Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Serena (1898)

Informatie terzijde

Titelpagina van Serena
Afbeelding van SerenaToon afbeelding van titelpagina van Serena

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.45 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Serena

(1898)–Marie Agathe Boddaert–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 39]
[p. 39]

Eersteling.

[pagina 41]
[p. 41]

Eersteling.

 
Klein handje klopt in diepen nacht
 
Aan 't venster zacht,
 
Aan 't venster zacht,
 
Vraagt: ‘Mag ik binnenkomen?’
 
Legt bei zijn vleugeltjes buiten af,
 
En heeft het plaatsje dat men hem gat
 
Gauw ingenomen.
 
 
 
Moe zwervertje - na reize - ligt
 
Met oogen dicht,
 
Met oogen dicht
 
In vasten slaap gevangen,
 
Maar, glanzend door de neêr oogeleên,
 
Vloeit hemellicht, dat daarin scheen
 
Vóór 't reisaanvangen.
[pagina 42]
[p. 42]
 
Als een jong vogeltje sâamgekroeld,
 
Warmpjes omwoeld,
 
Warmpjes omwoeld
 
Door sneeuwrein, roosfijn linnen,
 
De knietjes hoog en de vuistjes toe
 
Droomt het, en laat aardlevengedoe
 
Rustig beginnen.
 
 
 
Over moedertjes mat gelaat
 
Een weerglans gaat,
 
Een weerglans gaat
 
Van kindje's vredig droomen;
 
Het ziet nog een strookje hemel daarin.
 
Zij voelt van zoeten hemel 't begin
 
Over zich komen.
 
 
 
De stille nachtekamer is
 
- Geheimenis,
 
Geheimenis
 
Van leven's teer ontglimmen -
 
Als een bedecel vol heilgenschijn,
 
Waar ranke lichtenglen vleugelfijn
 
In nederklimmen.
[pagina 43]
[p. 43]
 
De huisgenooten als verdwaasd
 
Komen verbaasd,
 
Zoetjes verbaasd,
 
Al voetentippend binnen;
 
Kijken 't gekomene kindjen aan,
 
Voelen iets teeders bloeien gaan
 
In 't harte-binnen.
 
 
 
't Reine en teedere ontbloeit in 't gemoed,
 
Als kwam 't met spoed,
 
Met blijden spoed
 
't Kindje tegengevlogen,
 
Gelijk een groet van de Meie zoet
 
In groene weiden opengaan doet
 
Blij bloemenoogen.
 
 
 
Zachtjes, zachtjes, zachtjes aan
 
De engelen gaan,
 
De engelen gaan,
 
Die klein kindje geleidden
 
Op den weg naar zijn aardsch tehuis.
 
Kind en moeder naar 't vleuglengeruisch
 
Luisteren beiden.
[pagina 44]
[p. 44]
 
Den vader is 't nog als in droom:
 
Na wilden stroom,
 
Stormenden stroom
 
Van wee, windstilte en suizen
 
Van harmonieën, nooit eer verstaan...
 
Hij vind geen woorden; tóch in hem gaan
 
Lofliedren ruizen.
 
 
 
Telkens keeren zijn oogen weer,
 
Heel teeder weer,
 
Heel teeder weer
 
Tot haar, die rust na 't lijen.
 
- Kan daar mysterie lieflijker zijn
 
Dan het ontluiken van bloemkelk-rein
 
Moederverblijen?
 
 
 
Inniglijk neemt hij haar handen saam,
 
Fluistert haar naam,
 
Haar nieuwen naam:
 
‘Moeder!’ En nader, al nader,
 
Neigt hij zijn hoofd tot het hare. - Teêrst,
 
Wijdend zijn leven, aadmen voor 't eerst
 
Haar lippen: ‘Vader.’
[pagina 45]
[p. 45]
 
Zegenszon is hun opgegaan!
 
Dat heeft gedaan,
 
Dat heeft gedaan
 
Klein handje's licht bewegen.
 
Is 't niet of 't leventje aan 't hart hun gelegd
 
Met ernstig' zachtbiddende oogjes zegt:
 
‘Zegen om zegen?’
 
 
 
't Is of zij wijlen hand in hand
 
In heilig land,
 
In heilig land,
 
Begunstigde uitverkoornen!
 
Zij dragen 't kindbloempje en houden 't hoog,
 
Dat zonne kussen en koestren moog
 
Lief Eerstgeboorne.
 
 
 
En in hen zelf met heilgen gloed
 
Nu bloeien doet,
 
Nu bloeien doet
 
Liefde-Gebenedijde
 
Een hoog verlangen, sterk en rein
 
Om 't aanvertrouwde waard te zijn. -
 
Stilte is om beiden.
[pagina 46]
[p. 46]
 
Morgen klimt op en schaduwzacht
 
Slipt weg de nacht,
 
Slipt weg de nacht...
 
Zij hebben hem geborgen
 
In 't veiligst plekje van hun gemoed -
 
Dien heil'gen Nacht met zijn zonnegroet
 
Schooner dan Morgen!

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken