Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Lekenspiegel (2003)

Informatie terzijde

Titelpagina van Lekenspiegel
Afbeelding van LekenspiegelToon afbeelding van titelpagina van Lekenspiegel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.07 MB)

Scans (48.71 MB)

ebook (3.06 MB)

XML (0.41 MB)

tekstbestand






Editeurs

Ludo Jongen

Miriam Piters



Genre

proza

Subgenre

vertaling
leerdicht


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Lekenspiegel

(2003)–Jan van Boendale–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 26]
[p. 26]

13 De straffen in de hel

Nu wil ik u verder vertellen over de verschillende zware straffen in de hel, die de zielen daar ondergaan. In de hel heerst altijd duisternis, zonder genade of mededogen. Men hoort daar niets anders dan kermen, hard geschreeuw, slaan met de handen, geknars van tanden en alle vormen van pijn. Er zijn twee hellen: één boven en één beneden. De deugdzame zielen die eigenlijk in de hemel thuishoorden, gingen naar de bovenste hel vóórdat God aan het kruis stierf. Met die dood zorgde Hij ervoor dat Hij ze bevrijdde uit die kwellingen en Hij leidde hen naar de hemelse zaligheid. Maar degenen die in de onderste hel zaten, bleven daarin opgesloten samen met de ellendige duivels.

In de hel is een heet en afgrijselijk vuur. En net zoals ons vuur heter is dan een beschreven vuur, zo is het helse vuur, waar vele zielen in verblijven, heter dan het onze. Het vuur in de hel brandt altijd en bestaat uit negen soorten kwellingen. Het kan nooit getemperd worden noch uitgaan en bevindt zich onder de aarde.

Er zijn daar negen soorten zware straffen. De eerste bestaat uit het brandende vuur. Dat vuur is zo afgrijselijk dat de hitte ervan niet minder zou worden ook al zou heel de zee dat vuur overspoelen. Het vuur zou branden als tevoren maar het geeft geen licht. De tweede foltering bestaat uit zo'n grote kou dat niemand die precies kan beschrijven. Die is ook in de hel aanwezig. Die kou heeft zo'n kracht dat een berg van vuur die daarin zou worden gegooid al zijn warmte zou verliezen en meteen in ijs zou veranderen. De derde foltering wordt gevormd door draken, slangen en vele wormen die zich als vissen in het water thuis voelen in de vuurgloed. Zij zijn angstaanjagend en afzichtelijk, zowel om te zien als om te horen. Zij hebben hoorns en sperren hun bek zo wijd open dat het lijkt alsof zij alles gaan verslinden. En de slangen winden zich om de hals van de zielen en berokkenen hun veel leed. De vierde

[pagina 27]
[p. 27]

foltering geeft hun veel te lijden. Dat is een zo grote stank dat niemand zich die kan voorstellen. Zij blijft onverminderd om hen heen hangen. Als er een snufje daarvan in een koninkrijk zou zijn, zou heel het land eraan onderdoor gaan. De vijfde foltering zijn de duivels: zij slaan de zielen zo hard als smeden die met hamers op een aambeeld slaan en metaal bewerken met vuur. De duivels kunnen niet moe worden ongeacht de folteringen die ze toebrengen. En de zielen kunnen niet sterven, wat zij ook doorstaan. En als de zielen zo plat als een blaadje geslagen zijn, krijgen ze direct hun oude vorm terug. Op die manier kent hun kwelling geen einde. De zesde foltering bestaat uit de afgrijselijke kreten en het vreesaanjagende gehuil van de smerige slangen, wormen en draken rondom de zielen terwijl zij zich om hun kelen heen winden alsof zij hen geheel gaan verslinden. Men hoort daar hoe langer hoe meer slaan met de handen, geknars met de tanden en geweeklaag van de arme stumpers die daar zulk misbaar maken. De zevende kwelling is de diepe duisternis, waardoor zij grote ellende ondervinden. Er is daar namelijk geen spoortje licht. De achtste pijn valt hun zeer zwaar. Dat is de schande van de zonde die bij hen is aangetroffen, want ieder kent en doorziet de zonde en misdaad van de ander. De negende foltering bestaat eruit dat zij zich er maar al te goed van bewust zijn dat hun kwelling eeuwig zal zijn, zonder einde, zonder hoop op genade, en dat aalmoezen, vasten of gebeden hen totaal niet kunnen helpen en dat Gods barmhartigheid niet voor hen geldt. Dit doet hun het meeste pijn.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken