Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Oost- en West-Indische Warande (1694)

Informatie terzijde

Titelpagina van Oost- en West-Indische Warande
Afbeelding van Oost- en West-Indische WarandeToon afbeelding van titelpagina van Oost- en West-Indische Warande

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.21 MB)

ebook (3.28 MB)

XML (0.48 MB)

tekstbestand






Editeurs

George Marggrav

Willem Piso



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/geneeskunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Oost- en West-Indische Warande

(1694)–Jac. Bontius–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vervattende aldaar de leef- en genees-konst. Met een verhaal van de speceryen, boom- en aard-gewassen, dieren &c. in Oost- en West Indien voorvallende


Vorige Volgende

Het XV. Capittel. Van sommige Koortsen, die de Inwoonderen koortsen van Tymor noemen, die aen Indyen eygen ende uyt-besondert zijn.

Die de Eylanden Solor ende Tymor bevaren, om Sandel-hout te hacken, werden met een seeckere koortse bevangen die uyt verrottinge ontstaet, dewelcke, indien continueel is, raes-kallinge ende yl-hoofdigheyt met sich brenght; maer indien de selvige tussche-stonden ende quade vlagen heeft (want dese koortse verflauwt wel wat, maer laet noyt af) soo duert dien overval meestendeel den tijt van vier uyren, op dewelcke de siecken seer belacchelijcke actien maken; na-bootsende die hantwercken, die sy gesont zijnde geoeffent

[pagina 108]
[p. 108]

hebben, ende alles loffelijcken uyt-rallende, wat sy oyt in haer leven, 't sy goedt, 't sy quaet, hebben bedreven, alsoo dat haer de omstanders van lacchen niet en kunnen onthouden. Daer benevens zijn sy dan mede gequelt met honts-honger, alsoo dat sy alle vuyligheyt, die men haer soude mogen geven, terwijl sy in raserye zijn, inswelgen.

Dese koortse ontstaet uyt verscheyde oorsaken, van dewelcke dese de voornaemste zijn: den reuck vande versch-gehackte Sandel-boomen, dewelck (selfs oock na 't oordeel vande Inwoonders) yet quaedts ende fenynigh, insonderheyt uyt den Bast uytwaessemen, 't geen dapper de herssenen quetsende is. De beschrijvinge van het Sandel-hout kan men nasien by Garcias ab Orta, in het eerste boeck aen het seventiende Capittel. Hier komt noch by, dat sy daer een nevelachtige ende sware gestaltenisse des Luchts hebben, want de woon-plaetsen der inwoonderen zijn op de hoogste Bergen, alwaer van wegen de middel-streeck des luchts mistachtige ende regenachtige dampen zijn, ende het somwijlen soo vinnigh kout is, als het in Hollandt wel plagh te wesen, 't welcke alles niet dan grove humeuren, ende getroubleerde Geesten plag te maken. Hier komt dan noch by de ongebonde vryheyt, van de vruchten die hier wassen, te mogen eten; dewelcke, vermits die meest alle heel onduersaem zijn, ende van wegen hare vochtigheydt de verrottinge dapper onderworpen, soo kunnen die niet anders, dan de alder-arghste hu-

[pagina 109]
[p. 109]

meuren maken; en Lichamen die nu al te vooren door de walginge van de Zee, door swaren arbeyt, door grove spijsen, ende door de ongetempertheyt des luchts, heel van een goede gestaltenisse afgeweken zijn. Voeght daer vry by ('t geene bykans versuymt was) de schielijcke veranderinge des Luchts, door dewelcke de onse bevangen werden, terwijle sy van het koude geberghte neder-klimmen na de strant ende de Schepen, waer de over-groote hitte de Lichamen verbrandt: Want dit Eylandt is gelegen tegen het Zuyden, ontrent tien graden van de Aequinoctiale Linie. Dienvolgende (gelijck Ovidius seyt)

 
Cum modo frigoribus, calide modo stringimur astu,
 
Tempore non certo, corpora languor habet.

Dat is:

 
Vermits ons op geen vaste tijt
 
Nu kouw. nu hitte plagen,
 
Moet door dees ongewoone strijt
 
Het Lijf veel sieckten dragen.

Hieromme moet men sich aldaer dapper wachten voor de Winden die inde na-nacht uyt het geberghte waeyen, even gelijck voor geseyt is, dat men in Java ende de andere omleggende Eylanden doen moet, alsoo dese het Pleuris, het bloedt ende Etter-spougen, ende andere scherpe sieckten aenbrengen, gelijck oock in Italien, waer over Horatius seyde:

[pagina 110]
[p. 110]
Matutina parum cautos jam frigera mordent.

Dat is:

 
Siet toe dat ghy voorsichtigh zijt,
 
De kouw des morgens vinnigst bijt.

De genesinge deser koortsen, bestaet in safte purgatien, na dat daer een Clysterny voorgegaen is. In het spoedigh ader laten, in de gene die vol bloets zijn, ende hare krachten noch wel hebben, ende sulcks dan selfs tot het swymen toe. Men set oock koppen in de neck, op de schouder-bladeren, ende op het hooft, na dat de kruyn afgeschoren is. De inwoonders branden de slagh-aderen in de slaep des hoofts met een gloeijende plaet, ofte met ontsteken lont, ende doen sulcks met een ongeloovelijck voordeel; dit selvige stellen sy oock te werck in alle langhduerige pijnen des hoofts. Het sieckmakende humeur wert mede gevoegelijcken gepurgeert door het Electuarie van mijn Broeder hier voor aengewesen. Ick hebbe mede door ondervindingh geleert dat de spoegh-dranckjens, die men uyt Crocus metallorum maeckt, ende uyt geprecipiteert, Sal Vitrioli seer dienstigh zijn in dit geval. Indien den sieckten gansch niet slapen en kan (het welcke voetsel geeft aen de rasernye) soo sal men benevens andere verdoovende medicamenten kunnen gebruycken ons extract van Saffraen tot een pilleken gemaeckt, ofte in Wijn gedissolveert. De generale remedien voorgaende, salmen die ongetempertheyt, die in het herte, in de lever, ende in de herssenen ingedruckt is, met

[pagina 111]
[p. 111]

sweet-dranckjens, met water-losende medicamenten, als oock met Antidoten, als Bezoar-steen, ende schaefsel van Rhinoceros-hoorns gevoegelijcken doen verdwijnen; dewelcke mede door verkoelende conserven ende Syropen, nu tot walgens toe genoemt, verbetert wert.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken