Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Kortbondige spreuken wegens de ziektens (1979)

Informatie terzijde

Titelpagina van Kortbondige spreuken wegens de ziektens
Afbeelding van Kortbondige spreuken wegens de ziektensToon afbeelding van titelpagina van Kortbondige spreuken wegens de ziektens

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.82 MB)

Scans (55.61 MB)

XML (0.76 MB)

tekstbestand






Editeur

G.A. Lindeboom

Vertaler

Cornelis Love



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/geneeskunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Kortbondige spreuken wegens de ziektens

(1979)–Herman Boerhaave–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Een waare long-ziekte

820. Indien in de longvaaten, hellende om een ontsteeking te ontfangen, een waare ontsteeking word voortgebragt, die ziekte werd een Longziekte genoemd

821. Maar die vaten zyn Ga naar voetnoot(f)luchtpyps en longs slagaderen, en derzelver zydelyke watervoerende.

[pagina 149]
[p. 149]

823 Waar van een twederley Longziekte kan begreepen werden; welker eene aan de eindens van de longachtige slagader, de ander de Lugtpyps slagaderen hangd.

824. Welke meeste oorzaaken konnen herroepen werden.

1.Tot de gemeene van alle ontsteekingen door 't gantsche Lichaam. (375-380.)
2.Tot die welke meest de Longen aansteeken: als zyn de lugt door vochtigheid, droogte, hitte, koude, zwaarte, ligtheid, brandende uit dampingen, of uit toedringende, of t'zaamenstremmende bestaande, en dus quetzende, de Chyl uit dikke, drooge, lymachtige, met scherpe vermengd, of zonder die; geweldige oeffeningen van de longen, door loop, worsteling, arbeid, gezangh, geroep, sterke ryding tegen de wind; 'tzamenstremmende fenynen, brandende, t'zamentrekkende, in de aderen, die na 't hert strekken, gezonden; geweldige gemoeds bewegingen; keelgeswel met toedrukking des borsts, en regte opaasseming, sterke pleuris, sterke bastaard razende koorts.Ga naar voetnoot(a)

825. Indien deze oorzaaken (824.) de ziekte hebben voortgebracht, na de verscheidentheid van de aangestooken zitplaats, (822.) zal voortbrengen verscheide uitwerkingen; want de lugtpyps slagader alle uitwerkingen van ontsteeking voortbrengende (382. 393.) met zelfs de naast vasthoudende eindens van de Longslagader t'zamen te drukken, te besmetten, ontsteekt.

826. Maar alwaar de eindens zelfs van de Longslagader ontstooken zyn, daar stremt 't bloed: 't vat word uitgestrekt; uitgedrukt met doorzweetingh, als 't vochtigste deel, 't dikke byeen versameld, tusschen 't regterhart en eindens van de longslagaderen, al 't bloed word byna vergadert, tot noch toe kunnende de omloop omgaan; hier door een zwaare long, onmagtig zich uit te leggen, blauw werdende; 't linkerhart word berooft van 't bloed; een groote zwakheid; kleine polslag, zacht, overal ongelyk; de ademhaling klein,

[pagina 150]
[p. 150]

meenigvuldig, moeyelyk, opgeregt, hoestende, heet; stilstand van 't aderlyke bloed voor 't oorken, en regterhart; ongewoone roodheid van 't aangezicht, oogen, mond, keel, tong, lippen; eindelyk verstikkende met een onuitspreekelyke benauwdheid, en raaskalling; de dood.

827. Indien zodanig quaad (826.) beide de longen te gelyk en sterk heeft vergiftigd, zo zal 'er zyn een schielyke en onoverwinnelyke dood: als de natuur met geen tegenvuurig middel kan gehulpen werden. Vergelyk (386. en 395-402).

828. Maar indien die een kleine plaats in de eene long aantast, noch sterke oorzaaken heeft, zo is 'er eenige, nochtans niet zeekere hoop, dat die wel geneezen zoude konnen werden.

829. Daar uit (824-829.) onderscheidenkundige en voorkundige tekenen als daarmede konnen genomen werden; meest indien wy aanmerken, dat deszelfs uitgang is als die van de ontsteeking (386-393.), waar uit die ook ontfangd verscheiden staaten op verscheiden tyd van duuring, al zo dat 't verkeerd in gezondheid, in een andere ziekte, tot dood.

830. Word genezen.

1.Met een zachte ontbinding indien een ruime gesteldheid, aangenaam vocht, niet al te sterke lymigheid, 't aangedaane deel van de luchtpyps - en long slagader niet groot zy.
2.Schielyk 't speekzel dat vry, overvloedig, geel met weinig bloed gemengd, genoegzaam dik, de pyn stillende, de ademhaling verbeterende, in een aangenaam wit, verandert zynde ten eersten; dat geschied, indien 't quaad byzonder in de lugtpyp, en longslagader niet te groot is.
3.Door een galachtige, verlichtende afgang, en diergelyke byna, als de beschreven Speeksels, uitwerpende.
4.Door water overvloedig, dik, zettendGa naar voetnoot(a), verlich-
[pagina 151]
[p. 151]
tende, met de eerste zetting rood, al langzaam wit wordende, voor de zevende dag uitgelooft. En dan is de ademhaling licht, de koorts zacht, en niet fors, ondorstigheid, hette, vochtigheid, slapheid, zachtheid, gelyk over 't geheele Lichaam.

831. Hy verkeerd in een andere ziekte, hangende uit de natuur van de ontsteeking, of deszelfs longe, na dat ze alhier van haar eigen werking berooft werd.

832. Hier door eerst in verettering, welk geschied, alwaar de stof ontstooken (376. 377. 824.), van de zelve natuur niet konnende ontbonden werden (830.) nog door kunst verbeterd, nochtans zachter (387.) stilstaande, verhettende, gedreven, de dunne vaatjes breekt, in etter ontbind, de zyden bedwingende met uittespannen, of met af te knagen een etterswel, en dan een braking formeert binnen veertien dagen.

833. Dat toekomende te zyn (832.) word betoogd door deze aanmerkingen.

1.Indien zekere teekenen van een genoegzaame scherpe Longziekte (825. 828.) nochtans niet 't scherpste, eerst geweest zyn.
2.Indien de ontbinding, en deszelfs tekenen (830.) niet genoegzaam schielyk, namentlyk, voor de vierde dag zich vertoond hebben.
3.Indien de toevallen (825. 826.) noch 't speekzel gekookt zynde, en op de scheydagen, 3, 5, 7, 9, 11, 14. ontlast na order, welk de genezing leert door een achtereenvolgende verandering van 't uitgeworpene; noch door uitleiding van 't bloed; noch geneesmiddelen, noch behoorlyke voedsel; overwonnen zyn.
4Maar tegen toevallen niet door een allerergste hardnekkigheid met een geduurige raaskalling, golvachtige polsslag, en die zacht door blyven.

834. Maar dat die geschieden, hebben wy met de daad gekend door deze.

1.Indien de tekenen zyn. (833)
2.Alwaar licht, niet gestadig, dikmaals herhalende, zonder openbare oorzaak rillingen geschieden; de pyn is opgehouden; moeyelyk adem blyft; de koonen en
[pagina 152]
[p. 152]
lippen rooden; de dorst 'er bykomt; een koortsje queld, byzonder s'avonds; een swakke en zachte polsslagh.

835. Maar nu gedaan verklaaren zy:

1.Voorgegane tekenen (833 834).
2.Een hardnekkige hoest, droog, na 't eeten en beweging vermeert; een ademhaling zeer moeyelyk, weinig, zwoegende, ruisschende, na 't eeten en beweging vermeerdert; eene neerlegging maar op de eene, dat is in de aangedane dragelyke zyde; een geduurig koortsje, omloopende, van spys, drank, beweging aangezet, met roodheid van wangen en lippen; de appetyt weggenomen; een groote dorst; een nagtzweet, meest ontrent de hals en voorhooft; schuim-achtig water; bleekheid; magerheid; groote zwakheid.

836. Die versweering nu geschied (835.) heeft verscheide uitkomsten.

1.Verstikt door zyn geswel de gantsche long, belettende die met t'zaamen te drukken, welke tot noch toe in die vry was.
2.Verstikt door een schielyke uitbersting van etter, door een braking zich in de longpyp ontlastende met eene inval.
3.Word ontbonden door etterig speeksel, bevrydende, verteerende.
4.Word gelost door een etterval in de holligheid van de borst, en in de verwyderde leegtens van 't middelrift.
5.Daar uit teering, verscheide LongzweringGa naar voetnoot(a), een doodelyke etterborst.

837. De andere ziekte die van de Longziekte komt, indien de ontstookene stof nu etterig geworden (832-834.) word weder verzwolgen tusschen longadertjes, met bloed vermengd, in zommige plaatzen neergelegd, waar door de long verlost, een ander deel belast werd; welk indien minder tot 't leven nodigh, zo is de over-

[pagina 153]
[p. 153]

zettingGa naar voetnoot(a) goed; maar indien in delever, mild, brein, en gelyke plaatzen gevloeid heeft, zo zal die meest 't ergste zyn. Hier uit Longziekige ettergeswellen by de ooren, schenkels, onderlyfs deelen,

838. Dat 'er zulke verzwering staan te koomen, verklaard.

1.De opmerking van de Longziektens teekenen, die niet 't ergste is (833-835.) met geen harde koorts, noch die quaadaardig, nochtans geduurig; met een borstpyn, angst, swaarheid, moeyelyke adem, niet de ergste; zonder tekenen van ontbinding (830).
2.Indien by deze de pols zeer ongestadig, op allerley wys, geduurig.
3.Pynen, roodheden, trekkingen ontrent de gezeide plaatzen (837).

839. Maar die ontrent de schenkels te zullen komen, weeten wy; indien

1.De teekenen van de toekomende versweeringen (138.) daar by zyn.
2.Indien te gelyk met die de teekenen zyn van een lichter ontsteeking aan de onderlyfs deelen.

840. Maar toekomende ontrent de ooren, weeten wy, indien.

1.De teekenen 'er by zyn (838.)
2.De onderlyfs deelen te gelyk zacht. Dat ze

841. Tot de Lever zullen gekeerd werden, weeten wy, indien

1.De teekenen 'er by zyn (838.)
2.De pyn blyvende in de Lever, met Ga naar voetnoot(b)geelzuchtig water, met een geelachtige kleur van 't vel. Hier uit dikmaals, een Leverbraking gebooren, de ergste qualen.

842. Die versweeringen (839 840.) indien ze de longen verlichten, indien ze wegnemen de koorts, indien etterachtig, druipende, pypagtig blyven, indien genoeg schielyk, voor de negende dag gebeuren, dan zyn ze altyd heilzaam: maar, indien 't speeksel nu etterig, nog

[pagina 154]
[p. 154]

meest geel zonder gezegde verlichting, worden gebooren, zyn quaad: maar, indien nu gebooren vcrdwynend door een onrype ziekte, de ontsteeking der long wederkeerende, zyn geheel doodelyk.

843. Weder eindigt die ziekte hier in een eeltagtig geswel, en knoestige van de long; indien de stof en hoedanigheden (392.) t'zamen lopen; daar door word 't gantsche leven moeyelyk, opgeregt, hoestachtige ademhaling, na 't eeten, en beweging vermeerdert, zonder teekenen van een verbergende braking beschreven (835); daar door een aanhanging van de long aan 't Ga naar voetnoot(a)borstvlies.

844. Eindelyk, indien de longpyps, of de long-slagader met een zeer heftige ontsteeking (388.) bedurven werd van een inwendige oorzaak, of uitwendige (824.) in 't kort word 't heetvuur gebooren, en daar door schielyk 't koudvuur om de meenigte, en beweging des bloeds, en om de gedurige beweging van 't dunste ingewand. Dat toekomende te zyn, leeren.

1.De teekenen van een zeer heftige long-ontsteeking (826.), door geen geval noch kunst gestild.
2.Zeer groote schielyke zwakheid, door de pols zich vooreerst openbarende.
3.Een koude van de uiterste leden. Maat die nu gebooren te zyn weten wy, indien deze voorgegaan, bloedig waterig speekzels, dun, asachtig, blauw, zwart, stinkend. Doch daar uit schielyk de dood.

845. Deze verandering van een Longontsteeking (830. 832. 836.)

837. 843. 844) leerd de opmerking van 't verhaal der ziekte, en daar uit de insnyding der doode Lyken.

846. Waar van 't blykbaar is, die ziekte, welk de oudheid met die naam beschreven heeft te zyn een waare ontsteeking der longen.

847. En de voorkennis zal klaar zyn, door welk bevestigd werd, dat die ziekte altyd zeer gevaarlyk is om groote noodzaakelykheid van de werking der Longen tot 't leven, en om te genezen de ontstookene stof,

[pagina 155]
[p. 155]

geduurig om de meenigte des bloeds aangebracht, om de inval, om de gedurige beweging des ingewands, om de plaatzing, welke weigerd 't gebruik der geneesmiddelen, om de groote tederheid van de vaatjes, die licht verbrooken werden, onmogelykheid van aftrekking zo noodzakelyk vereischt in de genezing van deze ontsteeking.

848. Uit welk (847.) blykt, wanneer, waarom, en met welke toevallen die weggaat in de dood: namentlyk indien de geheele long te gelyk met 't hert ontstooken werd, 't hert voor in de zyde valt, de zieke werd ontbonden door een lammigheid van 't LichaamGa naar voetnoot(a) is koud, en ongevoelig; dan de twede of derde dag sterft hy. Indien 't water in 't begin van de zieke goed en gekookt, na de vierde dag dun is. Indien in de heftigheid van de ziekte hy gedwongen werd opgeregt te zitten. Indien de afscheiding van de etter is na beneden: indien droog met een ruisschende heftigheid van een volle long in de keel: indien geweldig in een zeer droog Lichaam, hart, eeltagtig, werkzaam: indien ze kwaad is met een sterk vol roode druiping van bloed; indien ze droog is met roode vlakken op de borst gesprenkeld: indien Ga naar voetnoot(b)verkoudheid of veele niesing is vooraf gegaan, of volgd; indien die uit een heete koorts is voortgekomen: indien 't speeksel galachtig met etter na de zesde dag begonnen is: indien 't speeksel van 't begin zeer bloedig; eenvoudig geel, rond witachtig, zeer schuimagtig, de pyn niet verzacht, indien bruin, slykig, droezig, zwart, blauw werdende, ongelyk, roestig; indien noch koorts, noch zware ademhaling opgehouden is, die sterft op de zevende of negende dag. Doch de dood komt die over, als de pols bezwykt, alles koud werd, alleen borst, hoofd, hals gloeyen, de wangen rood zyn, en verblauwen.

849. De geneezing van dit quaad moet men veranderen na de verscheide staat der ziekte, en toevallen, alzo dat 't eene de eene tyd nut is, dat is nochtans op een andere tyd nadeelig.

[pagina 156]
[p. 156]

850. Derhalven indien in de Longziekte alle de tekenen beschreven (830. N. 1.) 'er by zyn, moet men gebruiken rust van Lichaam en ziel; een zoele vochtige Lucht; badstove van de damp van zoetwater na de longen, neus, mond, voeten, schenkels; een sobere spys, lichte drank; waterig, salpeterige, meelige, verhoningde geneeesmiddelen.

851. Maar indien 'er de staat by is (830. N. 2.) moet men dezelve (850.) gebruiken, en verzachtende, veretterende, de uitwerping bevorderende, zacht versterkende, waassemingen: dan moet men myden de aderlating, afgang, zweet uitdryving, en alle andere, de gezegde uitwerping beroerende.

852. Indien (830. N. 3.) 'er tegenwoordig is, zachte klysteren verzachtende, zachte stovingen moet men leggen, op de onderbuik, verzachtende afkookzels, en op de allerlichste trap afdryvende, zyn goed, te gelyk 't overige behandeld zynde. (850. 851.)

853. In de andere staat (830. N. 4.) laaten geschieden dezelve, als (850 852), maar bygedaan werden voetbaden, stovingen der nieren door inwendige verzachtende klysteren, en uitwendige besmeringen, laaten gedronken worden waterdryvende afziedzels met die zeer ligt af te zetten.

854. Indien de ontsteeking vers, groot, droog, in een sterk Lichaam, van te vooren gezond, werkzaam, werd bevonden door tekenen (825. 826.) zo moet men weder loopen.

1.Tot een schielyke, ruime, na graad van 't kwaad te matigen of te herhalen, een bloedlating, op dat de zwaarte van 't dikke vermindert werd, en aan de verdunnende middelen ruimte gegeven.
2.Tot badstoven van een geduurige damp de long verzachtende, dikmaals over 't geheele Lichaam te gebruiken.
3.Tot afkookzels verdryvende, ontbindende, verzachtende, zacht afdryvende, tegen vuurige, salpeterige, pynstillende met een kleine meenigte, geduurig te herhalen, de alderheetste te slorpen.
4.Tot zeer zachte tegenvuurige klysteren.
[pagina 157]
[p. 157]
5.Een zeer sobere voedzel uit tegenvuurige sappen, sterker.

855. Indien de ontsteeking groot, met koorts en overige toevallen geduurt heeft boven de derde dag, en de tekenen van een ontsteeking na zich trekkende tot verettering zyn tegenwoordig (833-835.) altyd is 'er by veel gevaar, hoewel die ziekte nu langer zal uitloopen, en ruimte geven aan de genezing: dan

1.Door geen aderlating, of indien 't dringd, weinig te gebruiken.
2.Zachte spys, die wat verdikkend is, en uit rypende t'zaamengesteld moet men die neemen.
3.Longgenezende badstoven, die verzachten, en rypen, moet men gebruiken tot de vyfde dag van dat 't quaad begonnen is.
4.Op de vyfde en zesde dag moet men dezelve gebruiken, bygevoegd slorping en zacht de hoest bewegende, en te gelyk vervullende, op dat misschien op de zevende dag de plaats verlicht kon werden; de etter gekookt, de vaten verdund, 't leven ondersteund.

856. Indien de tekenen leren, dat 'er in de longe een verzweering is gekomen (832.) zo moet men verhaasten deszelfs scheuring in de longpyp, en die gemaakt, zo is 'er een schielyke en veilige verettering van de gezwoorene plaats.

857. De afscheuring werd beproeft, indien na veel zachte, door vette voedzels met zachte wyn, de veretterde long (836,) en voorbereid (855.) met warme damping, geroep, hoest, uitwerpzels, schudding in een Schip, of rytuig, bewogen word.

858 Indien te gelyk en daar na hebben de tekenen geleerd, 't ettergeswel doorgebrooken te zyn, zo moet men gebruiken melkachtige spys, alderzachste kruid, niet licht verrottende, dan by dag door openende, afvagende, des avonds door lichte opiaten; door verzachtende dampingen; rydingh te Paard, of op een rytuigh, of Schip.

859. Maar indien de teekenen (838.) leeren, dat 't de staat (837.) nu bekend, nochtans door geen voorkennis zeker is, waar na de stof zich wend, dan moet

[pagina 158]
[p. 158]

men gebruiken een lichte, vloeibaare, zacht speceryachtig, wynig voedzel; 't Lichaam moet rusten; maar laaten de medicynen zyn verzachtende, en uit de alderlichste soort openende: de long diend men te voorzien met 't gebruik van verzachtende; of zo bepaald zal werden, of verders de ontbonde stof van 't quaad zal uitgeworpen werden.

860. Maar indien met teekenen (838.) te gelyk die 'er by zyn (839. 840.) door welk de bepaling werd te kennen gegeven, laat dan maar geschieden de gezegde, (859) en te gelyk de plaats voorzien (839, 840.) met zuiging, zachte uitdryving, prikkeling met openende zo te behandelen, dat 't minder wederstaat, meerder trekt.

861. Indien(841.) 'er zig onthoud laat die zelve geschieden (859, 860), maar te gelyk openende een weinig sterker, seepachtige, leverachtige bygedaan werden, dan clysteren, en stovingen uit deze bestaande.

862. Maar 't quaad 't welk beschreven (843.) neemt zelden aan een geneesmiddel, ten zy 't byna door verzachtende, uitwendige, inwendige, en beweging te paard of in een Rytuigh een weinig wykt.

863. Wanneer 't verandert in een heetvuur zelfs (844.), zo is 't ongeneeslyk.

864. Maar indien de longziekte, nu door speeksel begonnen uit te zuiveren, begind dat onderdrukt te houden, zo moet men dan aanstonds met alle hulp tragten, dat 't zelve weder voortkomt. Zodanige belettende oorzaaken zyn dikmaals, een groote koude schielyk toekomende, een zwaare uitdrooging, 't zy waar die uit gesprooten is; een heete koorts daar op komende; heetmakende medicynen; een zachte afgang, niet scheidelyk; sterk zweeten, heftiger hertstochte.

865. Dan komt aanstonds voort aan de naastgelegentheid der deelen van de onderdrukte, en aangebrachte inwasschende stof een nieuwe ontsteeking; waar uit ten eersten die zelve toevallen, welk van de eerste longontsteeking (825. 826.) maar die komende nu aan een verzwakt Lichaam, loopen dan meest schielyk uit tot de dood.

[pagina 159]
[p. 159]

866. Maar dat gebrek (864.) en deszelfs gevolgen, (865.) komt men te gemoet met een geduurige damping van heet, vochtig, verzachtend de neus, door de mond getrokken, en van de longen ontfangen; de geheele lucht gelyk aan deze damping door de konst weder gegegeven; ook een gebruik ruim van diergelyke dranken, met honing en azyn, helpt veel, met de medicynen, die tegenvuurig zyn, zachtjes te ontbinden, als daar is de doordringend antimoniumGa naar voetnoot(a) met vastmakende salpeter; zachte opiaten; myding van zweting, meest eindelyk rust van 't gemoed.

voetnoot(f)
Bronchiales.
voetnoot(a)
Paraphrenitis.
voetnoot(a)
Hypostatica.
voetnoot(a)
Pthisis.
voetnoot(a)
μετάςασις.
voetnoot(b)
Subictericea.
voetnoot(a)
Pleura.
voetnoot(a)
Par plegia
voetnoot(b)
Corysa.
voetnoot(a)
Stybium Diaphoreticum.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken