Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens (1951)

Informatie terzijde

Titelpagina van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens
Afbeelding van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levensToon afbeelding van titelpagina van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (19.36 MB)

ebook (15.97 MB)

XML (4.50 MB)

tekstbestand






Illustrator

J.B. Sleper



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

liederen/liedjes
gebed(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens

(1951)–Cornelis Adrianus Bouman–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 13]
[p. 13]

Ter inleiding

De dienende taak waartoe dit Groot Gebedenboek evenals zijn voorgangers wordt uitgegeven, vraagt niet om een nadere verantwoording. Evenals al zijn voorgangers is het bedoeld als een handreiking voor het christelijke leven en een hulpmiddel bij het gebed. Ieder die het boek wil openslaan, vindt er woorden van de heilige Schrift, teksten van de liturgie, gebeden van heiligen en vromen welke reeds zoveel geslachten van christenen hebben overwogen en tot de hunne gemaakt, om zo dieper door te dringen in de beschouwing van de geheimen Gods - de mysteriën van onzen Heer Jesus Christus en van onze Verlossing -, om te verheerlijken en te danken, om zijn boetvaardigheid uit te spreken en te vragen om velerlei zegening. Geen andere verantwoording is mogelijk voor een gebedenboek dan deze: dat het ter hand wordt genomen door den mens die onrustig zal blijven, totdat hij rust vinde bij God.

 

De verklaring, waarom dit boek zich naar zijn omvang van andere gebedenboeken onderscheidt, wordt door de inhoud er van gegeven. Dit Groot Gebedenboek moge worden aanvaard, zoals het is bedoeld: als een geestelijk handboek, dat den christen naast de vertaling van het misboek welke hem reeds lang vertrouwd is geworden, in alle opzichten van dienst kan zijn. Wie na korte tijd zijn weg in dit boek gevonden heeft, weet dat het hem niet alleen een overvloed aan gebeden biedt voor iedere dag en voor alle omstandigheden des levens, maar eveneens een zo rijke keuze uit de kerkelijke getijden, dat de leken het als een dagelijks getijdenboek zullen benutten. Hij vindt er de godvruchtige oefeningen die het christen volk lief zijn geworden, overwegingen voor alle feesten en tijden van het jaar, en alle tekste van de liturgische plechtigheden en gebeden uit het Rituale. Evenals vele andere gebeden, godvruchtige oefeningen en gebruiken worden ook deze liturgische teksten uitvoerig verklaard, verklaringen die aanvullingen zijn bij de uiteenzetting van de christelijke leer en de christelijke levenshouding, welke in dit boek telkens de inleiding tot overwegingen en gebeden vormt. Dit samengaan van gebed en christelijke leer bepaalt grotendeels het eigen karakter van dit boek. Ongewoon is dit karakter allerminst. De bekende gebedenboeken uit vroeger tijd waren eveneens zowel gebedenboek als catechese en handreiking voor het geestelijk leven. En juist in onze tijd is het inzicht in de samenhang tussen gebed en geloof weer bijzonder levend geworden: dat de norm van het gebed de traditionele en nimmer falende norm is van het geloof.

 

De invloed van deze tijd heeft zich bij de samenstelling van dit gebedenboek ook op andere wijze doen gelden. En hier raken wij een opzicht dat om een nadere verantwoording vraagt. Niet het feit zelf van deze invloed eist een nadere verklaring. De

[pagina 14]
[p. 14]

meest authentieke uitingen van het geestelijk leven immers worden mede beïnvloed door menselijke factoren van vorming en omgeving. Derhalve zullen ook gebedenboeken noodzakelijkerwijze het stempel dragen van de tijd waarin zij zijn ontstaan. Er is een grote afstand tussen de Livres d'Heures en het Caeleste Palmetum, dat ook in zijn moderne bewerkingen de geur van de zeventiende eeuw heeft behouden. En nog groter is de afstand tussen Nakatenus en Dom Guéranger, wiens L'Année liturgique - wel degelijk als gebruiksboek bedoeld - het klassieke werk is gebleven van de begintijd der ‘liturgische vernieuwing’. Zo zal ook dit gebedenboek het stempel dragen van de tijd waarin het is ontstaan. Het moet dit stempel dragen, omdat het immers voor de christenen van deze tijd is bedoeld.

 

Wij missen de historische afstand om de schakeringen van het geestelijke klimaat van onze tijd, het midden van de twintigste eeuw, onder één enkele formule te vatten. Slechts een aantal overwegingen kunnen wij weergeven, die bij de samenstelling van dit Groot Gebedenboek hun invloed hebben doen gelden.

 

Een eerste overweging is, dat in een gebedenboek voor de christenen van deze tijd de harmonie moet worden uitgedrukt tussen liturgisch gebed en traditioneel geworden devoties. Een verkeerd begrip van beider betekenis heeft lange tijd - gelijk Z.H. Paus Pius XII in zijn encycliek ‘Mediator Dei’ nadrukkelijk heeft geconstateerd - een kloof doen ontstaan tussen de primitieve gebedshouding der Kerk en de sinds Middeleeuwen en tijd van Contra-Reformatie geliefde oefeningen en vrome gebruiken, welke kloof er toe heeft geleid dat ofwel aan de functies en inhoud van het liturgische gebed ofwel aan de waarde van deze devoties onrecht werd gedaan. De godsdienstige gevoeligheid van juist deze tijd schijnt de herleidbaarheid van beider waarden mogelijk te hebben gemaakt, enerzijds omdat het liturgisch gebed geënt werd op de ontroering van een persoonlijke beleving waaraan de moderne mens zich nu eenmaal niet kan onttrekken, en anderzijds omdat aan de devoties de eigen plaats werd toegewezen welke zij krachtens hun verband met de oude eredienst en krachtens hun eigen betekenis voor christelijk inzicht en christelijke vroomheid innemen. Als er toch enige kloof tussen liturgische en devotionele vroomheid blijft bestaan, dan moet deze veelal niet gezocht worden in de betekenis zelve der devoties, maar in de minder rijke inspiratie van verschillende der gebeden waarin zij in de nieuwere tijd haar uitdrukking hebben gevonden.

 

Een tweede overweging geldt de betekenis van een gebedenboek voor het gebedsleven. Een gebedenboek moet namelijk niet alleen zijn een verzameling van gebedsformulieren, die pasklaar zijn gemaakt om bij bepaalde gelegenheden te worden uitgesproken. Het moet ook en vooral opvoeden tot persoonlijk gebed, of dit nu is een vrij opwellend spreken tot God of woordeloze overweging. Indien een gebedenboek terzijde wordt gelegd,

[pagina 15]
[p. 15]

omdat het dit persoonlijk gebed heeft helpen bevruchten, heeft het zijn taak vervuld.

 

Om tot dit doel dienstig te zijn, werd de keuze van de teksten in het Groot Gebedenboek veelal bepaald door de verscheidenheid van motieven, welke in de geschreven christelijke gebedstraditie - gebeden uit de liturgie van West en Oost, uit de geschriften van de Vaders en van heiligen en vromen tot in de jongste tijd - is ontwikkeld en bewaard gebleven. Ook in de teksten voor de overwegingen (de passages uit de geschriften der Vaders zijn slechts bij uitzondering aan het Romeinse Brevier ontleend) is deze rijkdom aan motieven te vinden. Zeer vele van deze gebeden en verhandelingen waren tot nu toe moeilijk bereikbaar, dikwijls slechts in uitgaven voor vakgeleerden, terwijl zij ons toch evenzeer aanspreken als zij dit vroegere generaties van christenen hebben gedaan. Dit betekent niet, dat alle zinspelingen op de heilige Schrift en alle vergelijkingen en wendingen die men in oudere teksten aantreft, den christen van deze tijd tot geestelijk voedsel kunnen dienen. Al wat - zelfs na een eenvoudige verklaring - ongewoon zou kunnen schijnen, moet uit een gebedenboek, een gebruiksboek bij uitstek, worden geweerd. Maar het betekent wel, dat het begrip ‘aanpassing aan deze tijd’ niet mag worden misverstaan. Deze aanpassing kan niet inhouden, dat de uitdrukking van de geheimen van ons heil in het gebed van den christen steeds tot enkele hoofdmotieven zou moeten worden herleid. En evenmin mag zulk een aanpassing betekenen, dat aan de vorm van de gebeden uit de christelijke traditie en aan de gehevenheid van een waarlijk sacrale taal geweld zou mogen worden gepleegd, indien deze teksten - met enige geestelijke inspanning - kunnen worden verstaan en gesmaakt door hen die het inzicht des geloofs bezitten. Wel rechtvaardigt het doel van een gebedenboek, dat in deze teksten, waar wenselijk, kleine vereenvoudigingen of verduidelijkingen worden aangebracht. Maar een meer ingrijpende, nodeloze ‘aanpassing’ zou deze gebeden hun eigen geur en dikwijls hun eigenlijke inhoud doen verliezen.

 

Een gebedenboek is nochtans geen bloemlezing van belangwekkende teksten. Daarom zijn in deze uitgave de verwijzingen naar de gebruikte bronnen achter in het boek in een afzonderlijk register samengebracht.

 

Hiermede hangt samen een derde overweging: dat een algemeen gebedenboek tegelijkertijd een handreiking moet zijn voor het christelijk leven; dat het moet onderrichten. Dit betekent niet alleen, dat liturgische plechtigheden moeten worden verklaard of dat - waar nodig - een uitleg bij een moeilijker tekst moet worden gegeven. Het gebedenboek moet in zijn geheel dienstig zijn aan het verlangen, dat in onze tijd gelukkig zo algemeen is, een groter inzicht te verwerven in de dingen Gods. Dit verlangen mag niet steunen op menselijke nieuwsgierigheid; het moet een

[pagina 16]
[p. 16]

verlangen zijn naar een volmaakter christelijk leven, gericht op het bovennatuurlijke inzicht des geloofs en op vruchtbaarheid in goede werken (het gebed en de beoefening der deugden). Het moet niet zozeer gericht zijn op vermeerdering van kennis als wel op het gelovige schouwen dat ons tot diepere eerbied brengt en tot het doen van de werken der gerechtigheid. De gelovige eerbied voor de geheimen des Heren immers voedt in ons de liefde, en de liefde brengt ons tot aanbidding en dankzegging; dit diepere inzicht in de werkelijkheid van ons heil wekt ons op tot het zalige leven, tot boetvaardigheid en de beoefening van alle deugden. Het is de weg tot de geestelijke wijsheid, welke God den mens ook op andere wijze kan schenken, maar welke ons meestentijds niet wordt gegeven zonder de inspanning van onze menselijke vermogens die wij evenzeer om niet van God hebben ontvangen.

 

De traditie van de Kerk wijst ons, waar ons deze geestelijke vorming wordt verzekerd. Allereerst in de heilige Schrift, het Woord van God, dat de Kerk immer als het document van haar verkondiging en als haar voornaamste gebedenboek heeft beschouwd. Vervolgens in de gebeden van de liturgie, de dagelijkse belijdenis van de Kerk, welke met recht de norm van haar geloof wordt genoemd. En ten slotte in de gebeden en geschriften van de Vaders en andere heilige leraren der Kerk, van de heiligen die ons tot voorbeeld zijn gesteld, en van zoveel rechtzinnige vromen en geleerden.

 

Uit de heilige Schrift en uit de schat der traditie zijn in dit Groot Gebedenboek zeer vele gebeden en overwegingen opgenomen. In deze teksten vinden wij de geestelijke lering tot het christelijke leven. Maar het gebed van de psalmen zal niet altijd aanstonds duidelijk zijn. Daarom wordt telkens in het kort verklaard, welke de zin is volgens welke de Kerk ons de psalmen doet bidden. En de veelheid van motieven, welke in gebeden en overwegingen ligt verstrooid, wordt in afzonderlijke inleidingen telkens tot één geheel samengevat. Al deze inleidingen tezamen vormen een catechese van de christelijke heilsleer. Achter in het boek vindt men afzonderlijk een samenvattende verhandeling over het christelijke leven en over de hulpmiddelen daartoe.

 

Waar hier en verder in het Groot Gebedenboek over liturgische teksten wordt gesproken, worden niet uitsluitend de teksten uit de Latijnse liturgische boeken bedoeld welke tegenwoordig voor de officiële eredienst der Westerse Kerk zijn voorgeschreven. De Oosterse Kerken bezitten hun eigen eerbiedwaardige liturgische overlevering. Ook in het Westen hebben oudtijds andere, niet-Romeinse liturgische tradities bestaan, waarvan vele gebeden bewaard zijn gebleven. Uit al deze teksten is in dit boek een ruime keuze gedaan. Al worden de meeste Latijnse, niet-Romeinse gebeden niet langer in de officiële eredienst der Kerk gebruikt, wij mogen ze eveneens liturgisch noemen. Omdat zij

[pagina 17]
[p. 17]

uit dezelfde rijke gedachtenwereld stammen als de ons bekende teksten, kunnen deze gebeden ons helpen de zin van de liturgie steeds beter te verstaan. Maar vooral kan de Schriftuurlijke inspiratie van deze somtijds zoveel uitvoeriger teksten ons onderrichten tot de grotere vertrouwdheid met het Woord Gods, zonder welke het gebed van de liturgie ons nimmer eigen kan worden en haar verkondiging ons niet kan worden ontsloten.

 

Het spreekt vanzelf dat in een gebedenboek voor de christenen van deze tijd de bijzondere accenten, welke het kerkelijke leven op het ogenblik vertoont, tot gelding moeten komen. Hoezeer deze accenten ook bijdragen tot het karakteristieke geestelijke klimaat van onze tijd, wij mogen nimmer vergeten dat zij aan het christelijke leven niets wezenlijk nieuws toevoegen. Hun eigenlijke betekenis wordt eerst duidelijk als wij ze beschouwen in hun verhouding tot het onveranderlijke inzicht des geloofs en tot de even onveranderlijke normen van het christelijke leven, waarvan zij de gevolgtrekkingen zijn. Zo is de maatschappelijke bewogenheid voor den christen slechts een toepassing van de diepe overtuiging, dat alle mensen gelijkelijk tot het heil zijn geroepen en dat wij in rechtvaardigheid en liefde de gerechtigheid en goedheid van God moeten trachten na te volgen. Zo brengt een meer bewuste liefde tot het geheim van de heilige Kerk ons er toe vuriger naar de eenheid aller christenen te verlangen. Een beter begrip van de eigenlijke roeping van den christen doet hem de plicht begrijpen op zijn wijze Christus te belijden en het rijk van Christus te verkondigen.

 

Een gebedenboek moet een practisch gebruiksboek zijn: het moet op concrete wijze opwekken tot het christelijke leven. Tegelijkertijd echter moet in een algemeen gebedenboek - ook door de ruime keuze van gebeden en oefeningen die het bevat - de geestelijke vrijheid worden gerespecteerd, waarop alle christenen recht hebben; het mag zich niet beperken tot de enkele accenten van een bepaald type van vroomheid.

 

Ten slotte: naar zijn inrichting moet een gebedenboek zijn aangepast zowel aan zijn karakter en inhoud als aan het practische gebruik dat er van wordt gemaakt. Een overzicht van de indeling van dit Groot Gebedenboek volgt hieronder in een afzonderlijke inleiding. Tevens vindt men daar aanwijzingen, die het gebruik er van kunnen vergemakkelijken, in het bijzonder aanwijzingen voor het persoonlijk of gemeenschappelijk bidden van de kerkelijke getijden.

C.A. Bouman


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken