Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens (1951)

Informatie terzijde

Titelpagina van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens
Afbeelding van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levensToon afbeelding van titelpagina van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (19.36 MB)

ebook (15.97 MB)

XML (4.50 MB)

tekstbestand






Illustrator

J.B. Sleper



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

liederen/liedjes
gebed(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens

(1951)–Cornelis Adrianus Bouman–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 817]
[p. 817]


illustratie

Het heilig pinksterfeest

Evenals op het Pasen van de uittocht na vijftig dagen de afkondiging der wet op de Sinaï volgde, zo volgt ook na het Pasen der Verrijzenis op de vijftigste dag het nieuw-testamentische Pinksterfeest. Wat op de Sinaï werd voorafgebeeld, is vandaag in vervulling gegaan. De genade heeft de plaats ingenomen van de onvolkomenheid der oude wet. Waar toen duisternis was, is nu licht en kennis. Waar vrees was, is nu liefde. In plaats van de band der wet, maar al te vaak een aanleiding tot zonde, is de vrijheid gekomen van de kinderen Gods. Werd op de Sinaï onder grote tekenen het Oude Verbond bekrachtigd, onder even grote tekenen wordt heden in de opperzaal het Nieuwe Verbond der Kerk bevestigd.

Vandaag heeft de Heer den Heiligen Geest gezonden, den Trooster dien Hij herhaaldelijk aan zijn apostelen had beloofd, gelijk wij in de evangelielezingen van de laatste Zondagen hebben vernomen. Vol van den Heiligen Geest zijn de leerlingen uit de opperzaal getreden en hebben vrijmoedig en met grote wijsheid gesproken over de grote daden des Heren en over het heil, dat Hij in zijn Kerk voor geheel de wereld heeft bereid.

Wat is deze nieuwe wet van liefde en vrijheid, dit nieuwe verbond van de genade om wille van Christus' bloed, dit vol zijn van den Heiligen Geest anders dan het geheim der Kerk, de Bruid die de Heer ons tot Moeder heeft gegeven opdat wij niet als wezen zouden achterblijven? Wij vieren vandaag niet het geboortefeest der Kerk. Zij werd immers geboren op de Goede Vrijdag, toen zij, als een nieuwe Eva, ontstond uit de zijdewonde van den tweeden Adam aan het kruis. Vandaag echter is de Kerk openbaar geworden; zij is uit de opperzaal naar buiten getreden omdat de Heilige Geest den apostelen gegeven heeft haar te herkennen. Vandaag hebben de apostelen geweten dat in het geheim der Kerk Christus in ons midden blijft, dat de Kerk de volheid van zijn heil bevat, dat zij als de gemeente der gelovigen die door dit heilsbestel met Christus verbonden zijn, het mystieke lichaam des Heren is.

Zo is Pinksteren dus het feest van de Kerk. Het is echter ook het

[pagina 818]
[p. 818]

feest van den Heiligen Geest. Toch zijn dit niet twee verschillende feesten; het is slechts één feest. Want het geheim der Kerk is in de orde van Gods heil wonderbaar met de zending van den Geest verweven. Het leven van de Kerk is de zending van den Geest. De volheid van het mystieke Christuslichaam der Kerk immers bestaat hierin, dat zij in Christus met den Vader verbonden is. En hoe zou zij in Christus en met den Vader kunnen zijn, als de Geest die uit Beider liefde van eeuwigheid voortkomt, ook niet het leven gaf aan haar liefde? De apostelen hebben den Geest eerst leren kennen op de Pinksterdag, toen hun het mysterie der Kerk werd geopenbaard, dat geen ander is dan de blijvende tegenwoordigheid en de blijvende verwerkelijking van het heilswerk des Heren. Dezelfde Geest die met Christus was en bij zijn doopsel in de gedaante van een duif boven Hem zweefde, is ook met de Kerk; niet alsof de Kerk niet het geheim van de drie goddelijke Personen zou dragen, maar omdat de heiligheid welke de Kerk in haar sacramenten, haar prediking en de volheid van haar heiliging bezit, reeds door Christus en de apostelen bijzonder aan de werkzame tegenwoordigheid van den Geest van liefde en heiligheid werd toegerekend. Terecht noemen wij daarom in de geloofsbetijdenis den Heiligen Geest en de Kerk in één adem, omdat wij in de Kerk den Heiligen Geest hebben leren kennen en wij door de Kerk deel hebben aan zijn komst. Tezamen noemt hen ook de apostel Joannes, als hij het heimwee der gelovigen naar Christus' wederkomst beschrijft: ‘En de Geest en de Bruid zeiden: Kom’ (Openb. 22, 17). En in de vertroosting, den Heiligen Geest, dien de Heer ons beloofde, zien wij eveneens de Bruid van Christus, de Moeder-Kerk.

 

Wat van het geheim der Kerk met betrekking tot den Heiligen Geest werd gezegd, is ook waar van iederen gelovige die door de gave der genade ‘deelachtig’ is geworden ‘aan de goddelijke natuur’ (2 Petr. 1, 4). Zozeer is de verloste mens met Christus verenigd, dat hij op geheimzinnige wijze deel heeft aan Christus' Godheid, Godgelijkend is geworden; dat de genade hem in staat stelt God met een bovennatuurlijke liefde te beminnen en Hem eenmaal te aanschouwen gelijk Hij is (1 Jo. 3, 2); en dat hij den hemelsen Vader mag toespreken met diens eigen Naam (Rom. 8, 15; Gal. 4, 6). Want als de mensen deel hebben aan Christus' heil, met Hem zijn verrezen, worden zij niet alleen Gods kinderen genoemd, maar zijn zij het ook (1 Jo. 3, 1). Zo innig is deze verbondenheid met God, dat Christus zelf haar een inwoning heeft genoemd (Jo. 14, 23). Wederom is het de Heilige Geest, aan wien de goddelijke werking welke ons tot zulk een heerlijkheid in staat stelt, in het bijzonder wordt toegerekend. Hem noemt de Apostel den bewerker onzer heiliging en van onze aanneming tot kinderen Gods (Rom. 8, 9 en 14), het onderpand van onze vrijheid (2 Cor. 3, 17), den leraar van de verborgenheden Gods (1 Cor. 2, 10), den sterker (Eph. 3, 16): Hij doet ons Christus belijden (1 Cor. 12, 3); ja. Hij bidt voor ons als onze woorden tekort schieten (Rom. 8, 26). Hoewel de drie goddelijke Personen in de rechtvaardigen hun verblijf hebben genomen (Jo. 14, 23), wordt den Heiligen Geest

[pagina 819]
[p. 819]

het werk hunner heiliging zo uitdrukkelijk toegeschreven, dat de Apostel over zijn inwoning spreekt (1 Cor. 3, 16), en enkele vaders en latere theologen hebben gemeend dat de Heilige Geest inderdaad op een meer bijzondere wijze in de rechtvaardigen verblijft.

 

Door de geheimen van het Paasfeest was ons het heil in Christus reeds geopenbaard. Vandaag leren wij met de apostelen, voor zover wij dit op aarde kunnen verstaan, op welke wijze ons dit heil wordt medegedeeld. Als wij daarom vandaag vragen om de vrucht van het Pinksterfeest, dan bidden wij den Heiligen Geest tot ons te komen, met de rijkdom van zijn zeven gaven en werkend in ons de vruchten, welke de Apostel heeft genoemd (Gal. 5, 22-23); opdat wij worden, gelijk de heilige Gregorius van Nazianze zegt; een muziekinstrument, getokkeld door den Geest, dat zingt van Gods glorie en macht.

 

Op het Pinksterfeest overwegen wij ten slotte, hoe door de uitstorting van den Geest de openbaring van Gods Drievuldigheid is afgesloten. In de Oosterse kerken vormt deze gedachte een belangrijk motief van de liturgie van het feest; Pinksteren is er een dag van dankbare vreugde, omdat op die dag aan de Kerk de aanbidding van dit mysterie werd geopenbaard. De Latijnse Kerk heeft deze viering naar de volgende Zondag verschoven.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken