Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Poldergeest (1998)

Informatie terzijde

Titelpagina van Poldergeest
Afbeelding van PoldergeestToon afbeelding van titelpagina van Poldergeest

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.73 MB)

ebook (2.93 MB)

XML (0.27 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen
non-fictie/politiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Poldergeest

(1998)–Frits Bolkestein, E.M.H. Hirsch Ballin, Thijs Wöltgens–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Epiloog

In deze bijdrage heb ik een standpunt ingenomen op de dijken van ons polderland. Dat is dus een ander standpunt dan in de polder, in de ‘verantwoordelijke samenleving’, waarover christen-democraten met recht en reden veel hebben geschreven. Vanaf de dijk heb ik de blik ook gericht op de bewegingen in het water aan gene zijde van de dijk en op belendende polders.

Ik hoop dat dit duidelijk maakt dat met het concept van de verantwoordelijke samenleving geen zelfgenoegzaam systeem kan worden beoogd, maar een samenlevingsopbouw waarin mensen verantwoordelijkheid kunnen nemen. Het drastisch gestegen gemiddelde opleidingsniveau in Nederland biedt ongekende kansen om dit te realiseren, mits mensen op die grotere verantwoordelijkheid worden aangesproken. Dat betekent dat we de mens, zijn of haar leefsituatie, en de zorg om mensen tot waarmerk van ons politieke handelen moeten maken. Doen

[pagina 93]
[p. 93]

we dat, dan plaatsen we een contrapunt ten opzichte van verharding en egocentrisme, zonder onszelf daarmee tot ‘doetjes’ te maken. Tenslotte is - zoals J.B. Metz schrijft - een ‘Kultur der Empfindsamkeit’ die door herinneringen wordt gevoed authentiek christelijk.

Een christen-democratische beweging moet mensen aanspreken die zich in hun bedrijf, hun school, hun kantoor, hun gezin om anderen bekommeren en samenwerking zoeken. Mensen die kinderen zijn van hun tijd, maar geen slaven van een tijdgeest van consumptie, hard tegen hard. Mensen die er geen genoegen mee nemen wanneer er oplossingen worden gezocht over de rug van anderen, hier in ons land, of in Bosnië of in Rwanda. Nederland is opgebouwd door verdraagzame samenwerking van christenen, humanisten en joden. Dat was geen teken van zwakte van hun overtuigingen, maar van kracht. Mensen die bronnen en doelstellingen van het eigen handelen kennen, weten elkaar te respecteren. Dat is verdraagzaamheid zonder oppervlakkigheid.

Er wordt van onze samenleving nu gevraagd om meer dan ooit tevoren haar vermogen te bewijzen tot het verdraagzaam opnemen van mensen uit velerlei culturen. Vervlakking van de eigen oriëntatie vergemakkelijkt dat niet, maar is uiteindelijk een bron van gevaar voor een desoriëntatie die zich tegen andere culturen kan gaan keren. Daarom is vitaliteit van de geschakeerde Nederlandse cultuur de beste grondslag voor integratie van mensen uit andere culturen, wanneer deze het recht hebben verworven zich hier te vestigen. Om in die gemeenschappelijke basis te delen is kennis van de Nederlandse taal noodzakelijk.

Maar om deze kwaliteit van de cultuur van onze samenleving te bestendigen is meer nodig. Onverdraagzaamheid jegens wie anders is, kan niet worden getolereerd. Een goed functionerende Algemene wet gelijke behandeling bijvoorbeeld is voor ons geen offer, maar een resultaat van - mede - christen-democratisch beleid, werken en samenwerken. Geweld en verloochening van de menselijke waardigheid kunnen niet wor-

[pagina 94]
[p. 94]

den gerechtvaardigd door de jacht op hogere kijkcijfers en gewin. Waar het gaat om de cultuur van de samenleving, mag de plaats van verdraagzaamheid niet worden ingenomen door laksheid.

Sociaal-economisch beleid is meer dan het correct uitvoeren van de eisen van de Europese Monetaire Unie. Daar waar gemeenschapsvoorzieningen onbetaalbaar worden, worden de mensen die deze voorzieningen werkelijk nodig hebben het slachtoffer. Ze worden weggezogen in een maalstroom van afschaffingen. Vaak is die onbetaalbaarheid het gevolg van een gebrek aan directe verantwoordelijkheid. Werkgevers en werknemers moeten juist verantwoordelijk worden gehouden voor het naar behoren functioneren van de werknemersverzekeringen. Bij de risico's van werkloosheid of arbeidsongevallen heeft de gemeenschap te veel een afschuiven van verantwoordelijkheden over haar kant laten gaan. Zonder het aanvaarden van verantwoordelijkheid in het bedrijfsleven, blijft het bij afschuiven en zullen de goeden onder de kwaden blijven lijden.

Onze gemeenschap kent steeds minder afhankelijke personen. Vrouwen en mannen worden door opleiding en gewaarborgde rechten in staat gesteld om zelf gestalte te geven aan hun bestaan. Emancipatie van vrouwen is voor christen-democraten een kans om eigen verantwoordelijkheid vorm en inhoud te geven, dat wil zeggen bewust en zelfbewust aanvaarde verantwoordelijkheid.

Persoonlijke verantwoordelijkheid is voor vrouwen én mannen meer dan zorg voor de portemonnee en de creditcard. Een louter economische invulling van de emancipatie van vrouwen doet afbreuk aan de veelzijdige kwaliteiten die het leven van mensen zichtbaar maakt. De fiscale en sociale wetgeving mag niet inhouden dat alleen nog maar telt wat op geld waardeerbaar is, maar moet het delen van verantwoordelijkheid ondersteunen. Ook zorg voor andere mensen en de beschikbaarheid van uiteenlopende menselijke ervaringen in besluitvormingsprocessen zijn belangen van vrouwen en mannen. Een gelijke erkenning van deze uiteenlopende activiteiten effent de weg

[pagina 95]
[p. 95]

voor een volwaardige deelneming van vrouwen aan de samenleving.

Verantwoordelijkheid voor andere mensen in nood en moeilijkheden is een universeel gebod. Daarom moet internationaal beleid meer inhouden dan handelsbevordering en prediken. Ontwikkelingssamenwerking mag geen sluitpost worden op de begroting. Evenmin mag de besteding beperkt blijven tot het opbouwen van de economie van ontwikkelingslanden. De christen-democratische opvatting over de betekenis van het gemeenschapsleven vereist dat ook in andere landen het weefsel van de samenleving wordt gerespecteerd en onder meer met goed onderwijs wordt verstevigd. Good governance, een bestuur en rechtshandhaving die vertrouwen vestigen, zijn minstens zo belangrijke doelstellingen van doordachte ontwikkelingssamenwerking.

De veranderlijkheid van de omgeving stelt diegenen op de proef die niet of niet meer in staat zijn zich voortdurend aan te passen. Van de overheid wordt verwacht dat ze bestendigheid in het bestaan kan brengen. Daartoe behoren de veiligheid (naar binnen en naar buiten), de beschikbaarheid van onderwijs en gezondheidszorg, en de waardevastheid van de munt. Voor degenen die op hun pensioen zijn aangewezen, weegt die bestendigheid extra zwaar. Dat geldt ook voor degenen die door ziekte, werkloosheid of een ernstig ongeval voor lange tijd buiten het arbeidsproces staan. Niet kritiekloos - zeker niet waar het om misbruik gaat - maar wel betrouwbaar dient de overheid ervoor te zorgen dat ook deze mensen, in hun kwetsbare omstandigheden, op haar kunnen vertrouwen.

De overheid moet daarom niet te veel pretenderen, maar wát zij doet - haar kerntaken - moet ze stabiel en betrouwbaar doen. Aan schommelingen in het voorzieningenniveau van kerntaken moet een einde komen. In elk geval moet de rechtszekerheid van de gerechtigden worden geëerbiedigd.

Er is ook reden om de verscheidenheid van leefmilieu in stad en land als een kans, en niet alleen als een complicatie te zien. In de christen-democratische visie op de samenleving is niet

[pagina 96]
[p. 96]

alleen ruimte, maar ook waardering voor een divers gemeenschapsleven. De stedelijke samenleving heeft met haar bundeling van wonen en werken, van creativiteit en ondernemerschap, een betekenis voor ons land die veel meer omvat dan dat ze ‘motor’ is van de economie.

Steden bieden, ook op het gebied van het onderwijs, centrumvoorzieningen. Steden is een grote schaal eigen, onvermijdelijk. Maar daar waar die grootschaligheid niet nodig is, moet de menselijke maat worden verdedigd en beschermd. Problemen komen eerder voort uit sociaal-economische scheidslijnen binnen het stadsleven dan uit het stadsleven als zodanig. Binnen stadswijken komen, op de vele plaatsen waar niet het ontbreken van perspectief overheerst, soms nieuwe vormen van spontane solidariteit op.

Maar Nederland is meer dan een rand om de Randstad. De groenere delen van Nederland dragen bij aan de culturele en levensbeschouwelijke schakeringen ervan. Ze kennen vaak een vitaal gemeenschapsleven. Bovendien leveren deze delen van het land waar het gaat om land- en tuinbouw een aanzienlijke bijdrage aan de economie, een bijdrage die vooral door haar kwaliteit toekomst heeft. Scholen in de landelijke gebieden zijn plekken van eigenheid met betrekking tot schaal, omgangsvormen, overtuiging. Daarom is het van waarde dat ze kunnen voortbestaan, ook als ze naar stedelijke maatstaven erg klein zijn.

De techniek is een machtige knecht op vele terreinen, waaronder de industrie en de gezondheidszorg. Wetenschappelijke kennis van hoog niveau ontsluit de laatste nog onvoorspelbare processen, onder meer inzake de erfelijkheid. Naast de grote waarde ervan voor de behandeling van ziektes die nu nog onbehandelbaar zijn, gaat er van de wetenschappelijke vooruitgang ook dreiging uit. Als de controle over onderzoek en experimenten teloorgaat, dreigt er schade voor het milieu en ontstaan er risico's voor een samenleven waarin ook het zwakke, kwetsbare leven en komende generaties worden gerespecteerd. De techniek mag niet een zo machtige knecht worden dat ze

[pagina 97]
[p. 97]

ons ten slotte de baas is. Maatschappelijke verantwoording en juridische toetsing mogen dus niet met een beroep op ‘eigen verantwoordelijkheid’ van de onderzoeker en de industrie ter zijde worden gelaten. Elke verantwoordelijkheid veronderstelt een norm, en zonder deze normering komt de relatie van mens en techniek op haar kop te staan.

Nog maar een tiental jaren geleden konden de Sovjet-Unie en haar bondgenoten worden aangewezen als de vijanden van onze vrijheid. Vandaag de dag heeft de vrije samenleving andere vijanden, namelijk die van de professionele misdaad - vijanden die bovendien heel wat moeilijker te lokaliseren zijn. De strijd wordt met ongelijke middelen gevoerd. Dagdromen van de ouderwetse individuele inbreker die na wat praten al weer voor rede vatbaar lijkt, helpt niet. Alleen in hechtere samenwerking en met nieuwe wettelijke middelen kan de rechtsstaat zich verweren - nieuwe middelen om de anonimiteit van misdaadondernemers te doorbreken en hun financiële constructies te ontrafelen.

Dat zijn gezichtspunten die illustreren dat een zinvolle beleidsbepaling alleen kan voortkomen uit kritische zin ten overstaan van de verhoudingen die we om en onder ons aantreffen. Gezichtspunten die concrete uitwerking krijgen in politieke programma's, maar die tegelijkertijd vragen om sociaal-ethische doordenking en om verdieping, ook in hun cultuurkritische dimensie. Metz heeft de christenen in West-Europa willen herinneren aan de cultuur van het medegevoel voor de kwetsbare mens, degene die respect en solidariteit nodig heeft. Dat is geen weekheid; gestrengheid tegen onrecht maakt er wezenlijk deel van uit. Zo'n cultuur van het medegevoel zou een waarachtig ‘contrapunt’ ten overstaan van de bewieroking van het ik (‘kom op voor jezelf’) en geweldsverheerlijking kunnen opleveren.

De vraag of de overheid ‘instrumenten’ heeft om zo'n normatief besef te doen groeien, moet in hoofdzaak met ‘nee’ worden beantwoord. Maar wel kunnen bepaalde vormen van besturen en optreden er een bijdrage aan leveren. Dat is namelijk

[pagina 98]
[p. 98]

het geval wanneer de blik niet eenzijdig op macroprocessen wordt gericht, maar er consequent invoelingsvermogen in de positie van de belanghebbenden wordt verlangd. Het resultaat daarvan zijn geen politieke aalmoezen maar een geven en eisen van verantwoordelijkheid: wederkerige verantwoordelijkheid, zoals het redelijke wezens betaamt.

Bij al deze gezichtspunten gaat het om de bereidheid om een waarde aan onze standpunten ten grondslag te leggen die het pragmatische ‘zich redden’ te boven gaat. Het gaat om die andere mens - man, vrouw of kind, hier in ons land of elders - wiens noden we moeten onderkennen om daarop een waarachtig, doordacht en doorleefd antwoord te kunnen geven. Met Emmanuel Levinas zou ik daaraan willen toevoegen dat mensen met zo'n antwoord ook de Ander beantwoorden, die ons aankijkt met de ogen van de kwetsbaarsten onder ons.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken