Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Oost- en West-Indische Warande (1694)

Informatie terzijde

Titelpagina van Oost- en West-Indische Warande
Afbeelding van Oost- en West-Indische WarandeToon afbeelding van titelpagina van Oost- en West-Indische Warande

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.21 MB)

ebook (3.28 MB)

XML (0.48 MB)

tekstbestand






Editeurs

George Marggrav

Willem Piso



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/geneeskunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Oost- en West-Indische Warande

(1694)–Jac. Bontius–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vervattende aldaar de leef- en genees-konst. Met een verhaal van de speceryen, boom- en aard-gewassen, dieren &c. in Oost- en West Indien voorvallende


Vorige Volgende

Het VII. Capittel. Van het Lignum Nephriticum ofte Graveel Hout.

Het Lignum Nephriticum ofte Graveel Hout, wast in Nieuw Spaengien, aldus genoemt, om dat men gelooft, dat het goed is tegens het Graveel, het heeft de dickte van een Pereboom ofte Appelboom sonder weeren ofte knoopen; sy gebruycken het veel tegens de Nier-qualen, Droppel-pis, verstoppingh van Lever ende Milt &c. Het schaefsel daer van laet men in Water weycken, en men drinckt sulcks in plaets van eenige andere dranck, het welcke sy daer soo langh in laten weycken, als dat Water duyrt: want de kracht van dat Hout is soo groot, dat het Water, als dat Hout daer maer een half uure ingelegen heeft, heel Blauw wert, niet tegenstaen-

[pagina 288]
[p. 288]

de het Hout wit is, ende soo het daer langer in legt, wert het Water noch Blauwer: maer daer is een Hout, daer dit mede vervalst wert, het welcke het Water Geel maeckt. Dit Water kan men met Wijn gebruycken, ende is niet onaengenaem van smaeck.

Wanneer men het afweycksel deses Houts direct tussen het licht en het oog plaets, sult gy het by na als met een goude koleur sien, (behalven het opperste alwaer men een Blauwe kringh sal sien) ten ware men die Infusie al te sterck hadde gemaeckt: in dit geval tegens het licht gestelt, vertoont een donckere en roode koleur: soo dat men het dan met een weynig Waters moet temperen: maer wanneer gy het Glas van het licht afkeert, alsoo dat uw Oogh sy tusschen het Venster ende uw Phiool-glas, sal het een schoone stercke Blauwe koleur vertoonen, ende sulcks vertoont sich mede by de Kaers. Soo gy nu uw Glas soodanigh voor uw Ooge stelt, dat het met d' eene sijde na het Venster sie, ende voor sich het duystere deel des Kamers hebbe ende aen d' andere sijde sie, sal het voor een gedeelte Blauwachtigh, ende voor een gedeelte Goudachtigh sien.

Soo gy nu met uw Rug tegens 't licht aenstaet, eenigh vocht uytgiet na licht ende na uw Oogen toe, sal het selve, eerst uyt het Glas gegoten werdende geheel Blauw schijnen; maer een weynigh na dat het uytgestort is geweest, soo vertoonen sich de droppelen verscheiden koleurigh, na dat de stralen des lichts daer min-

[pagina 289]
[p. 289]

der of meerder doorgaen, ende deselve verlichten. Soo men eenigh Becken half vol Waters doet, ende het in de Sonne set, welcke een Kamer beschijnen, in deser voegen, dat de helft daer van onmiddelijck van de Son beschenen wert, maer d'andere helft in de schaduwe sta. Soo sult gy van dese onse Tinctuur, die wat stercker is, in de beschaduwde helft ende in de beschene helft droppen, soo kont gy, de selve van verscheyde plaetsen beschouwende, na dat men het Water wat sachjes bewogen heeft, verscheyde vermaeckelijcke verschijnselen sien, die te menigvuldigh sijn hier te verhalen.

Soo men een weynigh van dese Tinctuur op een blad wit Papier drupt, soodanigh dat het vocht daer een weynigh dick op legt, ende dat de droppelen dicht by een zijn, soo siet men dat sy eensdeels d' eene koleur, ende anderdeels van een ander koleur deelachtigh zijn, na dat uw Oogh ten opsichte van het licht gestelt is. Maer soo gy nu al het vocht van het Papier afgiet, sult gy ondervinden dat het by na Geel geworden is.

En wanneer gy het blad Papiers, hebbende uw vocht daer opgegoten, by een Venster set, tegens welcke de Sonne stralen vry konnen schijnen, ende soo gy dan uw Rug na de Sonne toekeert, ende een riet ofte eenigh ander dun Lichaem, tussen de Son ende het vocht over dwars houd, sult gy bevinden dat de schaduwe van het Riet in het vocht komende, geen gemeene schaduwe sal zijn, die geheel

[pagina 290]
[p. 290]

duyster is, maer voor een gedeelte schoon gekoleurt, welckers rand, die het Lichaem, die sulcks veroorsaeckt, de naeste is, by na van een levende Goud-koleur is, maer het verder afgelegde deel, Blauw.

De Tinctuur gedistilleert zijnde, geeft een helder Water, maer het overblijfsel was een stercke Tinctuur.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken