Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het nieuwe werck der psalmen van den koningh David (1659)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het nieuwe werck der psalmen van den koningh David
Afbeelding van Het nieuwe werck der psalmen van den koningh DavidToon afbeelding van titelpagina van Het nieuwe werck der psalmen van den koningh David

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (22.14 MB)

ebook (27.23 MB)

XML (0.52 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het nieuwe werck der psalmen van den koningh David

(1659)–Cornelis Boey–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Den XLV. Psalm.



illustratie

 
Mijn hert geeft-op een reden van gewichte;
 
Een Koningh ist, daer van ick heden dichte.
 
Mijn tongh gelijckt de pen van een die schrijft,
 
En vaerdigh langhs de bladen henen drijft.
 
Veel-schoonder Heer, dan oyt uyt menschen sproten,
 
Genaed' is in uw lippen uyt-gegoten.
 
Daerom heeft God sijn gunst u toe-bereydt,
 
En segent u tot in der eeuwigheyd.
 
 
 
2 Gord-aen uw swaerd, O held, op 't hoogst te loven,
 
Wiens majesteyt all' Aerdsche gaet te boven;
 
En rijd met spoed, rijd in uw Heerlickheyd,
 
Op 't krachtigh woord, dat waerheyd is geseyt;
 
Rechtvaerdige sachtmoedigheyd sal wesen.
 
Vw rechter-hand (by Vroome seer gepresen,
 
By Quaed' ontsien) sal vreeslick zijn in maght,
 
Sy leert en doet u toonen uwe kracht.
 
 
 
3 Vw pijlen, die het hert uw's Vyands treffen,
 
En slaen al wie haer tegens u verheffen,
[pagina 90]
[p. 90]
 
Zijn wel-gescherpt; dies sult ghy, maghtigh Heer,
 
Veel Volck'ren noch sien vallen voor u ne'er.
 
Vw throon, die sal altoos en eeuwigh blijven,
 
Vyt dien, O God, sal niemand u verdrijven.
 
De staf uw's Rijcks (dat ghy met wijs beleyd
 
Bestieren sult) is van rechtmatigheyd.
 
 
 
4 Gerechtigheyd bemint ghy t' aller wegen;
 
Maer godloosheyd, haet ghy, die menschen plegen.
 
O God, uw God salfd' u daerom alleen,
 
Met olyë van vreughden, als oyt geen,
 
Van al uw Volck, uw Mede-gunstgenooten.
 
Vw kleed'ren zijn met aloë begoten;
 
Sy zijn met Myrrh' en Cassië gewijd,
 
Vyt 't Elpen-Hoff, van waer men u verblijd.

Pause.

 
5 In 't schoon gevolgh, tot uwen staet verkoren,
 
Sijn dochters selfs, van Koningen geboren.
 
De Koningin staet aen uw rechter-hand,
 
In 't fijnste goud van 't goud-rijck Ophir-land.
 
O Dochter, hoort, en siet wat ghy moet weten,
 
Neyght my uw oor', en wilt uw Volck vergeten,
 
Vw's Vaders huys, en d' Af-god, daer versiert,
 
En moet by u niet werden meer geviert.
 
 
 
6 Soo sal den sin des Koninghs op u rusten,
 
Dat hy sich aen uw schoonheyd sal verlusten,
 
Die loven hoogh; dewijl hy is uw Heer,
 
Soo kent uw plicht, en buyght u voor hem ne'er.
 
Het Tyersche Volck, sal tot een eeren-teecken,
 
Vw aengesicht met haer geschencken smeecken;
 
Van Rijck' op Aerd', en Magtige van goed,
 
Sult ghy u sien begiftight en begroet.
 
 
 
7 Des Koninghs kind is innerlick vereerlickt,
 
't Borduyrsel maeckt haer kleedinge verheerlickt;
 
't Is stijf van goud; In een gestickt gewaed,
 
Voeghts' haer tot hem; de Dochters van den Staet,
 
Gaen achter haer. Men salse voort geleyden,
 
Haer alle vreughd en blijschap toe-bereyden.
[pagina 91]
[p. 91]
 
Sy sullen seer verheught zijn al-te-mael,
 
En treden in de Koninghlicke zael.
 
 
 
8 Vw Vaders plaets sal wesen voor uw Zoonen,
 
Die ghy noch sult sien sitten op haer throonen;
 
Ghy sults' al-om gaen setten opter Aerd,
 
Daer over sy tot Vorsten zijn verklaert.
 
Ick sal uw naem doen houden in gedachte,
 
Doen heugen van geslachte tot geslachte;
 
Dies sal uw lof by Volck'ren zijn geseyt,
 
Staegh en altoos, tot inder eeuwigheyd.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken