Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Roomsche monarchy (1697)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Roomsche monarchy
Afbeelding van De Roomsche monarchyToon afbeelding van titelpagina van De Roomsche monarchy

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (29.29 MB)

ebook (33.90 MB)

XML (1.95 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Roomsche monarchy

(1697)–Abraham Bogaert–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 286]
[p. 286]

XC.
Flavius Anicius Olybrius.

Olybrius, na de dood van Anthemius, door toedoen van Richimer, tot Keizier van Rome op den 10 July in 't 472 jaar na Christus geboorte verkooren, is te Rome gebooren; doch in wat jaar melden geen schrijvers.

Zijn Ouders zijn by geen schrijvers bekent. Zijn Vrouw was Placidia, de dochter van Keizer Placidius Valentinianus en Licinia Eudoxia; eertijds door Koning Genserik in slaverny naer Afrika gevoert: by haar won hy den jongen Olybrius, die, oud geworden zijnde, Burgermeester te Rome wierd.

Niets vind men van deze Keizer by de Historieschrijvers, als dat hy, zonder iets uitgerecht te hebben, 3 maanden en 13 dagen geregeert heeft, en op den 23 October in 't 472 jaar na Christus geboorte, door toedoen van Richimer, vermoord is; in welke maand ook den dikwils genoemden Richimer den geest gaf. Zie Paulus Diakonus, Onufrius in zijn I B. van de beginzelen van Rome.

(a) Wie staat niet verwonderd als hy den rampzaligen staat der Roomsche Keizers overdenkt? Indien wy van Cesar af tot dezen Olybrius te rug zien, zullen wy bevinden dat van negentig Keizer maar negentien hun eigen dood gesturven zijn. Wat zeg ik van negentien? dewijl noch zommige aan de wijze van hun dood twijffelen. 't Lust my met weinig regelen den gantschen reeks den Lezer te vertoonen. Cesar, Tiberius, Kaligula, Galba, Vitellius, Domitianus, Kommodus, Pertinax, Julianus, Niger, Albinus, Karakalla, Geta, Makrinus, Diadumenus, Elagabalus, Alexander, Maximinus, Maximus, Balbinus, Pupienus, Gordianus de III, Filippus, Filippus de II, Hostilianus, Gallus, Volusianus, Emilianus, Gallienus, Postumus, Aurelianus, Florianus, Probus, Karinus, Numerianus, Maximianus, Licinius, Konstantinus de II, Konstans, Gratianus, Valentinianus de II, Valentinianus de III, Anicius Maximus, Majorianus, Anthemius Nepos en Olybrius, zijn door hun grootste vrienden en de soldaaten vermoord. Augustus, Klaudius, Titus, Elius, Severus, Marcianus, en Libius Severus wierden met vergif van 't leven berooft. Nero, Otho, Gordianus de I, Quintillius, Maximinus Daza, en Magnentius doorboorden, verhingen, en openden zich de aderen, en wierden door wanhoop hun eigen beul Valerianus wierd levendig door zijn vyand gevild. Karus door de donder dood geslagen. Maximianus Armentarius by zijn leven van de wormen opgegeten. Trajanus Decius versmoorde met zijn paard in een moeras, en Jovianus stikte door de damp van kolen. Valens wierd in een hut, waar in hy zich verborgen had, door den vyand verbrand. Maxentius storte en verdronk in den Tijber. Valentinianus de I, vertoornde zich zo hevig dat hy een beroerte kreeg, en aanstond den geest gaf. Avitus stierf van hartenleet. Gordianus de II, Etruskus, en Julianus, de Verlochenaar bygenoemt, sneuvelden in den strijd tegen hunne vyanden. Vespasianus, Nerva, Trajanus, Hadrianus, Antoninus, Verus, Klaudius Gothicus, Tacitus, Diokletianus, Konstantius Chlorus, Konstantinus de Groote, Konstantius de II, Theodosius de I, Theodosius de II, Arkadius, Honorius, Konstantius de III, en Leo zijn alleen, naer 't zeggen van de schrijvers, hun eige dood gesturven; echter twijffel ik aan eenigen. Wie staat niet van verwondering opgetoogen, wanneer hy overdenkt hoe gevaarlijk het zwajen van den Scepter is? En wie zou het opperste gebied kunnen beminnen, indien hy de rampen, die het regeeren met zich sleept, overdacht? Waarelijk, indien wy de zaak wel inzien, zo zullen wy middagklaar bemerken, dat de Koningen niet dan slaven van 't geval zijn, en dat het regeeren niets is dan een gedurige onrust. Hoe dikwils zijn de Goden te voet gevallen met gebeden, die, van hen verhoord zijnde, het uitterste bederf veroorzaakt hebben; waar van de schrandere Juvenalis in zijn 10 Schimpdicht dus spreekt:

 
Quid Crassos? quid Pompejos evertit? & illum,
 
Ad sua qui domitos deduxit flagra Quirites?
 
Summus nempe locus, nulla non arte petitus,
 
Magnaque Numinibus vota exaudita malignis.
 
Ad generum Cereris sine caede, & vulnere pauci
 
Descendunt Reges, & siccâ morte tyranni.

't geen Pels dus vertaalt:

 
Wat heeft de Krassen, de Pompejen, en voor allen
 
Ga naar voetnoot* Hem, die het Roomsche volk had onder 't juk gebracht,
 
Doen sneven, als die hooge, en onbepaalde macht?
 
Dat opperste gezag, door zo veel list verkregen,
 
Op hunne beê van Goôn, hen gantschlijk ongenegen.
 
't Gebeurd schier nooit, dat een baldadig dwingeland,
 
Dan smoorende in zijn bloed, en wonden, raakt van kant.
[pagina 287]
[p. 287]


illustratie

 
Dit 's weêr een speelbal van 't geval, die gij hier ziet,
 
Die Richimer verhief tot Vorst in 't Rijksgebied,
 
Op dat hy weêr het staal mocht op zijn hartaâr zetten,
 
En zijne handen met dat dierbaar bloed besmetten.
 
O ja; Olybrius, schoon hy zijn wit beschoot,
 
En schoon Placidia, zijn waarde bedgenoot,
 
Hem wettigde door 't bloed van haar vermoorden vader,
 
Moest deerlijk sneuvlen door de hand van een verrader,
 
En verwen 't purper met zijn uitgestorte bloed,
 
Na dat hy nauwelijks drie maanden met zijn voet
 
Den waggelenden troon van Rome had betreeden,
 
Daar zo veel Keizers zijn rampzalig a afgegleeden.
voetnoot*
Cesar.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken