Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het revier (1978)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het revier
Afbeelding van Het revierToon afbeelding van titelpagina van Het revier

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.48 MB)

ebook (2.95 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

non-fictie/autobiografie-memoires


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het revier

(1978)–Taecke J. Botke–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 83]
[p. 83]

De Kolonelle

De vader van één van mijn vrienden, een Hollandse generaal uit de tijd dat het leger nog bestond uit ferme jongens en stoere knapen, een man dus, stram en bol staande van militaire deugden en morele vooroordelen, vroeg mij: ‘Door wie ben je eigenlijk bevrijd, daar in Sachsenhausen?’ Ik antwoordde: ‘Door de Russen.’ Dat beviel hem al niet, Russen komen als onderdrukkers, niet als bevrijders. Ik voegde toe: ‘Russen onder leiding van een kolonel. Die echter was geen bevrijder, doch een bevrijdster. Zij was in haar zevende maand.’ De generaal keek mij streng aan en zei: ‘Ik vrees dat je het nooit af zult leren, onkiese grappen en grollen te maken, zelfs in ernstige aangelegenheden.’ Hij haalde de stoere schouders op en maakte ferm een einde aan het gesprek.

 

De bevrijding was ingetreden. De Duitsers zaten nu aan de kant van het prikkeldraad waar zij hoorden. De Russen voerden het bewind.

Wij zaten, nog overrompeld door de ingetreden revolutie, in een afgescheiden deel van het revier en lepelden een soort ‘bortsch’ naar binnen, een Russische soep die goedbedoeld was. Dat wel. Buiten werden stappen hoorbaar, gelaarsde stappen. Iemand gooide de deur open en ons vertrekje liep vol met Russen. Militairen, uiteraard. Wat klein en wat dik, maar toch duidelijk

[pagina 84]
[p. 84]

soldaten, die trouwens de indruk wekten zojuist aan een loopgraaf ontkomen te zijn. Ze waren behangen met oorlogstuig, droegen bemodderde laarzen, zeer vuile broeken en médailles. De één had er wat meer, de ander wat minder. Maar geen van hen was vrij van blinkend metaal dat in plastic hoesjes op de borsten was gespeld.

Wij bekeken ze met aandacht. 't Was tenslotte nog wat nieuw en nog wat onwennig voor ons. Russen.

Voor mij leverde het bekijken geen onthulling op. Joop echter, mijn metgezel, deed een biologisch verrassende ontdekking: 't zijn verdomme wijven! barstte hij uit.

En inderdaad, de eerste bijzonderheid die wij hadden vastgesteld bleek tot dat feit te herleiden: wat klein, en wat dik. En wat bol onder de boezeroen-met-médailles. Ik keek nu wat nauwkeuriger naar de binnengetreden soldateska. Ze hadden heur haren in tule gewikkeld en weggemoffeld onder de képi's.

‘Heb jij misschien een advertentie voor werksters in de krant gezet?’ vroeg ik aan Joop. Ik behoor nog tot die generatie die het niet vanzelfsprekend acht dat vrouwen bij voorkeur mannenrollen willen spelen. Joop vond mijn reactie kennelijk geestig want hij proestte terstond de soep in mijn gezicht. De Russen vonden dit weer aardig, als gebruik, en barstten uit in een indrukwekkend gelach. Een onbedaarlijk gelach mag men wel zeggen, zij kletsten op hun goedgewelfde dijen van genoegen.

De in het midden staande militaire bevond zich in moeilijkheden; er was iets met haar broek. Om redenen die mij niet terstond duidelijk waren, bleef de bovenste knoop onbenut. Zodat de broek, behangen met granaten en andere flinke versierselen, tot dalen neigde.

Joop, wiens artsenoog vakkundig registreert, constateerde meteen: ‘Zwanger, - en al een heel eind op weg!’

Niets leek ons aardiger dan een gedachtenwisseling met deze

[pagina 85]
[p. 85]

moederlijke krijgslieden; maar het zat er niet in. Er bleek geen taal ter beschikking die een gesprek toe zou laten. Onverrichterzake wendden de dames ons de billen toe, en verdwenen.

Wij vroegen ons af, wat wel de bedoeling van het bezoek was geweest.

Die kwam uit.

De kampleiding, op de hoogte van de gezegende staat van de kolonel, zocht naar een arts die zijn bijstand zou verlenen zodra een klein Rusje te voorschijn wilde komen. De kolonel zelf vond het wel een rustig idee over een kraamkamer te beschikken. Dat zou de onze worden, met Joop en mij als geboortehelpers.

Er luchtig over nadenkende scheen het mij een gezellige afwisseling in het kampbestaan toe. Joop zag het niet helemaal zitten en vreesde dat een miskraam als hoogverraad uitgelegd zou kunnen worden. Wat, gegeven de voor een zwangere vrouw wat ongebruikelijke levenswijze van de kolonel, niet uitgesloten scheen. Het is zo ver niet gekomen. Wij werden enkele dagen na het bezoek der kolonelle op transport gesteld naar Berlijn. Geboorteaankondigingen hebben ons nooit bereikt.

Doch het zal de lezer duidelijk zijn, dat de berisping van de Hollandse generaal een onverdiende was.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken