Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens (1951)

Informatie terzijde

Titelpagina van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens
Afbeelding van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levensToon afbeelding van titelpagina van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (19.36 MB)

ebook (15.97 MB)

XML (4.50 MB)

tekstbestand






Illustrator

J.B. Sleper



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

liederen/liedjes
gebed(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens

(1951)–Cornelis Adrianus Bouman–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Gebeden van voorbereiding op het pinksterfeest

Het is een vrome gewoonte zich door gebed op het Pinksterfeest voor te bereiden, gelijk de apostelen deden, toen zij de dagen na de hemelvaart des Heren biddend in de opperzaal doorbrachten en wachtten op de komst van den Heiligen Geest. Deze negendaagse oefening (novene) wordt door vele gelovigen onderhouden.

Kom, Heilige Geest, vervul de harten van uw gelovigen, en ontsteek in hen het vuur van uw liefde.

 

℣. Zend uw Geest uit, en zij zullen herschapen worden.

℟. En Gij zult het aanschijn der aarde vernieuwen.

 

Laat ons bidden. God, die de harten der gelovigen door de verlichting van den Heiligen Geest hebt onderwezen; geef ons in dien Geest oprecht wijs te zijn, en ons altijd over zijn vertroosting te verblijden. Door Christus onzen Heer. Amen.

Gebed van den heiligen Laurentius Justinianus

Geef, o minnaar der mensen, dat wij er op bedacht mogen zijn de eenheid des geestes te bewaren in de band des vredes, op dezelfde wijze als, naar wij weten, de apostelen hebben gehandeld. Want één van hart hebben zij op dezelfde plaats bij elkaar gezeten, en gebeden dat zij uw gezelschap waardig zouden zijn; en zo hebben zij verdiend U in zichtbare gedaante te ontvangen. Ook wij zitten wachtend neder en smeken

[pagina 820]
[p. 820]

met brandend verlangen en in zuiver gebed uw liefdevolle ontferming om tot ons te komen en het juk onzer gevangenschap van ons weg te nemen. Geef de verdienste van de deugd, een zalig sterven en het eeuwige loon in het hemelrijk, waar Gij met den Vader en zijn enigen Zoon als overwinnaar heerst in de eeuwen der eeuwen. Amen.

Overwegingen voor de pinksterweek

Eerste overweging: Over de afkondiging van de Nieuwe Wet (van den heiligen Leo den Grote) - Sinds de Heer boven het hoogst der hemelen is opgestegen om zijn plaats in te nemen aan de rechterhand des Vaders, is ons heden de tiende dag, de vijftigste sinds zijn verrijzenis, aangebroken. Grote geheimen bevat hij van het Oude en het Nieuwe Verbond; mysteriën, welke ons allerduidelijkst openbaren, dat de genade werd voorafgebeeld door de wet, en dat de wet in de genade haar vervulling heeft gevonden.

Op de vijftigste dag na de slachting van het lam is eertijds aan het Joodse volk, toen het van de Egyptenaren was bevrijd, op de berg Sinaï de wet gegeven. Zo ook daalde na het lijden van Christus, waardoor het ware Lam Gods werd gedood, op de vijftigste dag na zijn verrijzenis, de Heilige Geest neder op de apostelen en de schare der gelovigen. Hieruit zal de opmerkzame christen gemakkelijk erkennen, dat het begin van het Oude Testament een voorafbeelding van de aanvang van het Evangelie is geweest, en dat het tweede Verbond door denzelfden Geest is ingesteld, door wien het eerste werd gegrondvest. Sinds deze dag derhalve heeft de bazuinroep van de verkondiging van het Evangelie weerklonken. Sinds deze dag heeft de dauw der genade en de vloed van zegening alle woestenij en dorre grond bevrucht; want om het aanschijn der aarde te vernieuwen ‘zweefde de Geest Gods over de wateren’. Om de oude duisternis te verdrijven straalde een glans van nieuw licht; bij de schittering van vurige tongen ontvingen wij het klare woord des Heren en zijn brandende leer, waarin zich de kracht bevindt om te verlichten en met vuur in onze ziel te branden, opdat het inzicht des geloofs wordt gewekt en de zonde wordt verdelgd. Wij moeten ons verheugen ter ere van den Heiligen Geest, die geheel de katholieke Kerk met zijn heiligheid vervult. Tot Hem komt de ziel die naar wijsheid streeft; Hij ademt ons het geloven in, en leert ons alle wetten; Hij is de bron van de liefde, het zegel der kuisheid en de oorsprong van alle deugd. Verheugen moeten zich de harten der gelovigen, omdat over geheel de aarde aller tongen één zijn in de belijdenis en de lofprijzing van den énen God, Vader, Zoon en Heiligen Geest. Verheugen moeten zij zich, omdat deze verschijning van de vurige tongen, zowel naar hun werking als in hun genadegaven, nog immer voortduurt. Want de Geest der waarheid vervult zelf met zijn glanzend licht het huis zijner heerlijkheid. Daarom zij er in zijn tempel, dit is in de

[pagina 821]
[p. 821]

Kerk en in ieder van ons, duisternis noch lauwheid.

 

Tweede overweging: Over de voltooiing van het verlossingswerk (van den heiligen Bernardus) - Met welk een liefde, Heer Jesus, zijt Gij met de mensen omgegaan; hoe kwistig waart Gij met uw vele en goede gaven. Met welk een sterkte hebt Gij smaad en bitterheid voor de mensen verduurd, zodat wij nu honing kunnen puren uit de rots, en zodat nu olie druppelt uit de allerhardste steen: de harde steen der veroordeling, de nog hardere der geseling, de hardste van de gruwelen des kruises. Want bij dat alles bleef Hij stom als een lam voor zijn scheerder en deed Hij zijn mond niet open.

Wij zien nu, hoe waarachtig het woord is van den psalmist: De Heer draagt zorg voor mij. Om een slaaf vrij te kopen, spaart de Vader zijn Zoon niet. De Zoon geeft Zichzelf vrijwillig prijs; Beiden zenden zij den Heiligen Geest, en deze Geest bidt in eigen persoon voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen.

O harde, verharde, hardnekkige kinderen van Adam! Zulk een grote mildheid, zulk een vlam en brand van liefde, zo groot een minnaar die voor waardeloze lompen zo kostbaar een prijs betaalt, is zelfs niet in staat ons te ontroeren. Want niet met vergankelijk goud of zilver heeft Hij ons vrijgekocht, maar met zijn kostbaar bloed dat Hij kwistig heeft vergoten; in brede stromen immers vloeide het bloed door vijf poorten uit Jesus' lichaam. Wat had Hij nog meer moeten doen? Blinden gaf Hij het licht der ogen weer; verdwaalden bracht Hij op de rechte weg; schuldigen schonk Hij verzoening; zondaars gaf Hij gerechtigheid; drie en dertig jaren is Hij op aarde met de mensen omgegaan; Hij is voor de mensen gestorven, Hij, die sprak en de cherubijnen waren er, de serafijnen en alle koren der engelen; Hij, in wiens macht het staat alles te kunnen doen wanneer Hij het wil.

Wat zoekt Hij, die ons met zulk een zorg heeft gezocht, anders bij ons dan dat wij zorgvuldig met onzen God zouden wandelen? Dit immers is de zorg van den Heiligen Geest, die ons binnenste doorvorst, onze gedachten leest en onze bedoelingen kent. Hij duldt niet het kleinste spiertje stro in een hart dat Hem toebehoort; onmiddellijk verbrandt Hij het in het vuur van zijn scherpe blik. Die zachte, zoete Geest, Hij die onze wil buigt, of liever: opricht en naar zijn wil doet neigen, opdat wij die wil juist kunnen verstaan, vurig beminnen en ook werkelijk volbrengen.

 

Derde overweging: Over het geschenk dat wij in den Heiligen Geest hebben ontvangen (van Charles de Condren) - Om niet zou de Zoon van God Zich met onze mensheid hebben bekleed, om niet zou Hij zijn bloed hebben vergoten (want het zou ons niet ten voordeel zijn geweest), als de Heilige Geest ons niet zou zijn gegeven. Want zonder Hem zouden we niets kunnen doen wat ons tot heil strekt, en zouden we de genaden, welke Jesus Christus voor ons heeft verdiend, niet hebben kunnen ont-

[pagina 822]
[p. 822]

vangen. Het is de Heilige Geest die ze ons geeft; Hij doet ons binnentreden in de genaden van Gods Zoon en al zijn mysteriën. Hoezeer zijn wij derhalve verplicht de verhevenheid dezer gave te beschouwen, en te maken dat deze beschouwing ons helpt haar waardiger te ontvangen.

 

Als iemand ons de geest van Aristoteles beloofde, of van Salomon of Adam, of van iemand anders die uitblonk door zijn natuurlijke gaven, het zou ons zonder twijfel een groot voordeel toeschijnen. En als hij nog verder zou gaan en ons de geest van een engel zou willen geven, zodat wij met de mensen konden verkeren gelijk de engelen dit doen, we zouden het zo groot een weldaad achten dat we er nooit voldoende voor zouden kunnen danken. Welnu, God geeft ons niet de geest van een zeldzame persoonlijkheid of van een engel, maar Hij geeft ons zijn eigen Geest; want het is de derde Persoon van de Drievuldigheid, de Geest van den eeuwigen Vader en de Geest van het Woord, welke ons wordt geschonken. Hij is ook de Geest van den God-Mens, niet omdat Hij zou voortkomen uit de heilige mensheid van Jesus, maar omdat Hij voortkomt van de Persoon, die deze heilige mensheid doet bestaan. Daarom is de heilige Geest de Geest van Jesus; daarom geeft God ons, als Hij ons zijn Geest geeft, den Geest van Jesus, zoals Hij gekruisigd werd, zoals Hij kind was, zoals Hij is gestorven. Deze Geest, die ons is gegeven, is derhalve niet alleen een Geest van macht en heerlijkheid, maar ook een Geest van versterving en vernedering. Daarom moeten wij, als wij Hem in ons willen ontvangen, allereerst onszelf verloochenen en ons geheel aan de leiding van dezen Geest overgeven; want zolang wij uit onszelf leven, kunnen wij nimmer leven in de Geest van Jesus.

 

Vierde overweging: Over het geheim van den Heiligen Geest in de Kerk - De Kerk is op de Pinksterdag niet geboren, want zij ontstond aan het kruis, toen zij is ontsproten aan de zijdewonde van den Verlosser. Maar wel is zij eerst op deze dag naar buiten getreden. Dit is niet geschied, omdat Christus het heil nog niet zou hebben voltooid, maar omdat eerst de verlichting van den Heiligen Geest dit heil aan de apostelen in volle omvang heeft doen kennen. Vandaag immers heeft de Geest hun gegeven de geheimen van den mensgeworden Zoon van God te verstaan; vandaag ook heeft Hij hun de kracht geschonken deze geheimen te prediken. Ook zij die naar deze prediking luisteren, ontvangen den Geest; zij tenminste aan wie de Geest geeft de verkondiging in geloof te aanvaarden. Zo ontvangen de gelovigen de wijsheid en de wetenschap van het geloof uit de prediking der Kerk. Maar zij ontvangen deze ook van den Geest, want Hij is het die doet prediken, en Hij is het die de kracht schenkt het geloof aan te nemen.

De Heilige Geest schenkt ons niet alleen het inzicht in het heil door het geloof, Hij maakt ons ook deelachtig aan het heil. De tekenen immers welke de Kerk op Christus' bevel aan ons voltrekt (de afwassing met wa-

[pagina 823]
[p. 823]

ter, de oplegging der handen, het doen eten van de heilige gaven der Eucharistie, de zalving met olie), delen ons het heil metterdaad mede door de kracht van den Heiligen Geest. Ook op deze wijze is de Geest in de Kerk aanwezig; als de Kerk ons heiligt, doet zij dit door de werking van den Heiligen Geest. ‘In ons allen is de Geest, dat levende water hetwelk Christus schenkt aan hen die waarlijk in Hem geloven en Hem beminnen’. (H. Ireneus) Dit zijn dus de redenen waarom wij de Kerk ‘heilig’ noemen: omdat de Geest ons in haar het heil doet kennen en ons door haar aan dit heil deelachtig maakt. Er is echter nog een derde heiligende werking van den Geest in de Kerk te onderscheiden. Hij doet ons het heil niet alleen kennen en schenkt het ons niet slechts, maar Hij geeft ons ook de kracht volgens dit heil te leven. Hij is in de Kerk en daarom in alle uitverkorenen tegenwoordig om hen steeds meer te heiligen, dit is: om hen aan de ontvangen volheid van heil steeds meer gelijkvormig te doen zijn. Hij doet dit door de bediening der Kerk: door haar prediking en door haar genadetekenen. Op ongeziene wijze werkt Hij deze heiliging bovendien in het binnenste van de ziel, door influisteringen en uitnodigingen van duizenderlei aard, welke slechts worden verstaan door wie zich gewillig aan zijn zachte leiding hebben onderworpen. Ook dit stille leven ‘naar den Geest’ maakt deel uit van het leven der Kerk, behoort tot de heiligheid der Kerk, en vindt in de instellingen der Kerk zijn zekere steun en waarborg.

Als wij aldus het geheim van den Heiligen Geest in de Kerk hebben overwogen, begrijpen wij waarom de volledige openbaring van het mysterie der Allerheiligste Drievuldigheid eerst kon geschieden door de zending van den Geest op de Pinksterdag. Het aanbiddelijk mysterie van Gods Drievuldigheid immers, dat de hoogste vreugde en het opperste heiligdom der Kerk is, kon eerst worden getoond aan hen, wien het gegeven is den Zoon te belijden en de rijkdom te erkennen, welke ons in den Geest is geschonken. Tijdens het leven des Heren werd zelfs aan de apostelen het geheim van den Geest in verholen bewoordingen aangeduid. Eerst door de uitstorting des Geestes, toen Hij hen de geheimen des Heren deed verstaan, hebben zij het inzicht ontvangen dat de Geest van God in hen en in geheel de Kerk werkzaam was. Door de kracht van den Heiligen Geest belijden wij, dat Christus de Zoon des Vaders is, dat wij door Hem zijn verlost, en dat de Geest ons in en door de Kerk aan deze verlossing deelachtig maakt. Voor zulk een volheid van heil willen wij den drievuldigen God in eeuwigheid danken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken