Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Oost- en West-Indische Warande (1694)

Informatie terzijde

Titelpagina van Oost- en West-Indische Warande
Afbeelding van Oost- en West-Indische WarandeToon afbeelding van titelpagina van Oost- en West-Indische Warande

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.21 MB)

ebook (3.28 MB)

XML (0.48 MB)

tekstbestand






Editeurs

George Marggrav

Willem Piso



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/geneeskunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Oost- en West-Indische Warande

(1694)–Jac. Bontius–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vervattende aldaar de leef- en genees-konst. Met een verhaal van de speceryen, boom- en aard-gewassen, dieren &c. in Oost- en West Indien voorvallende


Vorige Volgende

Het VIII. Capittel. Van de Amerikaense Balsem de Copaiba.

De Provincie van Brasil brenght verscheyde Balsemen voort, onder welcke de voornaemste wel is, de Balsem van de Boom Copiba. Dit is een hooge en in 't wild groeyende Boom, Grauw van Bast, die sich boven in Tacken verspreid. Heeft Bladen van een halve Voet langh, sijnde d' eene grooter ende d' andere kleynder, twee tegen over malkanderen staende, maer op het eynd twee met malkanderen vereent: lanckwerpigh, spits, met bruynachtige Zenuwen doorvlochten, boven groenachtigh, maer van onder bleycker; op het eynd der groote Tacken sijn veele Tackjes, op welcke Blaedjes sijn van gedaente Loofsgewijse, alwaer oock de Bloemen van uytwasschen: aen welcke de Vruchten groeyen van groote ende gedaente als een Laurier-besie ofte Bakelaer, in 't begin Groen, maer Swart

[pagina 291]
[p. 291]

als sy rijp zijn, hebbende weynig Vleis, soetachtigh van smaeck, van welcke de Swarte huyd lichtelijck wert afgescheyden, welcke dick is, gelijck als in de Vrucht van wilde Pruymen: heeft een ovale steen in sich, hard, hebbende een witte Kern, Meelachtig van smaeck, maer wert niet ge-eten. De Vrucht die in April rijp wert, wert van de Brasilianen ge-eten, suygende het sap daer uyt ende spuwen de huyd uyt. De Apen sijn op die Vrucht seer versot. Ick heb die besien in de maend Junius gepluckt, ende na sy half waren uytgebot, heb ick die geplant, ende wiessen weelderigh.

Met de volle Maen wert dese groote Boom in de Bast gesneden tot het Mergh toe, dan loopt daer een rieckende vette vocht uyt in soo een menigte, dat binnen drie uyren, daer wel twaelf pond Olye uyt drupt. Soo'er misschien niet uytliep, soo stopt men het Gat dadelijck met Wasch ofte Kley toe, op dat'er niet kan uytloopen, maer na twee weecken tijdts betaelt hy sijn vertoevinge wel. Dese Boom is in Phanebuck soo gemeen niet, dan wel in het Eyland Maranhon, alwaer de selve overvloedigh is, en des selfs Balsem daer van daen overvloedigh wert versonden.

Dese Balsem is niet alleen seer bequaem om te Mundificeren en te Consolideren, ende ten eersten alle Wonden te genesen, als mede om de Slange beten te genesen, ende Lidteyckens te verdrijven, maer is van alle d' Inwoonders en selfs van my innerlijck ingegeven ende dat

[pagina 292]
[p. 292]

met goed voordeel. Doch is van soodanigen aengenamen reuck niet als Masseus wil. Zy is verwarmender. Is dick, seer vet, ende Resineus.

Door smeringe, dient sy voor de Borst, slappe Maeg, tegen een koude Kolijck: eenige droppelen ingenomen verstercken d' Ingewanden: stilt de Vrouwe-vloed, Buyck-vloed ende Zaed-vloed. Daer mede Geklysteert, ende met Suycker ende wat Aqua Plantaginis in de Schagt gespeut, of met Olye van Rosen gedissolveert, wert tegens die qualen niet sonder voordeel ingespeut.

Georgius Marckgraef beschrijft 'er dit volgende van.

De Copaiba is een Boom hebbende Rood-hout, gelijck als hoog-roode Meaye, van hardigheydt als Boecke-boom, van welcke men breede Plancken kan sagen. Heeft rondachtige Bladen, die oock wel ovael zijn, vier ofte vijf Vingers langh, twee ofte derde half breed, op haer breete. Sy hebben een Steel een Vinger langh, dick, met een groote Ader door haer midden loopende, met verscheyde Sijd-adertjes, die van achteren seer sichtbaer zijn. Heeft een middelmatige Bloem, bestaende uyt vijf ronde Blaedjes. De Vrucht is een rondachtige Hauwe van een Vinger langh, Bruyn, welcke soo men die met de Vingeren druckt lichtelijck geopent werden, hebbende een Neut van groote als een Hasel noot, van gedaente niet ongelijck, bedeckt met een Swarte huyd, sijnde van binnen met een Geel-

[pagina 293]
[p. 293]

achtige pulpe bekleedt, ruyckende als gestoote Erwten: de Kern selfs bestaet uyt een taey Vleis, gelijck als sacht gemaeckte Hoorn, die voor de Tanden wijckt, met geen merckelijcke smaeck, Waterachtigh van koleur, welcke gegeten wert. De Hauwen vallen af als sy rijp zijn, ende vallen af, die dan vergadert werden.

Dese Boom geeft een Olye ofte Balsem, van dickte als gedistilleerde Terpentijn Olye, en gelijck die in smaeck, Harstachtigh van reuck. Dese wert aldus vergadert. Ontrent de tronck deses Booms werdt met een Boor een gat geboort tot het Merg toe, waer onder men een Pot houd, soo heeft men in de tijdt van een uur ontrent vier Kannen Olye: soo die geheelijck niet wil vloeyen, soo sluyt men het gat weder toe tot de Son onder is, dan opent men de selve, ende geeft Olye sonder twijfel.

Hier van een weynigh gewarmt ende met plucksel op een Wonde geleght stelpt het Bloed, ende geneest die binnen korten tijd. Is seer dienstigh voor de Zenuwen, drie of vier droppels met een Slurp-ey eenige ochtenden achter een ingenomen; dese geneest oock de Roodeloop ende andere Buyck-vloeden: sijnde warm ende droogh in den tweeden graedt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken