Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens (1951)

Informatie terzijde

Titelpagina van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens
Afbeelding van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levensToon afbeelding van titelpagina van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (19.36 MB)

ebook (15.97 MB)

XML (4.50 MB)

tekstbestand






Illustrator

J.B. Sleper



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

liederen/liedjes
gebed(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens

(1951)–Cornelis Adrianus Bouman–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 343]
[p. 343]


illustratie

De boetvaardigheid

De Apostel noemt ons heiligen, want wij zijn waarlijk geheiligd door de dood en opstanding van Christus, waaraan wij in het doopsel deelachtig zijn geworden. De Heilige Geest woont in het hart van hen die leven door Gods genade, en zij worden niet alleen kinderen van God genoemd als in een verheven beeldspraak, maar zijn dit ook werkelijk (Rom. 8 en 1 Jo. 3).

Wij zijn echter ook zondaars en steeds weer moeten de apostelen en de Kerk ons vermanen ons af te wenden van de boosheid, welke een gruwel moest zijn voor hen die met Christus werden bekleed. Al zijn wij verlost, zolang wij op aarde verkeren kunnen wij onze verbondenheid met Christus verliezen en terugvallen in de dood, waaruit wij door het doopsel zijn opgestaan. De verlossing der gedoopten is zeer werkelijk, maar zij zal haar eindpunt eerst hebben bereikt in het eeuwige koninkrijk. In de tussentijd zijn wij nog onderweg en kunnen wij de brede weg verkiezen boven de smalle weg van de navolging van Christus.

In het sacrament van de vergeving der zonden heeft Christus voor de gedoopten die door de zonde opnieuw zijn gestorven, een tweede doopsel ingesteld. Door de vrijspreking der Kerk, welke de vrijspreking is van God zelf, worden de zondaars hersteld in de staat van heiligheid. Maar juist als zij zich de heerlijkheid van Gods genade bewust worden, zullen zij niet aflaten zich voortdurend voor God te vernederen: boetvaardigheid te doen.

De plicht tot boetvaardigheid hebben alle christenen, niet alleen zij die Gods liefde door de zonde hebben verspeeld of zich herinneren uit welk een diepte God hen door zijn vergeving heeft verheven. Want ‘in vele dingen hebben wij allen misdaan’ (Jac. 3, 2) en zelfs ‘de rechtvaardige valt zeven malen per dag’, dit is: telkens weer (Spr. 24, 16). Wie heeft het recht voor God te belijden dat hij geen zondaar is? Wie is er die de boosheid van zijn hart volkomen kent, of zelfs maar de herinnering bewaart aan al zijn zwakheden, zijn begeerten en liefdeloosheid? Dezelfde mens, die Gods kind werd in de doopvont en als een ingewijde voor het altaar mag treden bij de viering der heilige Geheimen, moet zich dag aan dag nederbuigen in het stof om God te smeken, dat Hij zijn ontrouw niet indachtig wil zijn, en barmhartigheid te vragen. Want geheel onze zwakheid roept om Gods genade en

[pagina 344]
[p. 344]

zelfs het weinige goed dat wij doen, is een onverdiende gave van goddelijke mildheid.

 

De psalmendichter en de heiligen uit het Oude Verbond kunnen ons leren wat boetvaardigheid is. En in de gebeden van de heiligen en vromen der Kerk wordt ons duidelijk, dat hoe dichter wij God nabij komen, wij des te beter gaan inzien dat wij slechts hulpeloze, zwakke mensen zijn, en dat onze enige redding is in de sterkte Gods en de machtige hulp van zijn ontferming.

Bijzonder graag zullen wij gebruik maken van de volgende overwegingen en een keuze doen uit de volgende gebeden bij de voorbereiding tot de biecht, op vastendagen, en als wij ons in afzondering bezinnen op de werkelijkheid van het christelijke leven.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken