Grunberg, Arnon
Arnon Yasha Yves Grunberg, Nederlands schrijver van romans, toneel, gedichten en essays
(Amsterdam 22.2.1971). Grunberg groeide op in een joods emigrantengezin in Amsterdam.
Hij was korte tijd actief als acteur en had vervolgens allerlei baantjes. In 1995 verhuisde hij
naar New York.
In 1993 debuteerde hij met toneelwerk, verzameld in De dagen van Leopold
Mangelmann/Brief aan M/Schoonheid en bier. Een jaar later verscheen zijn eerste roman
Blauwe maandagen (1994) die hem onmiddellijk succes bezorgde. Hij kreeg er de Anton
Wachterprijs voor en de Gouden Ezelsoor, een prijs voor het best verkochte literaire debuut.
In zes jaar tijd beleefde het boek twintig herdrukken.
In Blauwe maandagen en de daarop volgende romans Figuranten (1997) en Fantoompijn
(2000) geeft Grunberg uitdrukking aan zijn nihilistische visie op mens en samenleving. Zijn
romans zijn telkens weer een demonstratie van de absurditeit van het bestaan. Elk menselijk
streven is willekeurig en vergeefs. Mensen zijn grotesk in hun nietigheid. De stof voor zijn
romans ontleent Grunberg grotendeels aan zijn eigen belevenissen, waarmee hij een
dubbelzinnig spel speelt van fictie en werkelijkheid. Dat spel heeft ongetwijfeld te maken
met Grunbergs opvatting dat mensen een rol spelen en in wezen zichzelf steeds
vermommen.
In al Grunbergs romans is het bestaan een ontluisterende aangelegenheid. Idealen zullen
nooit werkelijkheid worden en mensen blijken steeds vrijwel onderling uitwisselbaar.
Ondanks deze illusieloosheid zijn Grunbergs boeken bepaald niet somber. Dat komt doordat
hij zijn ontnuchterende kijk op mens en wereld steeds vergezeld laat gaan van vaak
relativerende, soms ook venijnige humor. Handelingen worden voorzien van sarcastisch of
droog-komisch commentaar. Grunberg maakt in zijn proza gebruik van allerlei
stijlmiddelen om een luchtige toon te handhaven: contrast, ironie, overdrijving of juist
understatement.
In De Mensheid zij geprezen. Lof der zotheid 2001 (2001) geeft Grunberg in de vorm van
een essay een bijna omgekeerde variant op Erasmus' Lof der Zotheid. Hij plaatst, net als
Erasmus, de mens voor de spiegel, maar bij hem met als resultaat dat er niets te zien blijkt.
Beschaving is voor Grunberg een vorm van make-up: ze verdoezelt en laat niet zien wat de
werkelijkheid is. Grunberg kreeg voor dit essay de Gouden Uil-literatuurprijs. In 2000
kreeg Grunberg voor Fantoompijn de AKO-literatuurprijs en in 2004 voor de roman De
asielzoeker (2003) ontving hij die prijs nogmaals.
Grunberg bundelde gedichten onder de hem typerende titel Liefde is bussiness (1999). Zijn
essays verschenen in de bundel De troost van de slapstick (1998). Hij schreef voorts het
scenario voor de film Het 14e kippetje (1998) en het toneelstuk You are also very attractive
when you are dead, dat in Düsseldorf werd opgevoerd door jonge Duitse en Israëlische
acteurs.
In het jaar 2000 ontstond er enige ophef rond de roman De geschiedenis van mijn kaalheid
(2000) van de auteur Marek van der Jagt. De roman werd bekroond met de Anton
Wachterprijs voor het beste debuut van dat jaar. Pas in 2002 gaf Grunberg toe dat Marek
van der Jagt zijn pseudoniem was.
Grunberg publiceert met grote regelmaat in NRC-Handelsblad en de VPRO-gids. In 1998
schreef hij in opdracht van de stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek
het Boekenweekgeschenk De heilige Antonio. Werk van Grunberg werd in vele talen
vertaald, onder meer in het Engels, Deens, Spaans, Italiaans, Duits, Zweeds en het Japans.
Literatuur: Kritisch lexicon; Lexicon lit. werken; Oosthoek; Josje Kramer en Arie
Storm, ‘Figuranten onderweg naar morgen. Soap als dominante cultuur’, in: Bzzlletin
27 (1997) 248, p. 13-18; Ton Anbeek, ‘De kunst van het stennis maken. Grunberg: een
poëtica zonder poeha’, in: Literatuur 15 (1998) 2, p. 70-74; Jos Wuijts. Serieuze poging
tot een volledige bibliografie van de zelfstandige en verspreide geschriften van Arnon
Grunberg (1998); Frans de Rover, ‘Het meedogend schaden van de menselijke soort. Het
werk van Arnon Grunberg’, in: Ons Erfdeel 43 (2000) 1, p. 72-79; Bart Vervaeck,
‘“Gaat heen en vermenigvuldigt u”. De clichés van Arnon Grunberg’, in:
Dietsche Warande & Belfort 146 (2001) 1, p. 97-104.
G.J. van Bork
[nieuw, maart 2005]