Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Bloesemtak (1956)

Informatie terzijde

Titelpagina van Bloesemtak
Afbeelding van BloesemtakToon afbeelding van titelpagina van Bloesemtak

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.08 MB)

Scans (10.86 MB)

ebook (2.96 MB)

XML (0.41 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Bloesemtak

(1956)–F. Bordewijk–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Leo

Aurora legde de laatste hand aan haar toilet toen er geklopt werd. Het bleek haar vriendin Leo Monterey. Dit bezoek kwam haar uiterst ongelegen. Elk ogenblik kon Termunten verschijnen, en hij mocht de vriendin van zijn zoon niet ontmoeten, wel allerminst hier.

Hoe dom was ze geweest niet aan Aletta op te dragen Leo weg te loodsen, want ze verscheen meestal onverwachts, en vond dat ze als vriendin daartoe het recht had. Aan de andere kant kon niemand dit bezoek op zulk een uur voorzien. In Godsnaam, ze liet haar binnen. Zij kusten elkaar vluchtig.

- Lieve schat, het spijt me, maar ik heb geen tijd. We moeten uit. Anton komt me dadelijk halen, met meneer Termunten. Dus... Ze meende duidelijk te zijn. Ze was het.

- O, zei Leo, dan stop je die Termunten maar even ergens weg. Of mij. Ik zal wel oppassen dat ik hem niet tegenkom. Ik kwam alleen maar even horen of je de uitslag al weet van die kerk. Dat zou toch immers vanmiddag worden beslist?

Door Aurora ging het denken met razende snelheid. Het beste

[pagina 31]
[p. 31]

was Leo zonder pardon weg te sturen. Neen fout. Dan kon ze net Termunten ontmoeten. En dat werd hoogst pijnlijk. Termunten wist nu wel van hun vriendschap, maar het was nog iets anders dat te weten, dan de vriendin, die ook de vriendin van zijn getrouwde zoon was, hier te treffen. Natuurlijk kwam de kerk er niet door op losse schroeven, maar toch, er kon iets gaan haperen aan de goede verstandhouding die zo broodnodig bleef bij de uitvoering van de bouw. De grote heren waren soms gauw op hun tenen getrapt. Op die manier kwam haar vriendschap met Leo neer op het hoofd van Anton. En die vriendschap om zakelijke redenen op te geven was ronduit slecht. Neen, Leo moest blijven. Ze zou wel zorgen dat zij en Termunten elkaar niet te zien kregen. De oplossing was eenvoudig genoeg.

- Blijf dan op deze verdieping, zei ze. Ik zal ze niet boven laten. En als we goed en wel weg zijn, dan ga jij ook.

- Goed, best. Maar nu de kerk.

- Dat is in orde. Anton zei het me daarnet door de telefoon. Maar kom mee in de huiskamer. Hier is het zo koud.

En ze ging voor. In de huiskamer ging Leo zitten. Aurora bleef staan, en vertelde iets over de kerk.

- Zeg Auri, je moet Anton dan straks maar uit mijn naam gelukwensen, zei Leo.

Onderwijl luisterde Aurora ingespannen naar geluid van beneden. Dwars daar doorheen schoot haar iets te binnen.

- O ja, dat kan ik je net nog even laten zien. Conrad was hier een paar dagen geleden en hij heeft iets voor me meegebracht. Heeft hij het je al verteld?

- Ik weet dat hij bij je geweest is.

- Maar niet van dat grappige cadeautje? Ik heb eerst bezwaar gemaakt om het aan te nemen, maar hij stond er zo op.

Ze nam uit haar boekenkast een plat kartonnen doosje, en trok er een boekje uit in rood marokijn, toegebonden met een smal

[pagina 32]
[p. 32]

versleten groen lint. Op de band stond Album Amicorum in verbleekt goud. Het was een poëziealbum uit de aanvang der negentiende eeuw, en bevatte op losse blaadjes met vergulde snede versjes, motto's en spreuken, in Nederlands, Frans, Duits, alles geschreven. Maar het aardige waren de illustraties bij deze teksten, sommige geborduurd op kaartjes, andere met de borduurzij zomaar door het papier heen gestoken, de meeste echter geaquarelleerd, kleurrijk, romantisch, met de bekoring van een kinderlijke tijdgeest, en met de vaardigheid van de eeuw toen aan de jonge meisjes nog tekenen werd geleerd. Er waren daar landschapjes van weiden, heuvels en rotsen, stroompjes met treurwilgen, plafondengelen met sjerpen en schilden, minnegodjes met pijlen, altaren met deviezen en brandende harten. Het was een album aangelegd door Conrads overgrootmoeder, en dat zijn moeder hem kort voor haar sterven had gegeven. Leo nam het niet in de hand. Ze zei alleen:

- Daar had ik toevallig ook om gevraagd.

- O, zei Aurora spontaan, maar dan neem je het. Hier.

Leo schudde haar hoofd.

- Toe, vervolgde Aurora, en bleef het boekje bieden. Zoveel geef ik er nu ook weer niet om.

En ze voegde er bij:

- Voor jou heeft het per slot meer waarde dan voor ons.

Het was een argeloos argument, en toch wees het meervoud ‘ons’ op een intuïtief aanvoelen van de sfeer.

- Neen, zei Leo, dat heeft het nu juist niet meer. Maar het is heel lief van je.

Tot onbehaaglijk zwijgen kwam het niet tussen deze twee. Want Aurora, steeds oplettend gebleven, had met haar scherp gehoor in de diepte mannenstemmen vernomen.

- Daar zijn ze, zei ze, haar mantel en tasje grijpend. Dus jij blijft hier tot we weg zijn. En denk om het licht. Dag.

[pagina 33]
[p. 33]

Ze kwam met zulk een vaart omlaag dat Termunten zei:

- Ik dacht dat u naar beneden viel.

Hij was nog nooit bij hen geweest. Wegens de betekenis en de omvang van de opdracht had Van Marle hem steeds moeite bespaard, en dus geconfereerd hetzij in de patriciërswoning op de Herengracht, hetzij een enkele maal in Termuntens directiekantoor.

- Ik heb meneer Termunten gevraagd of hij ons huis niet even wou zien, zei Van Marle. Hij kent het ondergedeelte al van vroeger.

Aurora schrok. Zo deed haar man nu altijd.

- O, maar dan alstublieft alleen maar hier.

En ze opende de deur van het privékantoor van haar man die tegelijk een waarschuwende knipoog van haar kreeg, maar de wenk niet begreep.

- En de huiskamer boven? vroeg hij.

- Vreselijke rommel, zei Aurora beslist.

Achter Termuntens rug spelde ze met de lippen; ‘Leo’, - en wees. Maar Van Marle verstond het niet en rommel was hem bij de aard van zijn vrouw ook onbegrijpelijk. Hij drong echter niet verder aan.

Termunten keek slechts even rond. Hij wees een stoel af, en een paar minuten later reden zij weg.

Toen Leo geen stemmen meer vernam en het dichttrekken van de huisdeur had gehoord ging ze nog niet aanstonds heen. Ze stond op, ze rees op, in eigen ogen een zo ontzaglijke gestalte geworden door rechtvaardige razernij, die ze evenwel met meesterschap bedwong, dat het boekje op de tafel, het Album Amicorum met zijn nog verspreide lieflijke prentjes, aan haar voeten scheen te liggen, in een afgrond.

Daarna begon ze langzaam door de kamer heen en weer te lopen, want de spanning moest enige uitweg vinden.

[pagina 34]
[p. 34]

Leontine Monterey had dezelfde leeftijd als Aurora. Ook zij was jong voor haar jaren, en in hun levendigheid hadden deze vriendinnen veel van elkander weg. Niemand begreep dat Leo ongetrouwd was gebleven. Ook Aurora begreep het niet, maar had nooit naar de reden gevraagd.

Zij waren even groot, slanke, vrij grote vrouwen, en het was een genoegen, haast een genot hen samen op straat te zien lopen, met de nerveuse kracht van de vrouwelijke stap die bij alle beslistheid licht blijft en bij alle snelheid beheerst. Zij waren een aardig paar vooral in hun lange getailleerde mantels; zij confirmeerden zich soms, naar de aard van jonge vriendinnen, ten dele aan elkaars kleding, vrijwel onbewust.

Leo vertoonde een wat forsere bouw. Haar oog was mooi, echter weinig sprekend, als van de kat, haar haar stofkleurig, onvoordelig, eerder armoedig, en het enige dat kwijnend leek in deze verschijning van een zekere voorname bloei. Zij ook kon door enkele aanwezigheid een kamer vullen, maar zij deed het anders, met voordacht, niet zo toverachtig als Aurora. Zij kon bekoorlijk wimperen met het oog en dat deed zij graag.

Een goed opmerker kwam spoedig tot de slotsom dat zij niet helder denken kon, maar ried desondanks, of misschien juist daardoor in haar een samengesteld karakter. Aurora hield veel van haar, omdat Leo energiek was, uitbundig kon zijn, en toch ook zo lief kon wezen en zo belangstellend en goedhartig. Leo had bijna een verering voor de vriendin, al verborg ze dit. Ze verborg nog meer, - de duisternis in haar leven, die echter eerder zin voor avontuur was dan zin voor slechtheid.

Leo had een verhouding met Conrad Termunten die de meesten duidelijk scheen en dan duidelijk ongeoorloofd, maar die aan Conrad zelf niet duidelijk was. Wel zag hij, een man van grote intelligentie, in dat Leo in wezen niet uitkwam boven het warhoofd, een soms niet ongevaarlijk warhoofd bovendien. Deze

[pagina 35]
[p. 35]

jonge vrouw - zij was van goede afkomst; zij had ouders in Den Haag die zuinig moesten leven; zij was als dame opgevoed en zij was dame - had niet alleen de vrijmoedigheid bezeten zich te vestigen als psychologe ergens in Amsterdam-Zuid, maar was er ook nog in geslaagd een zekere renommée te verwerven. Het moest wel zijn dat krachtens de kansrekening haar raadgevingen op den duur voor vijftig procent juist waren, omdat alles uiteindelijk is te herleiden tot ja of neen. Maar Conrad, gevoelig voor humor, kon, als hij aan haar beroep dacht, lachen om de enormiteit van het boerenbedrog.

Hij zag voorts in dat Leo, die geen aanleg had om zuinig, sober en verstandig te leven en haar grillen niet geheel kon bevredigen uit de inkomsten van dit beroep, nog andere bronnen moest hebben. Hij vermoedde dit althans, wist echter het ware niet en allerminst dat hij zelf haar duisterder paden had doen opgaan. Hij had al lang gemerkt dat ze de waarde van het geld niet kende. Wanneer ze goed bij kas was werd het als met een kanon uit haar huis geschoten. Waarheen? Hij zag nauwelijks sporen van besteding. Speculeerde ze? Maar voornamer was dit: waar kwam het vandaan? Er moest iets avontuurlijks in haar leven zijn. Zijn relatie met haar was hem een durende ellende.

Leo bleef niet langer dan enkele minuten na Aurora's vertrek in de huiskamer. Ze voelde zich niet meer zo opgewonden, maar er was heel wat gebeurd. Zoals sommige vogels het terrein waar zij gaan nestelen afbakenen, en woedend verdedigen tegen indringers, zo had Leo haar territoor dat ze ten koste van alles behouden wilde. Waarom? Ze wist het niet en vroeg het zich niet af.

Nadien openbaarde zich bij haar het verschijnsel dat ze 's nachts, eensklaps zonder aanleiding ontwaakt, niet aanstonds wist waar ze zich bevond. Het gebeurde onregelmatig, en ze vond het een beetje verontrustend, maar bovenal eigenaardig. Het gebeurde reeds die eerste nacht. Niemand mocht het weten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken