Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Journael ofte gedenckwaerdige beschrijvinghe van de Oost-Indische reijse (1915)

Informatie terzijde

Titelpagina van Journael ofte gedenckwaerdige beschrijvinghe van de Oost-Indische reijse
Afbeelding van Journael ofte gedenckwaerdige beschrijvinghe van de Oost-Indische reijseToon afbeelding van titelpagina van Journael ofte gedenckwaerdige beschrijvinghe van de Oost-Indische reijse

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.18 MB)

Scans (14.89 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Editeur

G.J. Hoogewerff



Genre

proza
non-fictie

Subgenre

reisbeschrijving


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Journael ofte gedenckwaerdige beschrijvinghe van de Oost-Indische reijse

(1915)–Willem Ysbrantsz. Bontekoe–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 16]
[p. 16]

Voor-reden aen den leser.

Gunstighe Leser, wy sien door ervarentheydt, dat, gelijck alle menschen eenderhande kost niet even wel smaeckt, oock alle boecken een yder niet even aengenaem zijn: d' een heeft vermaeck in dese, en d' ander in die stoffe te lesen; elck heeft sijn besondere neygingh. En gelijck de onderscheyde oeffeningh onghelijcke boecken ter wereldt brenght, soo vinden sy oock altijdt haer ghelijcksinnige lesers. Ghy dan, die vermaeck schept in 't lesen van gedenckweerdige reysen en wonderlijcke gheschiedenissen ('t welck onder alle wel een van de soetste tijdt-kortinghen is) leest dese naevolgende beschrijvinghe van W.Y. Bontekoe. 'k Vertrouwe, dat ghy uw tijdt niet qualijck sult besteet achten. 't Is juyst stoffe nae uw' lust. Want hebt ghy u oyt vermaeckt of verwondert in 't lesen van de reysen van Linschoten, Heemskerck, Olivier, Spilbergen, Schouten en andere, dese geschiedenis sal u geen minder vernoeghen geven, overmidts die in sich begrijpt veel verwonderenswaerdige saeckenGa naar voetnoot1). 't En zijn geen beuselen

[pagina 17]
[p. 17]

noch droomen Luciani of PantagoraeGa naar voetnoot2), noch geen fabuleuse verhalinghen van monsters, vreemde maecksels van menschen, als een-voetige, een-oogighe en sulcke die sonder hooft de oogen en mondt in de borst hadden, en anders, waermede onse voor-ouderen (door eenige licht-geloovige schrijvers) verleydt zijnde tot verwonderinge wierden gebrachtGa naar voetnoot3). Noch dese beschrijvinghe is niet van hooren segghen (ghelijck men seydt), neen, maer komt uyt selfs-ondervindinghe, verhalende wat wonderen dat Godt aen den autheur self, als oock aen dieghene die by hem waren, bewesen heeft. Want wie en sal sich niet op het hoochste verwonderen, wanneer hy leest, hoe dat een mensch (daer het dickwils soo haest mede ghedaen is) door soo veel

[pagina 18]
[p. 18]

ghevaer en teghenspoedt, jae soodanighe waerin het hopen nae eenighe uytkomste scheen te zijn als wanhopen, door des Heeren genade is ter behouder plaets ghebracht. Doch alsoo ick vertrouwe den leser meer lust te hebben nae het verhael self, als langher van my met reden opghehouden te worden, wil daerom hiermede afbreecken, alleen dit noch segghende: Dat soo den leser in de stijl of maniere van segghen yets vindt, dat soo niet en is als de volmaecktheydt wel soude vereysschen, bidde daerin den autheur te verschoonen, want sijn oogh-wit in 't beschrijven van dese sijne reys is meer op waerheydt als op cierelijckheydt van segghen geweest.

 

Hier mede vaert wel.

voetnoot1)
Jan Huygen van Linschoten deed zijn vermaarde reis naar Indië in Portugeeschen dienst in 1583-'92. Zijn ‘Itinerario, voyage ofte schipvaert’, welke in 1596 voor 't eerst in druk verscheen, werd door Prof. Dr. H. Kern in de werken der Linschoten-vereeniging opnieuw uitgegeven (2 dln., 's-Gravenhage 1910). - De tocht van Jacob van Heemskerck en Willem Barentsz., om een weg naar Indië ‘benoorden om’ te zoeken, is door de overwintering op Nova Zembla (1596-'97) bekend genoeg geworden. Het merkwaardige verhaal, dat Gerrit de Veer van deze onderneming en van de twee tochten, die er aan voorafgingen, opstelde, zag het licht onder den titel: ‘Waerachtige Beschrijvinghe van drie seylagiën ter werelt noyt soo vreemt gehoort’ (t' Amsterdam, Ao. 1598). - Olivier van Noort is de eerste Nederlander, die de aarde omzeilde. 12 Aug. 1598 passeerde hij met zijn vier schepen Straat Magellaen en kwam in 1601 in het vaderland terug. (‘Wonderlicke Voyagie bij de Hollanders ghedaen’, enz. Rotterdam 1602.) - Joris van Spilbergen volbracht zijn beide tochten, nadat een eerste mislukt was, in de jaren 1601-'04 en 1614-'17. Zijn tweede expeditie, met zes schepen, is de tweede reis der Nederlanders om de wereld. Beide reisbeschrijvingen zijn voor de eerste maal te zamen uitgegeven onder den titel: ‘Oost- en West-Indische Spieghel der Nieuwe Navigatiën’, te Leiden 1619. - Willem Cornelisz. Schouten was de derde Hollander, die met Jacob le Maire in 1615-'17 de wereld omzeilde. Over hem is in het journaal van Bontekoe nog nader sprake.
voetnoot2)
Lucianus, Grieksch prozaschrijver uit de 2de eeuw n. Chr., gaf aan zijn satirische tweegesprekken den titel ‘Droomen’. Met Pantagoras is de wijsgeer Pythagoras bedoeld; niet de echte wel te verstaan, maar de verdichte, om wiens persoon zich in de middeleeuwen tal van fabeltjes hadden gevormd.
voetnoot3)
Niet alleen in den loop der 17de eeuw, maar ook vroeger en later, waren de verzonnen reisbeschrijvingen, waarin van de meest onmogelijke wonderwezens sprake was, druk in omloop. Het genre begint in onze letterkunde al met ‘Sinte Brandaen’, en vooral de reis van Mandevyl bracht het tot groote populariteit. Daarop wordt hier dan ook gezinspeeld, blijkens de opsomming der gedrochten. Voor en na was het steeds de pseudo-ontdekking van het z.g. Zuidland, waarop de wonderverhalen zich gaarne baseerden, hetzij met hetzij zonder een utopistische strekking. De geest van Bontekoe's oprecht verhaal verzet zich inderdaad tegen dit boerenbedrog en tegen de prikkelliteratuur, die ook toen al bestond.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken