Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het revier (1978)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het revier
Afbeelding van Het revierToon afbeelding van titelpagina van Het revier

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.48 MB)

ebook (2.95 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

non-fictie/autobiografie-memoires


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het revier

(1978)–Taecke J. Botke–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 80]
[p. 80]

Bevrijding

Dag na dag bleef het gebulder der Russische kanonnen waarneembaar. Het kwam dichter en dichter bij: geluid dat de vervulling scheen van een jarenlang verwachten tegen beter weten in. Een muziek die geen vlucht bood uit de tijd, maar een geluk nabij bracht binnen de grenzen van tijd en feit. En, misschien juist daarom, de meest hemelse muziek die een onzer ooit gehoord had.

Voor de Kapo's lag het anders, die werden met de dag onrustiger en nerveuzer. Wat voor hen de ‘bevrijding’ betekende konden zij zich waarschijnlijk wel voorstellen. Beter misschien nog dan wij, het voorspel tenminste ging buiten elke verwachting om. De ss had vlammenwerpers buiten het kamp opgesteld die op een gegeven teken heel het ‘Lager’ in rook en as zouden doen verkeren. Er mocht, naar Himmler had bevolen, geen spoor zichtbaar blijven van de concentratiekampen.

Vroeg in de ochtend van, naar ik meen de 23ste april, werd er groot alarm gegeven. Het kamp zou in de loop van de dag ontruimd moeten worden. De Häftlinge dienden met hun bundeltje bezit op het appel te verschijnen. Alleen zieken en te zwakken moesten achterblijven, artsen en verplegers konden zelf beslissen wat ze wilden: verder de zieken verzorgen of meegaan met de anderen. Het blijven scheen ons toe neer te komen op het

[pagina 81]
[p. 81]

aanvaarden van een levend gecremeerd worden. Er waren echter 3000 zieken die onverzorgd achter zouden blijven. Wij besloten, als medische staf, niet weg te gaan.

Het vertrek der anderen nam de verdere dag in beslag. In het organiseren waren de Duitsers misschien niet slecht, maar het improviseren lag hen niet. Pas tegen tien uur 's avonds gingen de hekken open om de sombere stoet door te laten. Die verdween in de duisternis. Beangst en bevreemd keken wij rond in het leeggelopen kamp. Elk ogenblik, verwachtten we, konden de vlammenwerpers hun werk beginnen. De barakken waren van hout. Toch zou het, berekenden we, nog geruime tijd duren eer alles was platgebrand.

De Kapo's waren verdwenen; we waren baas in eigen kamp. Het eerste werk dat ons wachtte nam de verdere nacht in beslag. We stapelden gedrenkte strozakken tot muren rondom de ziekenbarakken. Elke minuut konden de vlammen verwacht worden. We werkten als gekken. De zon ging op. Nog geen vlammen. Toen kon ik niet meer. Ik nam een Kapo-deken, rolde me erin en bleef in bed. Temperatuur 40. Tegen twee uur barstte er een wild gehuil los.

‘Ils sont partis, tous les ss.’ Inderdaad, de ss-mannen wachtten de komst van de Russen niet af. Ze lieten hun vlammenwerpers achter, waarvan de zwarte monden nu onnozel naar de barakken staarden.

Ziek en doodmoe stond ik op. Ik wankelde naar buiten, de verlaten Appellplatz op en ging op een bank zitten. Ik was vrij. Het ademen ging anders. De lucht die ik ademde was een andere. Ik was, dat vooral, alleen: sinds hoelang?

 

Gestalten bewogen voor de ijzeren hekken. Russen. Kort nadien verschenen ze in 't kamp. Wilde, angstaanjagende gezichten. Kleine, spleetvormige ogen. Jongens kennelijk, die ergens uit de

[pagina 82]
[p. 82]

toendra's en steppen achter in het grote Rusland kwamen. Mongolen, of Kirgiezen. Zij losten de ‘Uebermenschen’ af en ik bedacht hoe absurd het eigenlijk was dat we deze bevrijders nodig hadden om ons van de mede-Europeanen te verlossen. Eerste zorg in de nieuw gewonnen vrijheid. Maar ik was te moe om er verder bij stil te staan. Ik zag de Russen als figuranten in een drama waarbij ik niet meer betrokken was. Het ging aan me voorbij, ging me te boven. Doodmoe keerde ik in bed terug.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken