:
 
Hoe zeer veel stiller dood dan slapen is;
 
Dat het een daaglijksch wonder is, te leven,
 
En elk ontwaken een herrijzenis.
 
 
 
Nu weer hervind ik mij in het gewijde
 
Seizoen, waar de gevallen blaren zijn
 
Als het veeg zonlicht van een dood getijde,
 
En denk: hoe lang nog leef ik in dien schijn?
 
 
 
Wat blijft ons over van dit lange derven,
 
Dat leven is? Wat, dat ik nog begeer?
 
Voor hem en mij een herfst, die niet kan sterven:
 
Zon, mist en stilte, en dan voor immermeer.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken