Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Floris, graaf van Holland (1996)

Informatie terzijde

Titelpagina van Floris, graaf van Holland
Afbeelding van Floris, graaf van HollandToon afbeelding van titelpagina van Floris, graaf van Holland

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.63 MB)

Scans (20.45 MB)

ebook (2.97 MB)

XML (0.16 MB)

tekstbestand






Vertalers

Karina van Santen

Martine Vosmaer



Genre

drama
non-fictie

Subgenre

vertaling
toneeltekst (modern)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Floris, graaf van Holland

(1996)–Frits Bolkestein–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige
[pagina 129]
[p. 129]

Vijfde bedrijf

[pagina 131]
[p. 131]

Scène I

Een vertrek in Floris' kasteel
Floris en de Broeder
 
floris
 
Verdoemd zij koning Edward! O, wat is hij trots
 
Op al zijn magistraten en gerechtsgebouwen.
 
Maar als hij 't nodig vindt verraadt hij achteloos
 
De man die gister nog zijn vriend was. Nu wordt u
 
Door de gebeurtenissen in 't gelijk gesteld.
 
U heeft gewaarschuwd tegen buitenlands gekonkel.
 
Maar nooit had ik gedacht dat Edward nu opeens
 
Zou overlopen naar de andere partij,
 
Of dat zijn eergevoel hem toe zou staan
 
Zich af te wenden van de vader van het kind
 
Dat hem is toevertrouwd. We hebben nog
 
Een tweede optie, die ik u heb uitgelegd
 
Bij het beramen van mijn hele strategie:
 
De Franse koning. Want de diepe vijandschap
 
Die tussen Edward en de schone Filips heerst
 
Is onze kans om ons fortuin te keren,
 
De teugels weer in eigen hand te nemen,
 
En om graaf Guy eens stevig aan te pakken.
 
De Franse koning overtroefde Edward in
 
Het Zuiden en heeft voorlopig Aquitanië
 
Heroverd: ik denk niet dat wij hier voor het laatst
 
Het tij der providentie zagen keren,
[pagina 132]
[p. 132]
 
Want deze ijzervreters zijn elkaars gelijken.
 
De strategie van koning Edward is doorzichtig:
 
Hij moet een oorlog in het Noorden voeren
 
Terwijl de troepen van de Franse koning
 
Nog volop in het Zuiden bezig zijn. Daarom
 
Wil hij zo graag met Guy Dampierre bevriend zijn.
 
Het zou me niet verwonderen als Brabant,
 
En Luxemburg, en Keulen ook misschien
 
Betrokken waren in een noordelijk verbond,
 
Verenigd door hun lust naar Engels goud
 
En door hun angst en haat voor Frankrijks macht.
 
 
 
Dat zet ons buiten spel. We hebben nu geen keus
 
Dan van de nood een deugd te maken en ons oog
 
Te richten op de Franse koning. Ik kan zelf
 
Niet gaan. De situatie hier is onstabiel,
 
Krioelend van de kiemen van verval en chaos.
 
Daarom kan ik niet bij dit heksenbrouwsel weg,
 
Omdat het anders overkookt en met
 
Zijn pestilente stank dit land zal infecteren.
 
 
 
U bent degene die ons aandeel moet verdedigen.
 
U bent degene die aan Filips' hof moet gaan
 
Bepleiten dat er voordelen verbonden zijn
 
Aan bondgenootschap tussen ons en Frankrijk:
 
Twee molenstenen waar de rijkdom en de trots
 
Van Vlaanderen en Guy tussen verpulverd worden.
 
Ik denk dat het niet moeilijk is, want de belangen
 
Van Filips lopen parallel aan die van ons.
 
Maar toch: voorzichtigheid is hier geboden,
[pagina 133]
[p. 133]
 
Want Filips is zo trots en hard als elke koning
 
Die in de kathedraal van Reims gekroond is.
 
U zult onmiddellijk zijn rang en klasse zien.
 
Hij steekt een kop boven de and're mannen uit.
 
Als hij te paard zit hangen beide voeten slechts
 
Een handbreed van de grond. Hij toont noblesse
 
En spreekt niet veel. Zijn haar is blond als hooi.
 
Zijn ogen zijn zo blauw en koud als ijs en zien
 
Minachtend and're mannen aan. Ze zeggen dat
 
Hij vroom doch streng is. Slechts drie sobere gerechten
 
Verschijnen op zijn tafel, en zijn bottelier
 
Schenkt nooit een wijn die niet afkomstig is
 
Van zijn domein. Het koninklijk verhemelte
 
Heeft dus nog nooit geproefd van de genoegens
 
Van een bourgogne, een champagne of bordeaux,
 
Die naar het buitenland gezonden worden
 
Tot onze onverdeelde vreugde. En daarbij:
 
Hij heeft de lichtekooien van zijn hof verjaagd.
 
broeder
 
Op dat gebied bent u in elk geval verschillend.
 
floris
 
Moet ik soms afzien van de vreugden van het vlees?
 
En net als Filips in een boetekleed gehuld gaan?
 
Zijn priester draagt hij op zijn hete, geile bloed
 
Met dagelijkse zweepslagen te temmen.
 
Dat zijn manieren van fanatici en zij
 
Betekenen voor 't voortbestaan der mensheid
 
Een grotere bedreiging dan wij libertijnen.
[pagina 134]
[p. 134]
 
Maar overigens is het niet waarschijnlijk
 
Dat u de koning zelf zult zien. U onderhandelt
 
Met een van die intens geslepen rechtsgeleerden
 
Die feitelijk het Franse land bestieren - en
 
Misschien wordt u gevraagd uw voorwaarden te noemen
 
Aan Flote, de kanselier. In dat geval kunt u
 
Het beste zeer voorzichtig zijn.
 
broeder
 
Ik doe mijn best.
[pagina 135]
[p. 135]

Scène II

Een vertrek in het paleis van de koning van Frankrijk
Koning Filips; Pierre Flote, kanselier van Frankrijk
 
pierre flote
 
De magistraten en de clerus van de stad
 
Van Gent worden verdeeld door een geschil:
 
De clerus daar begeeft zich in de handel en
 
De magistraten vinden dat de heren dus
 
Belastingplichtig zijn als ieder ander.
 
De zieleherders vinden dat zij horig zijn
 
Aan kerkelijke wetten, niet aan wereldse
 
Belastingen en weigeren dus te betalen.
 
De beide kampen hebben uitgemaakt
 
Dat zij zich zullen voegen naar het woord
 
Van Uwe Majesteit. Ik denk dat u bepaalt
 
Dat geestelijken, in hun kwaliteit van clerus,
 
Natuurlijk uitgesloten zijn van de belasting,
 
Maar dat zij voor hun handel wél betalen moeten.
De koning blijft zwijgen
 
Ik vrees dat Vlaanderen niet erg stabiel is,
 
In weerwil van haar rijkdom. Nu de graaf
 
De machtige patriciërs bestrijden wil,
 
Is het gemor der gilden uitgegroeid tot een
[pagina 136]
[p. 136]
 
Volledige en onverholen opstand
 
Die hij vergeefs probeert te smoren. Frankrijks zaak
 
Wordt niet altijd gesteund door juist die mannen die
 
De meeste invloed hebben. Want zij zijn verdeeld
 
In hun loyaliteit. In Gent is het zelfs zo
 
Dat leden van een factie door hun kleding tonen
 
Aan welke kant zij staan. En alles wat wij bouwen
 
In dat onrustige, halsstarrige gebied
 
Zal instorten zoals een zandkasteel
 
Dat overspoeld wordt door de golven.
De koning blijft zwijgen
 
Guy Dampierre
 
Heeft zich geplaatst buiten de feodale wet
 
Door koning Edward voor te stellen dat zijn zoon,
 
De prins van Wales, met Filippina trouwen zou.
 
De onvoorstelbare nalatigheid
 
Niet eerst uw toestemming te vragen, staat
 
In scherp contrast met zijn besluit, genomen in
 
Loyaler tijden, om het meisje te vernoemen
 
Naar Uwe Majesteit. De situatie roept
 
Om 't mes van de chirurg: de aartsbisschop van Reims
 
Zou opdracht moeten krijgen om graaf Guy
 
Te excommuniceren opdat hij
 
De wrange vruchten van zijn ontrouw proeven kan.
[pagina 137]
[p. 137]
De koning blijft zwijgen
 
Met Engeland is de verhouding van dien aard
 
Dat er geen terugweg is. De teerling is geworpen.
 
Door hertog van het Aquitaans gebied te worden
 
Heeft koning Edward Uwe Majesteit verraden.
 
Dezelfde middelen die hij gebruikte
 
Om Schotland aan zijn soevereiniteit
 
Te onderwerpen, stelde hij niet meer op prijs
 
Toen men ze keerde tegen zijn belang in Frankrijk.
 
Ik denk dat we aan zijne koninklijke hoogheid
 
Opnieuw hetzelfde medicijn moeten verstrekken
 
Dat hij gebruikt in Vlaanderen, en dat houdt in:
 
Een overeenkomst sluiten met John Balliol.
 
Die Schotse koning is zozeer geprikkeld
 
Door Edwards dominante houding en
 
Bemoeienissen met de Schotse zaken,
 
Dat hij zich met wat hulp aan onze kant zal scharen,
 
Een goede steun om Edward dwars te zitten.
 
En zo betalen wij hem met gelijke munt.
De koning blijft zwijgen
 
Toen Edward zich de steun van Guy Dampierre verwierf,
 
Verloor hij Floris, die een monnik stuurde
 
Om Uwe Majesteit te vragen om uw steun.
 
Die monnik lijkt misschien een dorpse priester, maar
 
Hij is niet gek en kent de grote strijdlust van
 
De troepen van zijn heer. Ik denk dat het
[pagina 138]
[p. 138]
 
De moeite waard zou zijn de graaf van Holland
 
Aan onze kant te krijgen: het bedrag
 
Dat hiermee is gemoeid is niet te groot
 
En baat het niet dan schaadt het niet.
 
koning filips
 
De enige
 
Bestaansgrond voor Ons Koningschap is Frankrijk zelf.
 
En omgekeerd zijn Wij de verpersoonlijking
 
Van eenheid in het land die niet teloor mag gaan;
 
Versterkt moet worden om een aanval te weerstaan,
 
Zodat Wij mettertijd aan Onze opvolgers
 
Het land als eenheid kunnen overdragen.
 
De Vorsten van de wereld zijn verplicht
 
De wetten uit te voeren die door God gemaakt zijn
 
En die de pairs van Frankrijk, eertijds zes in aantal,
 
In harmonie en orde met elkaar verbinden.
 
Er zijn er nu nog drie. Als enige aanvaardt
 
De hertog van Bourgondië zijn plichten.
 
Wij moeten Aquitanië en Vlaanderen
 
De plicht opleggen ook het juk te dragen.
 
 
 
En wie het doel wil, die wil ook de middelen.
[pagina 139]
[p. 139]

Scène III

Een vertrek in het kasteel van Jan, hertog van Brabant
Jan; de Broeder
 
broeder
 
Ik ben hier buiten medeweten van mijn meester
 
En Floris zal mij deze stap wel kwalijk nemen.
 
De tijden zijn veranderd en rechtvaardigen
 
Mijn ongehoorzaamheid. Ik hoop dat u
 
Zo vriendelijk zult zijn mijn voorstel aan te horen.
 
jan
 
Uw meester is mij twintigduizend pond verschuldigd.
 
broeder
 
Respect voor afspraken is nu verleden tijd
 
En u bent niet de enige, mijn heer, die lijdt
 
Door dit verval van waarden die eertijds
 
Als mortel van de maatschappij werden gezien.
 
Het kind dat Floris koning Edward gaf is nu
 
Een gijzelaar: een werktuig dat naar willekeur
 
Gebruikt kan worden tegen het belang van Floris.
 
De koning heeft op zijn beurt afstand moeten doen
 
Van burchten, zes in aantal, aan de Franse koning,
 
Die alle wetten waarvoor hij symbool wil staan
 
Met voeten treedt, want hij is niet bereid
 
Die burchten af te staan, wat Edward ook belooft.
[pagina 140]
[p. 140]
 
De woorden die wij uitspreken zijn holle frasen.
 
De wetten worden slinks getransformeerd
 
Ten gunste van degenen die toevallig en
 
Kortstondig de beschikking hebben over macht.
 
Dus Engeland heeft Wales geknecht, dat eens een trots,
 
Zelfstandig land was. Schotland wacht hetzelfde lot.
 
In Vlaanderen en Aquitanië
 
Heeft koning Filips soortgelijke plannen.
 
Die staten willen steeds meer grondgebied.
 
jan
 
Laat Floris mij mijn twintigduizend pond betalen!
 
broeder
 
Ik denk dat ik in staat zou zijn mijn Meester
 
Ervan te overtuigen dat zijn schuld aan u
 
Moet worden afgelost.
 
jan
 
O ja?
 
broeder
 
Ik weet dat u
 
Een zeek're invloed hebt onder de edelen
 
Die ontevreden zijn en opruien tot wrok
 
En rebellie in Holland, waar mijn Meester vaak
 
Door sluw gebruik van onderlinge vetes
 
Hun rang en macht verminderd heeft.
[pagina 141]
[p. 141]
 
jan
 
Wat moet ik doen?
 
broeder
 
Ons land snakt radeloos naar vrede. Ik stel voor
 
Om een bijeenkomst te beleggen waar de graaf
 
Net als zijn mannen oog in oog zal staan met hem
 
Wiens leger zij vernietigden: de bisschop
 
Van Utrecht. En ik hoop dat hij in staat zal zijn
 
Die vijanden weer tot elkaar te brengen.
 
Wilt u proberen om de bisschop te bedaren?
 
Wilt u uw invloed op de edelen doen gelden,
 
Hen vragen om hun wraakgevoelens voor de graaf
 
In toom te houden?
 
jan
 
Waar zal de ontmoeting zijn?
 
broeder
 
De bisschops trots staat hem alleen maar toe
 
Graaf Floris te ontmoeten op zijn eigen grond.
 
jan
 
Het lijkt me niet eenvoudig, maar ik zal 't proberen.
 
broeder
 
Ik dank u voor uw tussenkomst!
[pagina 142]
[p. 142]
De Broeder af
 
jan
 
Vervloekte monnik!
[pagina 143]
[p. 143]

Scène IV

Een vertrek in liet paleis van de bisschop van Utrecht
Floris, de bisschop, Amstel en Velzen. De laatste twee zijn dronken
Op de achtergrond wordt Gregoriaanse muziek gezongen
 
bisschop
 
Geliefde zonen in de Here, Onze vreugd'
 
Is onuitsprekelijk dat u gekomen bent
 
Om te getuigen van uw dwalingen
 
En 't hoofd te buigen in berouw en vriendschap.
 
amstel
 
De enigen die hij ooit tot zijn vrienden telde
 
Dat waren boeren, onbehouwen, vuile pummels,
 
Die hij tot hebzucht en brutaliteit aanzette
 
En die hij zelfs in onze rangen opnam.
 
bisschop
 
De wetten van de Kerk bepalen inderdaad
 
De juiste maat van elke staat en elk belang -
 
Dat heeft de graaf over het hoofd gezien
 
Toen hij een dergelijke rente eiste.
 
velzen
 
Als u het geld niet had verduisterd dat
 
Bestemd was om de kruistochten te financieren
[pagina 144]
[p. 144]
 
Had u geen jood gestuurd om leningen te vragen.
 
U helpt de Turken, Christus' vijanden!
 
bisschop
 
Begrijpen en vergeven kunnen Wij uw nijd,
 
Die stoelt op Onze hachelijke poging
 
Om Onze burchten in bezit te krijgen.
 
U weet dat Floris Ons daartoe heeft aangezet!
 
velzen
 
Het schijnt, mijn heer, dat uw beloften alle waarde
 
Die zij voor mij ooit hadden nu verloren zijn.
 
Want hertog Jan van Brabant wacht nog steeds
 
Op het bedrag dat hij voor u gewaagd heeft!
 
amstel
 
En hoe zit het met Jan, mijn neef, die hij vermoordde
 
Alleen omdat mijn neef er niet bereid toe was
 
Die vieze boeren op zijn land te laten werken
 
Terwijl ze weigerden hun pachtgeld te betalen?
 
velzen
 
Zijn grootste misdaad was, toen hij ons opdroeg
 
De burchten van de bisschop te verdedigen
 
Terwijl hij zorgde dat ze aangevallen werden
 
En toen de komst van onze vrienden tegenhield.
 
amstel
 
Wat een geluk dat we niet aangevallen werden
 
Door iemand die gewend was aan de strijd,
[pagina 145]
[p. 145]
 
Maar door een kerkvorst die een grote ongeschiktheid
 
Aan grenzeloos farizeïsme paarde.
 
bisschop
 
Wij zijn een man van vrede en dus beter thuis
 
In Onze Schrift dan in de oorlog, maar Wij denken
 
Dat Wij die dag verloren wegens, sluwe listen
 
En niet omdat het Ons ontbrak aan strategie.
 
amstel
 
Belachelijk! Het enige dat u
 
Had weten te verzamelen bestond
 
Uit een troep nietsnutten en schurken die hun hoofd
 
Verloren toen ze mijn geduchte troepen zagen.
 
velzen
 
Onzinnig! Ik ben het geweest die dag
 
Die ons de overwinning haalde toen ik hem
 
Met verse troepen aanviel, terwijl u uw paard,
 
Uw vlag en bijna ook uw leven was verloren.
 
bisschop
 
Het kleine beetje eer dat men nog scheppen kan
 
Uit het behalen van de zege op een bisschop
 
Vervloog toen u Ons slecht behandelde en Ons
 
Ons harnas aan liet houden en ook Onze helm.
 
amstel
 
U bent heus niet de enige met een gebrek
 
Aan strategie. Want onze heer beging de fout
[pagina 146]
[p. 146]
 
Een gouden kans voorbij te laten gaan:
 
Als hij gedurfd had was hij nu de Schotse koning.
 
velzen
 
Met u als generaal natuurlijk! Zeg mij hoe
 
Een man een leger kan beheren als hij niet
 
Zijn nicht beheren kan, een zwartharige slet
 
Die kreunt en met haar aars draait en haar lippen likt.
 
amstel
 
Nu moet u eens goed luisteren! Zegt u maar niets
 
Van loopse sletten: u bent er met een getrouwd!
 
Uw Machteld is de grootste hoer van Holland,
 
Die vele mannen tot in het intiemste kennen.
 
floris
 
Ik sta versteld van deze welbespraaktheid,
 
Maar nu we allemaal weer vrienden zijn
 
Kan onze bisschop misschien toestaan dat wij
 
Beginnen met de valkenjacht die hij beloofde.
 
bisschop
 
Natuurlijk beste kinderen, en ga in vrede.
[pagina 147]
[p. 147]

Scène V

Een vertrek in Floris' kasteel
De Broeder. Roderick op
 
roderick
 
O Vader, Vader, help, ze hebben onze graaf
 
Gevangen!
 
broeder
 
Wat! Wat zei je daar?
 
roderick
 
Hij is
 
Gevangen door die godvergeten edelen
 
Die worden aangevoerd door Amstel en door Velzen
 
En in de rug gesteund door Utrechts bisschop.
 
broeder
 
Mijn God! Waar hebben ze hem heengebracht?
 
roderick
 
Naar het kasteel van Amstel, aan de Zuiderzee.
 
broeder
 
Vertel mij alstublieft nauwkeurig wat u weet.
[pagina 148]
[p. 148]
 
roderick
 
Het was een schitterende herfstdag gisteren.
 
De lucht was fris, de hemel helder en de zon
 
Was fel. De bomen zijn nog vol in blad.
 
De graaf is na dat zogenaamde vredesmaal
 
Met Amstel, Velzen en de bisschop weggegaan.
 
Te paard verschijnt hij bij het hek van het paleis,
 
Omringd door alle anderen met hun gevolg.
 
Slechts één bediende rijdt aan Floris' zijde.
 
Ik volg op korte afstand, zo dichtbij dat ik
 
Kan zien en horen wat gebeurt. De hele groep
 
Rijdt samen op naar het beginpunt van de jacht.
 
De mannen hebben veel gedronken en geruzied, want
 
Ze rijden in geladen stilte naast de graaf
 
En hun gezichten zijn vertrokken van de haat.
 
De graaf zit heel ontspannen op zijn paard.
 
Een glimlach krult zo nu en dan zijn lippen
 
Wanneer hij kijkt naar al die pummels om hem heen.
 
Het enige geluid is dat van paardehoeven,
 
Gekletter van de wapenen, een hond die jankt
 
Als Velzen kribbig naar hem slaat, terwijl zijn blik
 
Steeds driftiger en korzeliger wordt.
 
De graaf is in het zwart, een valk zit op zijn pols,
 
Als wapen heeft hij slechts zijn zwaard. Er wordt nog steeds
 
Gezwegen tot we bij het bos een oude vrouw
 
Ontmoeten, met een stapel takken op haar rug.
 
Ze heft een arm gelijk een dorre, kromme tak,
 
En wijst op Floris, krijsend: ‘Valkenier kijk uit,
 
Wanneer de Valk uw pols verlaat.’ Ik voel
[pagina 149]
[p. 149]
 
Een huivering langs mijn gehele ruggegraat.
 
Graaf Floris stopt zijn paard, met een verbleekt gelaat,
 
En vraagt de heks naar de betekenis hiervan.
 
Het oudje giechelt maar zij antwoordt niet.
 
‘Als jij ons nu nog langer lastig valt,’ zegt Amstel,
 
‘Dan word je naar de brandstapel gestuurd.’
 
Het vrouwtje kijkt naar Amstel met geloken blik:
 
‘De kap zal weldra van de valk worden gehaald,’
 
En kakelend is ze verdwenen in het bos
 
Terwijl wij verder rijden met de dood in 't hart.
 
Ten slotte zijn we bijna bij de heide.
 
Ten slotte kan de jacht beginnen, als ineens
 
Een grote, goed bewapende kolonne opduikt
 
In wapenkleuren van die valse Amstel.
 
Graaf Floris kijkt heel kalm naar hen en zegt:
 
‘Wat stelt u voor, waar gaan we nu naar toe?’
 
En Amstel pakt als antwoord snel de teugels beet
 
Van Floris' paard. Hij bijt hem toe: ‘U gaat waarheen
 
Ik wil.’ Dan nadert Velzen met zijn paard de kant
 
Waar Floris op zijn hand de valk houdt en hij grijpt
 
De vogel beet en roept: ‘Bij God, u bent gevangen.’
 
Als hij dit hoort reikt Floris naar zijn zwaard,
 
Maar Velzen is te snel: hij trekt zijn eigen zwaard
 
En zegt: ‘Bij God, ik splijt je schedel tot je tanden.’
 
Dat had hij ook gedaan als Amstel toen zijn arm
 
Niet tegen had gehouden. Slechts de man die naast
 
De graaf reed, doet een poging Floris te bevrijden.
 
Hij wordt door twintig slagen neergesabeld.
 
Graaf Floris keert zich om en schreeuwt naar mij:
 
‘Verdwijn,’ roept hij, ‘probeer nog te ontsnappen.’
[pagina 150]
[p. 150]
 
Het zou onmooglijk zijn geweest zo'n overmacht
 
Het hoofd te bieden. Ik ontsnapte door geluk,
 
Heb heel de nacht gereden en nu ben ik hier.
 
O Vader, zeg me wat ik nu moet doen.
 
broeder
 
Probeer de boerenstand tot oproer aan te zetten.
 
Ga naar de boeren bij 't kasteel van Amstel
 
En zeg dat nu de tijd voor hen gekomen is.
 
Ze kunnen nu de graaf zijn weldaden vergoeden.
 
Laat hen de plaats waar Floris vastgehouden wordt
 
Omsingelen en zorgen dat geen mens eruit kan -
 
Ga nu -
Roderick af
 
Mijn God, heb meelij met ons al.
[pagina 151]
[p. 151]

Scène VI

Een plek vlakbij Amstels kasteel
Amstel, Velzen, Floris vastgebonden. Soldaten
 
velzen
 
Ik denk dat het een onverstandig plan is.
 
We hadden hem ter plekke moeten doden.
 
Waarom hem helemaal naar Engeland te brengen,
 
Als één klap ons die moeite kan besparen?
 
Niet een van alle edelen komt hem te hulp.
 
Zijn naaste vriend bevindt zich nu in Frankrijk.
 
amstel
 
Uw denken is nog steeds wat primitief.
 
Zijn plaats moet toch door iemand ingenomen worden,
 
En u noch ik zouden aanvaardbaar zijn
 
Als graaf van Holland voor de overige adel.
 
In wezen is de enige gegadigde
 
Het kind dat achter is gelaten aan het hof
 
Van Edward, en omdat hij nog te jong is zal hij
 
Behoefte hebben aan een leraar en een leidsman
 
En dat zou wel eens gunstig kunnen zijn
 
Voor mannen zoals wij. Maar koning Edward
 
Zal niet bereid zijn hem te laten gaan.
 
Tenzij wij ons bereid verklaren hem in ruil
 
Zijn vader terug te geven. Bovendien
 
Heeft bisschop Antony veel goud beloofd.
[pagina 152]
[p. 152]
 
floris
 
Wat zijn jullie een dwazen!
 
amstel
 
Zwijg, jij zwijn!
 
Laat iemand zorgen dat hij niet weer spreekt!
 
Of beter nog, ik doe het zelf wel. Alsjeblieft,
 
Steek dat maar in je mond, een extra plukje wol
 
Uit Engeland, de wol die jij zó graag wilt hebben
 
Dat je bereid bent er de helft voor af te staan
 
Van wat je hebt (waaronder zelfs je zoon)
 
Zolang ze maar hun wol in dit land willen slijten.
 
Ik heb het je al eens gezegd: de dag zou komen
 
Dat ik het door je strot zou duwen! Hier,
 
Bind het voorzichtig vast. Hij mag niet stikken:
 
Zijn dood zou me genoegen doen. Maar nu nog niet.
Soldaat op
 
soldaat
 
Mijn heer, we worden achternagezeten door
 
Een meute boeren, uitgerust met zeisen.
 
Zij naderen nu snel.
 
velzen
 
Ach ziet u wel,
 
Verdomde idioot, we hadden binnen uw
 
Kasteelmuur moeten blijven!
[pagina 153]
[p. 153]
 
amstel
 
Snel te paard,
 
Ga weg van hier en neem hem mee naar zee!
 
soldaat
 
Kijk daar, een nieuwe massa boeren, daar!
 
amstel
 
De varkens zijn hun hoeder rap te hulp gekomen,
 
Ik kan hun stank niet velen, ik ga ervandoor!
Amstel en soldaten af
 
velzen
 
Bij God, dit is 't moment waar ik op heb gewacht -
 
Jij bastaard - eindelijk heb ik je in mijn macht,
 
Nu zul je krijgen wat je hebt verdiend -
 
Jij onbetrouwbare bandiet - pak aan -
Steekt Floris twee keer
 
Die is voor Machteld, die je hebt onteerd, jij zwijn -
 
En die en die
Steekt Floris twee keer
[pagina 154]
[p. 154]
 
zijn voor de nicht van Amstel
 
En voor zijn neef -
 
ze komen dichterbij -
 
Maar ik ben nog niet klaar -
 
en die en die
Steekt Floris twee keer
 
Omdat je ons verraden hebt - de groeten van
 
De bisschop - hier, pak aan, en die is voor je zoon
Steekt Floris een zevende keer
 
Zoals je hebt geleefd, zo zul je nu ook sterven -
Velzen af
De Broeder, Roderick en boeren op
 
broeder
 
O Floris, Floris, o, verlaat ons niet!
 
floris
 
Het zwaard - heeft zeker nooit - mijn huis verlaten -
 
broeder
 
Dat ik degene was die hem naar die
 
Rampzalige ontmoeting stuurde daar in Utrecht!
[pagina 155]
[p. 155]
Jan, hertog van Brabant, op
 
Ach hertog Jan, u bent te laat gekomen om
 
Uw twintigduizend pond te vragen, maar
 
U kunt tevreden zijn, want hij is zelf
 
De afbetaling van zijn schuld geworden.
 
jan
 
De Franse koning zond zijn leger naar het Noorden
 
En Robert van Artois, zijn generaal,
 
Heeft slag geleverd met de Vlamingen.
 
Het Vlaamse leger is volledig ingemaakt.

Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken