Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Geachte confrère (1956)

Informatie terzijde

Titelpagina van Geachte confrère
Afbeelding van Geachte confrèreToon afbeelding van titelpagina van Geachte confrère

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.84 MB)

ebook (2.98 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

briefroman
verhalen
non-fictie/rechtswetenschap


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Geachte confrère

(1956)–F. Bordewijk–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 29]
[p. 29]

Een Engels politierechter

Geachte Confrère,

 

Advocatuur is niet denkbaar zonder rechtspraak, advocaat niet zonder rechter als achtergrond. Ik zal me dus in mijn brieven ook met de laatste nu en dan bezighouden. Ik geef hem hier weer in een citaat van Dickens, zònder advocaat.

 

Dickens heeft de praktijk van het rechtswezen in zijn land en in zijn tijd altijd met veel verve getekend. Het gaat niet aan dit alles op te sommen; trouwens, ik heb van hem ook niet alles gelezen.

 

Oliver Twist, een jeugdwerk, telt niet onder de beste van de grote schrijver, maar het werd geniaal geïllustreerd door zijn collaborateur George Cruikshank. Dickens heeft voortreffelijke tekenaars kunnen inspireren voor zijn romans, verhalen en schetsen. We missen zoiets in onze tijd, en ik vind het een gevoelig gemis. Zegt de huidige vertelkunst de tekenaar niets? Of zouden illustraties het boek te duur maken? Men vindt nog slechts - en inderdaad vaak geestig - de krabbel in het zuiver humoristische werk. Het serieuze genre wordt voorbijgegaan.

[pagina 30]
[p. 30]

Enfin, Cruikshank was de beste onder de besten; hij was in zijn bizarrerie zo geheel de plastische vertolker van de rijkdom aan bizarrerieën van zijn inspirator. Men moet Oliver Twist eigenlijk lezen met Cruikshank erbij; hij haalt het boek op. Maar ook omgekeerd: het boek gaf hem zijn gedachten in. Dickens en Cruikshank hadden nooit ruzie moeten krijgen.

 

Een magnifieke scène uit Oliver Twist vindt men in hoofdstuk 11. Oliver, leerling geworden van de beruchte heler Fagin, maar nog onwetend en onschuldig, kortom kind gebleven, is op zekere dag getuige van een diefstal door twee andere pupillen. Zij rollen een zakdoek van een oude heer die voor een stalletje een boek in de hand heeft en daar rustig in leest. De oude heer merkt echter wat achter zijn rug gebeurt en keert zich om. De twee diefjes zijn reeds verdwenen, en Oliver die de diefstal heeft aangezien, eerst met verbazing, dan met schrik (het rollen van zakdoeken schijnt toenmaals een winstgevende bezigheid te zijn geweest, maar het waren ook grote lappen van zijde en linnen) zet het eveneens op een lopen. De oude heer houdt hem voor de delinquent en gaat hem met luide uitroepen achterna. De hele straat komt in rep en roer, Oliver wordt gepakt en op staande voet met de bestolene voor de politierechter gebracht. Deze draagt de tekenende naam Fang.

 

De oude heer begint met buigend zijn kaartje aan de magistraat over te reiken.

 

He then withdrew a pace of two; and with another polite and gentlemanly inclination of the head, waited to be questioned.

[pagina 31]
[p. 31]

Now, it so happened that Mr. Fang was at that moment perusing a leading article in a newspaper of the morning, adverting to some recent decision of his, and commending him, for the three hundred and fiftieth time, to the special and particular notice of the Secretary of State for the Home Department. He was out of temper; and he looked up with an angry scowl.

‘Who are you?’ said Mr. Fang.

The old gentleman pointed, with some surprise, to his card.

‘Officer!’ said Mr. Fang, tossing the card contemptuously away with the newspaper. ‘Who is this fellow?’

‘My name, sir’, said the old gentleman, speaking like a gentleman, ‘my name, sir, is Brownlow. Permit me to inquire the name of the magistrate who offers a gratuitous and unprovoked insult to a respectable person, under the protection of the bench.’

Saying this, Mr. Brownlow looked round the office as if in search of some person who would afford him the required information.

 

Deze schitterende terechtwijzing maakt echter niet de minste indruk op de rechter.

 

‘Officer!’ said Mr. Fang, throwing the paper on one side, ‘what's this fellow charged with?’

‘He's not charged at all, your Worship’, replied the officer. ‘He appears against the boy, your Worship’.

His Worship knew this perfectly well; but it was a good annoyance, and a safe one.

 

Zo gaat het een tijd voort. Beurtelings worden Brownlow

[pagina 32]
[p. 32]

en Oliver afgebast. Als er een heel erg woord uit de magistrale mond zal klinken begint de klerk te hoesten en tegelijk laat de cipier een zwaar boek vallen. Deze ingewijden weten wat er anders ruchtbaar worden zou.

 

Tenslotte heldert de man van het boekenstalletje het geval op: hij zag de diefstal plegen en Oliver is onschuldig. Maar... nu blijkt de oude heer nog steeds het boek waaruit hij aan het stalletje las in de hand te houden. De achtervolging had hem geheel in beslag genomen:

 

‘Dear me, I forgot all about it!’ exclaimed the absent old gentleman innocently.

‘A nice person to prefer a charge against a poor boy!’ said Fang, with a comical effort to look humane. ‘I consider, sir, that you have obtained possession of that book, under very suspicious and disreputable circumstances; and you may think yourself very fortunate that the owner of the property declines to prosecute. Let this be a lesson to you, my man, or the law will overtake you yet. The boy is discharged. Clear the office’.

‘D-n me!’ cried the old gentleman, bursting out with the rage he had kept down so long, ‘d-n me! I'll...’

‘Clear the office!’ said the magistrate. ‘Officer, do you hear? Clear the office’.

 

Merkwaardig in dit voorval lijkt vooral het begin: de openlijke kritiek van een Engels dagblad, zelfs in een hoofdartikel, op de uitspraken van een rechter. En dan de vorm van die kritiek! Dickens heeft dit ongetwijfeld naar het leven weergegeven.

[pagina 33]
[p. 33]

Bij ons is men veel voorzichtiger. Persoonlijke aanvallen op een magistraat zijn hier vrijwel volkomen uitgesloten; in onze vakbladen bepaalt men zich tot kritiek op de beslissing. Ik herinner me slechts één uitzondering, lang geleden, ergens te vinden in het oude, verdwenen Weekblad voor het recht. De advocaat van een schuldeiser beklaagde zich per ingezonden stuk over het feit dat een rechtbank de door hem ingediende faillissements-aanvrage ondanks zijn protest wekenlang aanhield. De rechtbank verdedigde zich in deze geest dat dit nu eenmaal haar opvatting was en een aanhouding dikwijls succes had gehad. Daarop gaf de redactie van het blad weer dit onderschrift: dat, voorzover er hier al van een opvatting kon worden gesproken, ze stellig in strijd kwam met de wet, die spoedbehandeling van faillissements-aanvragen voorschrijft. Dat was scherpe kritiek.

 

Het schijnt echter verleden geworden. En hoe zou het toch komen dat het oordeel thans zoveel voorzichtiger is, zelfs in de vakpers? Wat betreft de kranten, men leest hoogstens eens iets van een altercatie tussen rechter en verdediger in een grote strafzaak. Maar de weergave wordt nooit verlevendigd met een persoonlijke penseelstreek.

 

Ik heb me dikwijls afgevraagd of wellicht tegenwoordig de vrees voor het uiterste der anarchie ons brengt tot het andere uiterste van karakterloze voorzichtigheid. Of is het eenvoudig de persoonlijke vrees voor vergelding? Een voortwoekerende schimmel uit de bezettingstijd? In elk geval begint men hier en daar te klagen dat de drukpers niet meer helemaal vrij staat - en de enkele klacht is hoogst omineus.

[pagina 34]
[p. 34]

O die behoedzaamheid! Want behoedzaamheid staat vast; dat wordt door de feiten uitgewezen. Waarom? Waarvoor? Zetelt er daar ergens omhoog een onzichtbare Dionysius van Syracuse, nòg onzichtbaar, en die langzaam het totalitaire zwaard laat zakken boven de Nederlandse Damocles? Zo ja, dan is die tiran niet geboren in Rusland en naar hier overgedreven, neen - dan groeide hij op in ons eigen landschap, en dat zou veel bedenkelijker wezen.

 

Zeker is nochtans dat het ons over het algemeen mankeert aan die ingeboren geestelijke zelftucht welke het Engelse volk maakt tot zulk een boeiend voorwerp van beschouwing. Waarschijnlijk zijn de componenten van onze voorzichtigheid èn persoonlijke vrees, èn vrees voor anarchie. Gaan we publiekelijk maar even over de schreef - en dat is gauw genoeg - dan hebben we een dubbele repercussie te wachten, tegen onszelf van de kant van het geconcentreerde gezag als magister morum, tegen dat gezag van de kant van de ongeconcentreerde grote massa als een bijvaller die, zo weinig gewend, de durfal toejuicht.

 

Van Deyssel noemde in de recensie van zeker boek de uitdrukking ‘dat spreekt natuurlijk vanzelf’ verblindend foutief. Dat kon en dat kan nog, want het was litteraire kritiek. Maar wie zal het wagen eens een rechterlijke uitspraak verblindend foutief te noemen? Hij kan het denken, hij kan het misschien schrijven, maar hij krijgt het niet gedrukt.

 

Hoogachtend,

Uw dw. cfr.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken