Delfs Cupidoos schighje

[p. 267]

Register.

A.

ALs de Zon	39
Ach Cloris	52
Ach schoone Rosemont	97
Ach hoe prickelt my de	117
Ach kost den nacht	130
Als mijn schoone	137
Als laetst de Jacht	162
Ach wanneer ach wanneer	185
Als ick in lommer	199
Ach hoe slooft mijn matte	208
Als laast Lerinde	215

B.

Beaux lieux se jour	257
Belle dont la douceur	260

C.

Cupido 'k rusten sach	115
Cipresse Venus sonder	157
Cipresse Min-goddin	231
Chere Cloris pourqouy	251

D.

De doot van Cupido	28
Dieu vous garde la belle	51
De blancke schuym	67
De stralen van u glans	91
De zugjes die mijn Min	110
Den Reuk en 't zoet	119
Droevigh onbarmher-	126
De doodelijcke schichte	148
De stralen die mijn	171
Doe bacchus in my	144
De blancke moeder	196
Doen ick Clarint	202
De luyt en Lier	255
De Geest daer steets	259

E.

Ey silviaatje komt	24
Een maagt legt	33
Ey hoe soetje ruyst	59
Ey waerde Engel	61

[p. 268]

Ey siet wat vliegt daer	71
Ey hoe soetjes schijnt	242
Ey bracke wilde	249
En fin l'amour & mon	205

F.

Fenijn dat loose Min

112

G.

Goddin ick voor u neder	15
Gelijck de Zonne uyt	42
Goddin hoe lang zult	101
Gelijck den dau	108
GOddin ghy die beheerst	153
Ghy speelnootjes wilt	221
Getrouste oer minnaren	263

H.

Hou voerman vande	57
Het Jaargety	87
Hoe prickelt Liefdens	124
Hoe sweeft een	227
Hoe lang ist heden	160
Hier in ons Nederlant	222

I.

Ick die noyt mocht	46
Iuffertje Iuffertje	70
Ieugdigh toont sigh	121
't Is ruym een tijt	217

K.

Kust kust my Laura

13[...]

L.

Laast Jupiter	6
Lest al sick hittigh	62
Lerind Lerind waer	82
Lust ick voor u neder	93
Lieve Jasper	224

M.

Musaas Hemel doch	13
Mijn hertje mijn	44
Mijn lust het	49
Mijn hert beklemt	139
Mijn dunckt ick nau	1[...]
Men moet om wel	189

N.

't Notlot dwingt al

210

O.

[p. 269]

O lief Dorinde	19
O Phebi Zon ey	30
O Minnent lonck	36
O Noach goeden	180

P.

Pluckt vry gras en	11
Philander most laast	26

Q.

Quoy pensez vous bella

226

R.

S.

Si vous ne vouleze me	18
Soo klooft een joockent	65
't Soet gesigt van	78
Sal noch mijn Engel	95
Schoon Goddin	143
Speuyt bracke	252
Sa nimphjes rept	233
Soo oyt oprechte	165

T.

Toen my de lust	74
Toen Arethusa docht	192
Treet vlugge voetjes	211
Toen kniertje in den	168
Thetis golven gulsigh	174
Trijntje, kijntje	183

V.

Verdwaalde zinnen	165
Versmaat gy noch	262

W.

Wanneer mijn waerde	8
Waar ick mijn wen	9
Wel wat flicker	22
Wreede Moorster	54
Wel hoe vaerje Krelis	77
't Weygeren uyt een	80
Wilt noyt trouwe	85
Wat soeter	104
Wat duft wat dooft	128
Wel wat doet mijn	147
Wat is de Min	154
Wat let ick ach	152
Wat flickert al de	244
Waar sluymert my	204
'k Was nuper in	155

[p. 270]