Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Diederik (ca. 1936)

Informatie terzijde

Titelpagina van Diederik
Afbeelding van DiederikToon afbeelding van titelpagina van Diederik

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.17 MB)

Scans (35.34 MB)

XML (0.07 MB)

tekstbestand






Illustrator

Co Egelie



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

dierenverhaal/-epos


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Diederik

(ca. 1936)–A.A. Bosschart–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

IX

Toen ze zich allemaal goed hadden afgedroogd en uitgerust waren van den schrik, gingen ze verder. Waarheen? Niet over de beek! Diederik liep voorop en hij keek niet eens naar de beek. Maar het leek wel of de beek naar hem wilde kijken. Het pad slingerde en de beek slingerde en telkens weer kwamen ze bij dat nare water uit en het murmelen van de beek leek wel grinniken.

En telkens als Diederik die beek zag, moest hij nog meer eraan denken, dat de anderen hem zoo flink vonden en dat eigenlijk...

Toen hij daarom een heel smal zijpaadje zag, dat van de beek wegleidde, sloeg hij dat in.

‘Dat is heelemaal geen pad’, bromde Bernard.

‘Neen’, zei Frietje. ‘Het is wel leuk, maar het is geen pad’.

Elsje zei niets. Ze keek alleen maar naar Diederik, die altijd alles wist.

‘Kom maar’, zei Diederik, ‘het is wel een pad. Zóó moeten we gaan’.

Dus volgden ze Diederik maar verder. Maar het pad werd hoe langer hoe minder pad. Eerst moesten ze om struiken loopen, toen waren er alleen nog maar wat boomen, maar van een pad was niets te zien.

De grond was mul en droog en ze konden heel moeilijk vooruit komen. Diederik liep maar door, al klopte zijn hartje hoe langer hoe zenuwachtiger. Er was heelemaal geen pad, dat zag hij wel, maar misschien zouden ze er nog wel een vinden. Omkeeren durfde hij ook niet. Waarschijnlijk zouden ze den weg niet eens meer terugvinden

illustratie

[pagina 19]
[p. 19]


illustratie

en wat zouden de anderen van hem denken als hij nu zei, dat hij zich had vergist. Hij liep dus maar door.

Er waren nu geen boomen meer en geen struiken, alles om hen heen was kaal. Zoover je kon zien, zag je mul, zacht zand. Met iederen stap zakten ze diep in het zand weg, vooral Bernard, die het zwaarste was, kon heel moeilijk vooruit komen.

Zoo sukkelden ze achter elkaar voort, tot opeens Bernard hijgde: ‘Ik zak weg, help me eens gauw’.

Bernard's pooten waren heelemaal in 't zand gezakt en het leek net of hij rustig op zijn buik lag. Maar aan zijn angstige bruine oogen kon je wel zien, dat hij zich heelemaal niet rustig voelde.

Daar lag Bernard, en er was geen bewegen aan. Hij kon geen van zijn pooten uit het zand krijgen. Hoe meer hij probeerde, hoe meer hij wegzakte. De anderen stonden er hulpeloos om heen. Wat moesten ze doen? Ze probeerden Bernard eruit te hijschen, maar zoodra ze aan hem trokken, gingen ze zelf zakken in het rulle zand. Het ging niet.

Moe en verdrietig gaven ze hun pogingen maar op.

‘Wat nu?’, vroeg Frietje.

Ja, wat nu? Elsje stelde voor om eerst eens uit te rusten en ondertusschen te denken, en allemaal waren ze even blij met dat plan.

Ze gingen rond Bernard's kop zitten, zoodat hij ook mee kon praten en denken en zoo bleven ze stil zitten.

Veel te praten was er niet. Allemaal op hun beurt hadden ze gevraagd hoe Bernard zich voelde en eens tegen elkaar gezegd, dat ze zoo'n dorst hadden, en daarna wisten ze niets meer te verzinnen.

Langzaam aan werd het donker en de duisternis daalde over Frietje, Elsje, Diederik en de weggezonken Bernard.

Van de groote zandvlakte konden ze al niets meer zien, zelfs elkander zagen ze nog maar nauwelijks.

Frietje schoof tegen Bernard's hals aan en zuchtte. Bernard legde zijn kop op het zand en Diederik en Elsje gingen languit liggen.

Zoo sliepen ze allemaal treurig in.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken