Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Serena (1898)

Informatie terzijde

Titelpagina van Serena
Afbeelding van SerenaToon afbeelding van titelpagina van Serena

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.45 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Serena

(1898)–Marie Agathe Boddaert–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 119]
[p. 119]

Visioen.

I.

 
Over de stille landen, die in luister
 
Van Meiemaannacht lagen, zag ik dagen
 
Statige stoet als nooit mijn oogen zagen,
 
Ver uit het sluimerstil van woudenduister.
 
 
 
Hooge gestalten, die als helden waren
 
In deemoed zegenend den kamp volstreden;
 
En teedre maagden Rijk van Vrede ontgleden,
 
In sneeuwig kleed met leeljen in de haren.
 
 
 
En kindren, blank en blozende, die liepen
 
Op moll'gen maatval van hun bloote voetjes
 
Naast slanke vrouwen. Door den nacht ging zoetjes
 
Hun lief geluid - of jonge vogels riepen.
[pagina 120]
[p. 120]
 
Ouden van dagen, in 't zachte-oogenschijnen
 
Nog wederglans van hart dat niet veroudde;
 
Hun witte haren, tusschen bruine en goude,
 
Als aureool in teeder lichtverfijnen.
[pagina 121]
[p. 121]

II.

 
In stil verbazen vlogen mijn droeve oogen
 
Te moet de glansgestalten die daar traden
 
In blankgeglans der eigen lichtgewaden -
 
Maanluister bleekte waar zij voortbewogen.
 
 
 
En toen zij bij mij waren zonden klare
 
Heel vriendlijke oogen streelzacht tot de mijne
 
Zoo zoete groete, dat ik voelde kleinen
 
Mijn vrees voor Dood, ja, alle vrees liet varen.
 
 
 
‘Ween niet,’ zeiden hun oogen, vòl ontloken
 
Of eerst na 't sterven hunne windslen vielen,
 
Teer door de lichaamskelk zag ik der zielen
 
Sneeuwreinen schijn, als maan door wolk gebroken.
[pagina 122]
[p. 122]
 
Zacht roemden zij het leven, ziel gegeven
 
Door velerlei gestalte, en oord, en tijden,
 
Noemende Dood ‘Geboorte’, wijl hij leidde
 
Telkens tot reiner staat en hooger streven.
[pagina 123]
[p. 123]

III.

 
Verklaard gelaat van mijne zielsbeminden
 
Tusschen hun aangezichten zag ik lichten.
 
Mij blankten open zilvren vergezichten -
 
Oogsten van troost die haast mijn oogen blindden.
 
 
 
O, Ziel van Liefde! in donker graf gedreven;
 
O, strenglende armen! machtloos saamgebroken;
 
O, kinderoogen! vroeg en droef geloken,
 
Me in nooit aanschouwde schoonheid weergegeven ...
 
 
 
Hebt gij gehoord mijn roepen in de nachten
 
Als hard en zwart mij wanhoop overheerde,
 
En ik me in blinde, felle smarte keerde
 
Tot zwarter nacht waar 'k niets meer kon verwachten?
[pagina 124]
[p. 124]
 
Warm, als liefkozende armen vol erbarmen,
 
Voelde ik hun liefde loutrend om mij neigen.
 
- O, mijn Geliefden! waar Ge ook zijt mijn eigen,
 
Voert Dood me eens weer ten leven in Uw armen?

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken