Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verspreide verhalen (1843)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verspreide verhalen
Afbeelding van Verspreide verhalenToon afbeelding van titelpagina van Verspreide verhalen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.57 MB)

ebook (3.15 MB)

XML (0.59 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verspreide verhalen

(1843)–A.L.G. Bosboom-Toussaint–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 347]
[p. 347]

IV.

 
Femme aux yenx exercés.
 
 
 
victor hugo.

De vrouw, bij welke Mijnheer de breteuil zijnen beschermeling inleidde, was geheel alleen in haar prachtvol salon, toen zij hen ontving. Dit was eene kiesche voorzorg van den Baron, die begreep, dat de l'hôpital zich in een vertrouwelijk gesprek beter zoude doen gelden, dan te midden van eenen spotzieken kring.

Mevrouw de caumartin, omtrent de l'hôpital ingelicht, wist hem met beminnelijke behendigheid tot spreken uit te lokken. Dáárin bestond haar vernuft, dat zij het vernuft van anderen wist op te wekken; met snelle bevatting ontdekte zij van onder de nevelen der beschroomdheid het gedegen goud van eenen kloeken geest; zij wist aan fraaije gedachten door fijne aanmerkingen eene waarde te geven, waarover de spreker zelf zich verwonderde: met één woord, zij was juist de vrouw, die zulk eenen man als julius op zijne. eigene hoogte konde stellen. De stugge zonderling, verbitterd tegen eene zamenleving, waardoor hij zich miskend en waarvan hij zich uitgesloten zag, die aan zich zelven begon te twijfelen, omdat niemand hem waardeerde, begon op ééns, als door den tooverslag.

[pagina 348]
[p. 348]

dier vrouw, de vlerken van zijnen geest en genie uit te spreiden. Hij voelde zich begrepen en gekend. Hij was misschien even voldaan over zich zelven, als verrukt over haar. Hij was voor een oogenblik gelukkig. De Baron glimlachte van een edel genoegen. Toen werd Mevrouw d'autaine aangediend. Henri geleidde haar.

Er bestond eene hevige, ofschoon onzigtbare, kampstrijd tusschen zéphirine en de Markiezin de caumartin. De laatste was zonder tegenspraak de eerste schoonheid van het élégant Parijs, en daarbij de geestigste, de meestbegaafde vrouw van haren kring, die een fijn gevoel aan een goed hart paarde, en wier smaak de mode beheerschte; - maar Mevrouw de caumartin had reeds lang geheerscht. Zéphirine, de rijke en onafhankelijke erfdochter, vertoonde zich met hare frissche schoonheid en hare twintig jaren, en Mevrouw de caumartin had er twee en dertig moeten aannemen. Het is waar, de Markiezin had een beroemd salon, en zéphirine benijdde haar dit voordeel; maar Mevrouw de caumartin was gehuwd geweest, en zéphirine zoude huwen en een salon hebben; en Mevrouw de caumartin gevoelde, dat haar in de jonge Barones eene geduchte mededingster wachtte. Die beide vrouwen zagen elkander altijd, juist omdat zij elkander zoo zeer vreesden. De Markiezin, die zich voorgenomen had julius op den vóórgrond te brengen, wilde hem doen spreken, toen Mevrouw d'autaine gezeten was; maar als door eene plotselinge verbijstering getroffen, stond deze onbewegelijk dáár. Hij had henri herkend. De man beefde voor den spot van eenen twintigjarigen modejonker. Zéphirine gebruikte haar lorgnet, om den vreemdeling op te nemen,

[pagina 349]
[p. 349]

ofschoon hij drie schreden van haar verwijderd was. Mevrouw de caumartin stelde hem voor, met verbeten ongeduld over zijne verlegene houding.

Henri, goedhartiger, dan zijne ligtzinnige woorden zouden doen vermoeden, sprak julius aan als een' onbekende. Hij begreep, als bij instinkt, dat die man daar was om zijne fortuin te verbeteren, en was menschelijk genoeg, om zephirine af te leiden. De l'hôpital herstelde zich. De Baron, die zich overtuigd hield, dat julius de Markiezin bewonderde, bragt het gesprek op vrouwelijke schoonheid. Het werd met vuur dóórgezet. ‘De éénige volmaakt schoone vrouw, die ik ooit gezien heb, zag ik op het Zwitsersche gebergte in doodsgevaar,’ sprak julius.

Henri glimlachte, de Baron haalde even de schouders op. Welk eene fout! Aan twee vrouwen te zeggen, dat zij de schoonsten van haar geslacht niet zijn! zéphirine beschouwde hare kostbare ringen, de Markiezin werd vuurrood; toch sprak zij glimlagchende: ‘Wel, Mijnheer de l'hôpital, dat belooft een' roman; Mevrouw d'autaine brandt van verlangen, om te weten, wie schooner kan zijn dan zij.’

‘Och neen!’ antwoordde deze spijtig, ‘ik zie haar reeds: eene Zwitsersche bergnimf, lomp, boersch, met volle vormen, een bruin verbrand gelaat, doch het verhaal kan echter romanesk zijn, - Mijnheer redde zeker....’

‘Ik had geen mensch moeten zijn, om het niet te doen, Mevrouw! maar vergun mij te zwijgen; dat eerste woord is mij ontvallen! mijne daad was zeer natuurlijk; slechts bij toeval verrigtte ik die; daarenboven

[pagina 350]
[p. 350]

was er voor mij in de ontknooping van die ontmoeting eene krenking, de eerste, die ik ondervond. De man, die de vader scheen of de gemaal van die engel, wierp mij een goudstuk toe, zoo als men een' huur-lakkei een' drinkpenning voor de voeten werpt. Ik behield voor hem eene vrouw, zoo als Europa er geene andere tellen kan; haar leven en mijn levensgevaar wilde hij met een goudstuk betalen! Een blik van haar had mij zeker beter betaald; doch zij lag nog bewusteloos, toen zijne beleediging mij wegdreef. Ik klaag niet over den man, hij behoefde mij geen woord van achting toe te voegen; waarom had hij geen regt mij, met mijn' bestoven' mantel, en zonder ander gevolg dan mijn' poedel, voor een' bedelaar aan te zien!’

‘Door welk toeval bevondt gij u dáár?’ vroeg de Markiezin, met eene bewogene stem.

‘De dood van een' bloedverwant riep mij naar Parijs terug. Ik had in Duitschland mijne studiën volbragt; ik was arm, jong en gezond: de beste eigenschappen, om eene voetreis te ondernemen. Ik heb dagen bij dagen op de toppen der bergen rondgedoold.’

‘Die geredde is dus een ideaal, dat voor altijd uw hart houdt gekluisterd?’ merkte zephirine aan.

‘Ik ben nooit een dweeper geweest en ik weet niet, waarom men niet bewonderen kan zonder te begeeren; daarenboven heb ik....’

‘Zijn dát de menschen, die uwe geschiedenis weten moeten?’ fluisterde de Baron hem stil en ernstig toe.

Julius voleindigde zijne zinsnede niet. Er werden nieuwe bezoekers aangekondigd. Mijnheer de breteuil herinnerde de l'hôpital, dat zij elders gewacht wer-

[pagina 351]
[p. 351]

den. Hij volgde den Baron, die zijn afscheid nam. Toen hij zich voor de Markiezin boog, zeide zij hem iets, met eenen glimlach, die velen hem benijdden. Het was eene uitnoodiging voor den volgenden avond. Zij zoude alleen zijn, zij had hem veel te zeggen. De l'hôpital gevoelde, dat hij ver gevorderd was, ofschoon men hem niets had beloofd; de teedere blik van die vrouw had hem toegeroepen, dat zij met hem was ingenomen. Waarom toch? Hij begon na te denken; een somber mistrouwen maakte zich van hem meester, en toen zijne gade, die hem met pijnlijk ongeduld gewacht had, met teedere belangstelling vroeg, ‘of zijne hoop nu verwezenlijkt was?’ antwoordde hij, zonder haar aan te zien: ‘vraag mij dat morgen.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken