Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Voorwaarden voor hergebruik
    • Disclaimer
    • Voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid

Informatie terzijde

Zangen van hoop
Toon afbeeldingen van Zangen van hoop

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0,35 MB)

Scans (4,96 MB)

ebook (2,95 MB)

XML (0,10 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Zangen van hoop

(1919)–S. Bonn– Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 5]
[p. 5]

Immortellen

[pagina 7]
[p. 7]

Het Pad

 
Als rijen militairen gevallen op het veld
 
zoo liggen de jasmijnen in en op elkaar
 
heel krachteloos! van bloem en blad ontveld
 
en naakt. En op het blande zonpad waar
 
 
 
de merelzang nooit zweeg, het goud
 
is morsig nu; 'n kleiïg weeke grond
 
strengelt in grauwe banen zwart door 't hout,
 
en 't hout is arm en kaal en menigwerf gewond.
 
 
 
Hier ligt als 'n juweeltje diep in schrijn
 
zoo menig pas, lieve, van u, begraven,
 
ik ruik weer geur heerlijk zoete jasmijn!
 
en lijsterzang krauwen de zwarte raven.
 
 
 
Mijn lief, mijn lief hoe is ons lot verkeerd
 
Gij zijt een doodend levend in mijn leven
 
en ik ben, levend, tot uw dood gekeerd
 
en weet niet of het leven is, wat mij gebleven.
 
 
 
Als donker, donker, donker wordt het pad
 
dan loop ik wel eens als een kind dat zoekt:
 
ik weet nauw nog waar gij gingt en trad
 
met mij: dan loop ik, enkel, als vervloekt
 
een man, van schande, harden smaad gebogen,
 
bang voor den nacht het donker en menschen mededogen.

Vorige Volgende