Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Oost- en West-Indische Warande (1694)

Informatie terzijde

Titelpagina van Oost- en West-Indische Warande
Afbeelding van Oost- en West-Indische WarandeToon afbeelding van titelpagina van Oost- en West-Indische Warande

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.21 MB)

ebook (3.28 MB)

XML (0.48 MB)

tekstbestand






Editeurs

George Marggrav

Willem Piso



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/geneeskunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Oost- en West-Indische Warande

(1694)–Jac. Bontius–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vervattende aldaar de leef- en genees-konst. Met een verhaal van de speceryen, boom- en aard-gewassen, dieren &c. in Oost- en West Indien voorvallende


Vorige Volgende

Het XVI. Capittel. Van de blindtheydt ende swackheyt des gesichts, met dewelcke de soodanige gequelt werden, die na Amboyna ende de Moluccische Eylanden, ende door de omleggende Zee'n varen.

Die na Amboyna, Banda, ende na de Moluccische Eylanden varen, werden dickwils gequelt met swaeckheyt van gesicht, ja met volkome blintheydt, dewelcke voorts komt van de dicke taye dampen, die het hooft, de herssenen ende de oogh-zenuwen vervullen ende verstoppen: welcke blintheyt nochtans niet altijt blijft duerende, maer door veranderinge van verscher lucht, ofte beter spijse ende dranck, dikwils verdwijnt ende betert. Dese Inwoonders deser Eylanden noemen de oorsake deses sieckte te wesen het eten van heete Rijs, het welcke door ervarentheyt, die nauwlijcks tegen-gesproocken kan werden, ondervonden is. Hierom plachten die van Java ende Malacca de Rijs, wanneer die heet van 't vyer komt, in

[pagina 112]
[p. 112]

de kouwe lucht te brengen, of met een waeyer te verkoelen, ja selfs onse Schippers plachten hare Matrosen op straffe te verbieden, geen heete rijs te eten. Indien wy de oorsaecke deses dieper willen ondertasten, sullen wy vinden de selvige op dese reden te steunen, dat de Rijs altijdt op vochtige ende poel-achtige plaetsen geplant wert, waer uyt sy yetwes siltighs, ende vermufts na sich treckt, het welcke heet genuttight zijnde dieper deurdringt, dan kout: want oock selfs den reuck van raeuwe ende drooge Rijs het hooft beswaert, ende eene slaper-achtigheyt aenbrenght. De gemeene genesinge deses sieckte, die ick altijdt plagh in 't werck te stellen, ende door dewelke ick menigte tot hare voorgaende gesontheyt herstelt hebbe, is soodanigh: Voor eerst sal men het hooft, ende de maegh purgeren van die dicke humeuren, die dese dampen tot de herssenen stieren: het welcke best sal geschieden, door de Pillula Panchemagoga, van Reynerus Bontius hier boven beschreven. Ende daer na met nies-poeders uyt Taback gemaeckt, &c. Daer na sal men soodanige medicamenten gebruycken, die door de neus ende mondt doet quylen. Het bloetlaten is mede vorderlijck: Maer de souverainste remedie (die ick hier omme tot op het laetste gespaert hebbe) die ick door menigvuldige proeve goet gevonden hebbe, is de Lever van een Haye, welckers olye, ofte traen, die uyt de selvige druypt; wanneer dese in de Sonne gehangen wert, op de oogen gesmeert, een dadelijcke hulpe by-

[pagina 113]
[p. 113]

brenght, het welck buyten twijfel door een verborgen, ende ingeschapen kracht geschiet: want het is soo verre van daer, dat de Lever van andere visschen, sulcks soude te wege brengen, dat sy veel eer schadelijck zijn in dese sieckte. Ten laetsten dient hier waer genomen, dat, alhoewel dese blintheyt dickwils betert, nochtants veronachtsaemt zijnde, door ongevoegelijcken spijs ende dranck, ende insonderheyt door onbetamelijck gebruyck van Arac, oock dickwils in ware blintheyt, ende berovinge des gesichts ver-aert. Waer van hier over-al overvloedige exempelen te vinden zijn.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken