Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Diederik (ca. 1936)

Informatie terzijde

Titelpagina van Diederik
Afbeelding van DiederikToon afbeelding van titelpagina van Diederik

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.17 MB)

Scans (35.34 MB)

XML (0.07 MB)

tekstbestand






Illustrator

Co Egelie



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

dierenverhaal/-epos


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Diederik

(ca. 1936)–A.A. Bosschart–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

VIII

Diederik, die van dit alles niets bemerkt had, was inmiddels verder geloopen langs de beek.

Bij een vooruitspringende punt bleef hij staan en keek naar het donkere, snel stroomende water. De beek maakte hier een scherpe bocht en het water kolkte vlak onder de landpunt door.

‘Zou ik doorloopen’, dacht hij. ‘Nooit weer teruggaan? Neen! - Ja? Ach was een ander maar aanvoerder. Wat is het naar, om aanvoerder te zijn en konijn tegelijk. Ik ben zoo bang’. Daar stond hij nu, rillend van angst. Wegloopen durfde hij niet en teruggaan heelemaal niet.

Hij was zoo bang, dat hij er een heele droge mond van had gekregen. Voorzichtig ging hij op den grond liggen met zijn kop boven de beek om te kunnen drinken. Hij hield zich stevig vast met zijn pootjes, en zoo kon hij heelemaal in 't water komen met zijn snuitje.

Natuurlijk kon hij zoo niet zien, wat er om hem heen gebeurde, en hij schrok dan ook geweldig, toen hij opeens voelde dat er heel hard aan zijn twee lange ooren werd getrokken.

‘Och, help, wat gebeurt er?’, dacht hij. Hij probeerde achteruit te krabbelen, van de beek weg, maar er werd zoo hard aan zijn ooren getrokken, dat hij zich niet kon bewegen.

[pagina 17]
[p. 17]


illustratie

‘Maar zoo kan ik toch ook niet blijven liggen’, dacht Diederik. ‘Als ik moe word, dan glij ik voorover de beek in. Och, help, wat gebeurt me toch’. Met inspanning van al zijn krachten rukte hij zijn kop wat omhoog en ondertusschen krabbelde hij achteruit. Het ging! Langzaam, en het deed reusachtig pijn aan zijn ooren, maar het ging. Wéér een ruk, nòg een ruk, telkens was hij een eindje verder.

Dat gaf hem weer moed. Met de uiterste kracht wrong en krabbelde hij achteruit en ineens... rolde hij achterover. Het gewicht van zijn ooren was weg.

Zoo snel mogelijk sprong hij op, klaar om weg te rennen, maar wat zag hij! Een wit nat balletje lag op den kant en een groote kletsnatte bruine hoop - Frietje en Bernard.

‘Je hebt ons leven gered’, hijgde Bernard.

‘Lieve Diederik’, fluisterde Frietje.

Diederik was zóó verbaasd, dat hij moest gaan zitten.

‘Wat was er gebeurd?’ Hij begreep niets meer van de heele wereld.

Opeens gingen de takken uiteen en Elsje plofte voor Diederik neer. ‘O, Diederik’, riep ze, ‘Bernard en Frietje... O, die arme Bernard en Frietje, ze zijn verdronken!’

Frietje was alweer wat van den schrik bekomen.

Toen ze Elsje dat hoorde zeggen, sprong ze nat en wel op en riep:

‘Neen, hoor, Diederik heeft ons gered’.

‘Ja’, bromde Bernard, ‘zonder Diederik zouden we verdronken zijn’.

‘We dreven maar’, snaterde Frietje nu, ‘we dreven maar en rolden telkens weer onder water en we konden den kant niet bereiken, tot we bij deze punt kwamen. En toen zagen we, hoe Diederik op den grond ging liggen en zijn kop zoo laag mogelijk boven het water hield, zoodat zijn lange ooren een heel eind over de beek kwamen. We grepen allebei een oor en toen heeft Diederik ons den kant opgetrokken. Hoe hij dat heeft gekund, begrijp ik nog niet’.

[pagina 18]
[p. 18]

‘Ik...’, hakkelde Diederik, ‘ik wou alleen maar wat drinken hoor!’

‘Dat zegt hij maar’, bromde Bernard.

‘Natuurlijk, dat zegt hij maar’, juichte Frietje.

‘Hoera voor onzen aanvoerder!’ en ze juichten met zijn drieën om Diederik heen. ‘Hij heeft ons gered, de dappere Diederik’.

Diederik bleef maar zitten. Er zat water aan zijn snorren en hij wist zelf niet of dat kwam, van het beekje of van de tranen.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken