Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het revier (1978)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het revier
Afbeelding van Het revierToon afbeelding van titelpagina van Het revier

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.48 MB)

ebook (2.95 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

non-fictie/autobiografie-memoires


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het revier

(1978)–Taecke J. Botke–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 86]
[p. 86]

Bevrijde liefde...

Alles was veranderd. Zwak nog, maar vrijwel genezen had ik mijn bed kunnen verlaten. De nabije barak bleek joodshongaarse meisjes te herbergen. De betrekkingen met die nieuwe buren varieerden van hartelijk tot zeer intiem. Het kloosterlijke leven had afgedaan, geen ex-gevangene meer die niet een vriendin had. Zelfs ik begon eraan te denken mijn belegen celibaat op te heffen. Een wat schichtig meisje met wijdopen, vragende ogen scheen mij voorbestemd tot de opbouw van een rustige kampmenage. Te zeggen hadden we elkaar weinig: een paar woorden Duits moesten de grondslag leggen van een magere conversatie. Maar als we ‘Liebe’ lieten vallen, streelden onze magere vingers elkaar.

Het broze geluk had geen lange duur. Ik kreeg opnieuw koortsen en wekenlang hielden leven en dood elkaar in wisselend evenwicht. Toen het gevaar uit 't zicht was, bleek ook mijn lieve vriendin verdwenen. Tenminste, ik kreeg geen uitslag toen ik haar aan vrienden beschreef. Zeker kaputt.

Op een ochtend, zo'n blanke, onbeschreven ochtend waarop alles mogelijk schijnt, en de verwachtingen zelf al bijna geluk betekenen, werd de deur geopend. In de opening verscheen een Japanse worstelaar; zo'n rond persoon met een konig gelaat waaruit kleine ogen listig te voorschijn gluren, over de wal der

[pagina 87]
[p. 87]

konen heen. Was het ziekenbezoek of misschien de werkster? Want het geslacht van de worstelaar, dit drong tot me door, was het andere. Niet zozeer het zwakke, maar wel dat andere. Ze ging op de rand van mijn bed zitten, vergruisde mijn uitgemergelde hand in haar vlezige klem en fluisterde luid en hees een vertrouwd woord. ‘Liebe’... Ik herkende, benard en ontzet, mijn kleine, zo frêle vriendin van voor mijn ziekte.

Verbijsterd onderging ik haar ferme omhelzingen die me dusdanig uitputten dat ik vrijwel bewusteloos was bij haar vertrek. Ze kwam echter terug en na een week achtte ze mijn toestand zo verbeterd dat ze de gefluisterde ‘Liebe’ graag een lijfelijke illustratie wilde verlenen. Haar doortastende hand kroop als een dier onder de dekens. Toen die haar prooi beet had, was er geen houden meer aan.

Uit het ras ontknoopte jak puilden onoverzienbare borsten die, van hun ombouw ontdaan, moedeloos naar beneden hingen. Daarop zakte de broek omlaag, gelijk een kleed bij de onthulling van een standbeeld. Er kwam een bekken te voorschijn dat een baard omlijstte, woest en weelderig als een braambos. Zwakjes glimlachend, doch innerlijk al verkracht, staarde ik naar dit sexuele machtsvertoon. Ik probeerde zwakjes te protesteren maar haar toebereidselen waren onmiskenbaar. Vergeefs, mijn woorden werden uitgelegd als bemoedigingen. De dekens werden weggerukt en op haar zware knieën kroop ze over mij heen. De dorische dijen sloten de wereld voor mij af, ik raakte bekneld tussen een vleespartij van overweldigende afmetingen.

Toen begon ze krachtdadig te werken aan de vervolmaking van ons groot geluk. Om mij heen stortte alles ineen. Heiblokken daalden op mij neer. Mokers lieten hun geweld vernemen. Zuilen vielen donderend om. Zeeën verzwolgen hele dijken. Een laatste orkaan, en een hijgende massa zeeg over mij heen. Kreten van mateloze verzadiging ontsnapten. Mijn geluk bestond in het

[pagina 88]
[p. 88]

besef dat ik het hare doorstaan en overleefd had. Maar zij bereidde een reprise voor. Ik verloor het bewustzijn, het mij nog restende dan. De première was te mooi geweest. Mooi, en afdoende. Doch in, inmiddels, verbeterd Duits zegde zij mij een, wat regie en uitvoering betreft, geperfectioneerde nieuwe opvoering toe. Ditmaal hield zij nog rekening met mijn uitputting doch dat zou voorbijgaan. Ik viel in slaap. Met een kleine glimlach om de mond.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken