Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens (1951)

Informatie terzijde

Titelpagina van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens
Afbeelding van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levensToon afbeelding van titelpagina van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (19.36 MB)

ebook (15.97 MB)

XML (4.50 MB)

tekstbestand






Illustrator

J.B. Sleper



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

liederen/liedjes
gebed(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens

(1951)–Cornelis Adrianus Bouman–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Enkele overwegingen over de boosheid der zonde en de heerlijkheid van Gods genade

Overweging van den heiligen Basilius den Grote

De mens is geschapen naar Gods beeld en gelijkenis. Maar de zonde heeft de luister van dit beeld onteerd en de ziel verlokt tot de begeerten der hartstochten. God, die den mens heeft geschapen, is het waarachtige leven. Wie echter de gelijkenis Gods heeft verloren, heeft ook de gemeenschap met het leven verloren; want wie buiten God verkeert, kan onmogelijk het zalige leven leiden. Laten wij daarom terugkeren tot de genade welke wij aanvankelijk bezaten en waarvan wij door de zonde zijn vervreemd, en laten wij onszelf herstellen tot Gods beeld door den Schepper gelijk te worden in het vrij zijn van begeerlijkheid. Want wie deze vrijheid der goddelijke natuur naar best vermogen in zichzelf heeft afgebeeld, hij heeft de gelijkenis Gods in zijn ziel hersteld. En wie op deze wijze God gelijk is geworden, heeft ook ten volle de gelijkenis van het goddelijke leven verworven en zal voor altijd de eeuwige zaligheid genieten. Indien wij nu door deze innerlijke vrijheid het beeld Gods wederom hebben aangenomen, en Gods gelijkenis ons het eeuwige leven schenkt, laat ons dan al het overige verwaarlozen en dit slechts nastreven: dat geen hartstocht nog ooit onze ziel overheerse, maar dat de ziel ongebroken en standvastig de aanvallen der bekoringen weersta, opdat wij de goddelijke zaligheid deelachtig worden.

Overweging van den heiligen Cyrillus van Jerusalem

God is liefde, ja, Hij is vol van liefde. Zeg niet: ‘Ik heb onkuisheid gedaan, ik heb overspel bedreven, niet eenmaal maar dikwijls heb ik zwaar gezondigd; hoe zal Hij dit vergeven, hoe zal Hij dit kunnen vergeten?’ Hoor wat de psalmist zegt: ‘Hoe groot is de menigte uwer goedheid, Heer’. Al uw zonden tezamen gaan de grootheid van Gods ontferming niet te boven, noch zijn uwe wonden zo groot dat deze allerbeste geneesheer ze niet zou weten te helen. Geef u slechts met ver-

[pagina 345]
[p. 345]

trouwen aan Hem over; leg den heelmeester uwe kwalen voor; zeg wat ook David zeide: ‘Ik spreek en zal mijn ongerechtigheid voor den Heer belijden’. En aan u zal geschieden wat hierna geschreven staat: ‘En Gij hebt de boosheid mijner zonde vergeven’.

Overweging van den heiligen Bonaventura over de liefde van Christus

‘Ik ben de Goede Herder; en de Goede Herder geeft zijn leven voor zijn schapen.’ Onze Heer Jesus Christus, de Herder van de triomferende en strijdende Kerk, heeft, toen de mensheid als een schaap verdoold was, op de wijze van een goeden herder de kudde der engelen verzameld en in de eenzaamheid van zijn goddelijk welgevallen achtergelaten; Hij heeft Zich bekleed met menselijk vlees en zolang het verloren schaap gezocht tot Hij het vond tussen de kaken der duivelen. Om het van hun beet te bevrijden, heeft Hij zijn eigen lichaam ten dode overgeleverd en het aldus weergevonden en verloste schaap teruggevoerd tot de schaapstal van het hemelse vaderland, om het daar met de kudde der engelen te verzamelen in de rust zijner heerlijkheid.

Overweging van kardinaal Newman

Mijn God, ik weet dat Gij het heelal zeer goed hebt geschapen. Als dit waar is betreffende de stoffelijke wereld welke wij zien, hoeveel te meer waar is het betreffende de wereld der redelijke wezens. De ontelbare sterren die het uitspansel vullen, en de elementen zelf waaruit de aarde is samengesteld, volgen hun baan en handelen in volmaakte overeenstemming; veel groter echter was de overeenstemming welke heerste in de hemel toen de engelen pas waren geschapen. Op dit eerste ogenblik van hun bestaan bevonden zich de rangen der engelen in de hoogst denkbare harmonie en luister; het was nog voordat de mens werd geschapen, die was voorbestemd om deze harmonie in de hem eigen wezenheid voort te zetten. Toen ontstond plotseling ergens in dat ragfijne en prachtige weefsel een kleine scheur; en deze scheur werd groter en vernielde het weefsel, totdat een derde deel er van bedorven was. Ook in de mensheid ontstond zulk een scheur, en deze breidde zich uit over geheel het menselijk geslacht. Dit afschuwelijke kwaad, hetwelk zulk een groot deel van geheel het werk Gods vernielde, is de zonde.

 

Mijn God, zo boos is de zonde in uw ogen. Maar wat is zij in de ogen der wereld? Een heel klein kwaad of in het geheel niets. In de ogen van den Schepper is het dat wat zijn geestelijk werk geeft bedorven, een groter kwaad dan dat de sterren zich zouden verwarren en ordeloos in het ruim zouden rondsuizen, zodat de chaos zou zijn teruggekeerd. Maar de mens die er schuld aan heeft, noemt haar met onschuldige naampjes en geeft er zulk een uitvoerige verklaring voor dat zij verdwijnt. De wereld lacht er vergoelijkend om en wordt verontwaardigd bij de gedachte dat zij eeuwige straf zou verdienen; liever dan dit te erkennen, zou de wereld God verlooche-

[pagina 346]
[p. 346]

nen die dit heeft betuigd. De wereld beschouwt de zonde als een onvolmaaktheid die niet zwaarder weegt dan een gebrek aan etiquette, als een gebrek aan goede smaak of als een zwakheid. O mijn ziel, beschouw aandachtig het grote verschil tussen de opvattingen betreffende de zonde van den almachtigen God en van de wereld. Welke van de twee wilt gij volgen?

O mijn ziel, welke van de twee wilt gij geloven: het woord van God of het woord der mensen? Heeft God gelijk of het schepsel? Is de zonde het grootst mogelijke kwaad of het minste? Mijn Heer en Zaligmaker, ik twijfel niet wat ik moet geloven. Gij zijt waarachtig, en iedere mens is een leugenaar. In U wil ik geloven, eerder dan in de gehele wereld. Mijn God, prent in mijn hart de overtuiging van de afschuwelijkheid der zonde. Leer mij haar te mijden als een besmetting, als een laaiende, alles vernielende vlam, als de dood zelve. Laat mij de wapens tegen haar opnemen en laat mij strijden onder uw banier om haar te overwinnen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken