Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het nieuwe werck der psalmen van den koningh David (1659)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het nieuwe werck der psalmen van den koningh David
Afbeelding van Het nieuwe werck der psalmen van den koningh DavidToon afbeelding van titelpagina van Het nieuwe werck der psalmen van den koningh David

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (22.14 MB)

ebook (27.23 MB)

XML (0.52 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het nieuwe werck der psalmen van den koningh David

(1659)–Cornelis Boey–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Den CXXIX. Psalm.



illustratie

 
Sy hebben my van mijne jeughd benauwt,
 
Segg' Israël; 't is van mijn jeughd begonnen;
 
Benauwt ben ick; maer echter niet verflauwt;
 
Veel min vernielt, of van haer over-wonnen.
 
 
 
2 De rugh is my van Ploegers door-geploeght;
 
My hebben sy haer vooren langh getogen;
 
Veel leeds gedaen; en ick (eylaes!) verdroegh't.
 
Ick ben verdruckt, gelastert en belogen.
 
 
 
3 O Heer, die u rechtvaerdigh hebt getoont,
 
Die hebt de touw der Boosen af-gehouwen,
 
Iaeghts' achterwaerts, die Zion, daer ghy woont,
 
Oyt tegen-gaen, of hatende benouwen.
 
 
 
4 Laets' al-te-mael verdorren als het gras,
[pagina 273]
[p. 273]
 
Dat door-gaens wast op onse steene daken;
 
Dorr', eer men 't treckt; dat noyt gewortelt was;
 
Dewijl 't geen kley noch aerd' en heeft te raken.
 
 
 
5 Dat nimmermeer den Mayer vult de hand,
 
Noch yemand sagh dat Garven-binders gaerden;
 
Geen schoof en maeckt; maer sterft en raeckt van kant,
 
Ontijdelick, als yet van geender waerden.
 
 
 
6 Waer aen geen mensch, die daer oyt gingh voor-by,
 
Te seggen plagh; De Heer gev' u den segen;
 
Wy wenschen u, dat God u gunstigh zy;
 
En op u stort' een vroegh' en spaden regen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken