Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens (1951)

Informatie terzijde

Titelpagina van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens
Afbeelding van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levensToon afbeelding van titelpagina van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (19.36 MB)

ebook (15.97 MB)

XML (4.50 MB)

tekstbestand






Illustrator

J.B. Sleper



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

liederen/liedjes
gebed(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens

(1951)–Cornelis Adrianus Bouman–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Over de aflaten

Door berouw en door het sacrament der boetvaardigheid worden ons onze zonden vergeven en wordt ons de eeuwige straf kwijtgescholden. Maar ook nadat wij vergiffenis hebben verkregen, hebben wij de verplichting aan God genoegdoening te geven door werken van boetvaardigheid. In de eerste plaats hebben wij deze verplichting, omdat wij ons steeds voor God moeten vernederen; want Hij alleen is het die ons uit onze zondigheid kan opheffen en ons kan behoeden op de weg van zijn geboden, welke de weg van zijn liefde is. In de tweede plaats moeten wij boete doen, omdat God alleen ons kan ontslaan van de straffen, welke wij door onze zonden hebben belopen. Ook na de vergiffenis en kwijtschelding van eeuwige straf immers blijven ons Gods straffen bedreigen, zoals blijkt uit de geschiedenis van Moses die, hoewel hem zijn ongehoorzaamheid was vergeven, toch niet het beloofde land mocht binnengaan, en uit de straf welke David onderging door de dood van zijn kind, nadat hij door berouw tot God was wedergekeerd. De theologen noemen deze straffen de tijdelijke straffen, welke ofwel tijdens dit leven, ofwel in het vagevuur moeten worden uitgeboet.

De verplichting tot boetvaardigheid, welke wij om deze tweevoudige reden hebben, drukt de Kerk uit in de voorschriften betreffende vasten en onthouding, en bovendien in de penitentie die ons bij de biecht wordt opgelegd. Deze penitentie is, om wille van onze zwakheid, slechts zeer licht, zodat ernstige christenen zelf tal van andere middelen zoeken om vrijwillig boete te doen. In de heilige Schrift worden deze middelen herhaaldelijk genoemd: het zijn gebed, vasten (alle lichamelijke en geestelijke versterving) en aalmoezen geven.

Door het geheim van de Gemeenschap der Heiligen - dit is: omdat allen ledematen zijn van het ene mystieke lichaam van Christus - zijn allen die in Gods genade verkeren, niet alleen in staat voor elkaar te bidden, maar kunnen zij ook, zolang zij nog op aarde zijn, voor elkaar lijden en boeten. De boetedoeningen die de heiligen tijdens hun leven hebben verricht, zijn dan ook

[pagina 1513]
[p. 1513]

als een geestelijke schat der Kerk; gevoegd bij de oneindige verdiensten van Christus vormen zij haar onuitputtelijke rijkdom waar levenden zowel als doden in delen.

Deze waarheid dat de gemeenschap der gelovigen deelt in de verdiensten van Christus en in de verdiensten welke de heiligen in Christus hebben verworven, heeft de Kerk reeds in het begin van haar geschiedenis uitgedrukt door haar toestemming aan de christenen die tot het martelaarschap waren geroepen, om anderen in de verdiensten van hun zegepraal te doen delen. Dat de hiërarchie der Kerk inderdaad de macht heeft over de geestelijke rijkdom welke de gemeenschap der gelovigen bezit, te beschikken, heeft zij in latere tijd nog op een andere wijze uitgedrukt, door te verklaren dat allen die een bepaald gebed bidden of een bepaald vroom werk verrichten, aan deze rijkdom deel zullen hebben. Wij noemen dit de aflaten.

Dit alles betekent niet, dat het zeggen van zulk een gebed of het verrichten van zulk een werk op zich voldoende is ons in deze geestelijke schat te doen delen. Het gebed moet een waarachtig gebed zijn, en het werk moet worden verricht met een goede mening, dit is: ter ere van God. Deze gebeden en werken moeten verricht worden in een oprechte geest van boetvaardigheid, daar de aflaten immers betrekking hebben op tijdelijke straffen welke slechts door verzoenende boete worden kwijtgescholden. (Daarom is de terminologie waarmede de aflaten worden aangegeven - een bepaald aantal dagen of jaren - ontleend aan de oude boetepractijk van de Kerk; en daarom ook wordt in vele gevallen voor een aflaat de rouwmoedige belijdenis der zonden in het sacrament der biecht vereist.) Met onze eigen geringe boete echter weten wij de oneindige verzoening van Christus en de overvloedige verdiensten der heiligen verbonden, en op deze wijze krijgen bij de aflaat ons gebed en onze goede werken een bijzondere waarde.

De leer der aflaten betekent evenmin, dat wij door andere gebeden en oefeningen geen deel zouden hebben aan de geestelijke schat der Kerk. Door de viering der Eucharistie en de deelneming aan het heilig Lichaam des Heren ontvangen wij een rijkdom van genade en kwijtschelding, welke door geen aflaat kan worden omschreven. En de heilige Teresia van het Kind Jesus verklaarde eens, dat de beste volle aflaat, te winnen zelfs zonder de gewone voorwaarden, de liefde is, welke immers een menigte van zonden bedekt. (1 Petr. 4. 8)

Uit het geheim van de Gemeenschap der Heiligen volgt, dat wij door de aflaten ook kwijtschelding kunnen verkrijgen van de tijdelijke straffen van de doden, die wel in Christus zijn gestorven maar nog niet tot de eeuwige heerlijkheid zijn gekomen. Weliswaar heeft de kerkelijke overheid geen rechtsmacht over de overledenen, zodat voor hen de aflaat niet als een directe kwijtschelding geldt; maar wij mogen God nochtans vragen de aflaat op hen te willen toepassen. De toepassing van aflaten ten gunste van andere levenden is echter niet mogelijk. (‘Niemand die een aflaat verdient, kan deze toepassen op anderen die nog in leven

[pagina 1514]
[p. 1514]

zijn; maar alle aflaten, welke door den Paus zijn verleend, kunnen, tenzij het tegendeel blijkt, worden toegepast op de zielen in het vagevuur.’ (Kerkelijk Wetboek, Can. 930)

 

Het Kerkelijk Wetboek bevat betreffende de aflaten onder meer de volgende bepalingen:

 

Om een aflaat te verdienen moet men gedoopt zijn en in staat van genade. Het is voldoende in het algemeen de bedoeling te hebben aflaten te verdienen en het opgelegde werk op de voorgeschreven tijd en wijze te volbrengen. (Can. 925)

 

Als iemand niet in de gesteldheid is een volle aflaat te verdienen, dan zal hij niettemin een gedeeltelijke aflaat verdienen, voor zover zijn gesteltenis dit toelaat. (Can. 926)

Tenzij uitdrukkelijk het tegenovergestelde is aangegeven, kan een volle aflaat slechts eenmaal per dag worden verdiend. (Can. 928, 1)

 

De gelovigen die in een klooster, een school of een huis tezamen wonen (ook zieken in ziekenhuizen) waar een kapel is, mogen deze kapel bezoeken in die gevallen, waarin voor het verdienen van een aflaat het bezoek aan een kerk of openbare kapel is voorgeschreven. Dit geldt eveneens voor de bedienden en verdere huisgenoten. (Can. 929)

 

De biecht, welke voor het verdienen van een aflaat wordt vereist, kan binnen de acht voorafgaande dagen worden gesproken; de Communie mag ook op de voorafgaande dag worden ontvangen; eveneens kan aan beide voorwaarden binnen de acht volgende dagen (eventueel binnen de acht dagen na de sluiting van een oefening van meerdere dagen, waaraan een aflaat is verbonden) worden voldaan. De gelovigen die gewoon zijn althans twee maal per maand hun biecht te spreken of vrijwel dagelijks de Communie ontvangen, voldoen hierdoor aan de voorwaarde, behalve in het geval van een jubileum-aflaat. (Can. 931)

 

Door een en hetzelfde gebed kan men in de regel slechts één aflaat verdienen. (Can. 933)

 

Voor het somtijds voorgeschreven gebed tot intentie van den Paus is het voldoende eenmaal Onze Vader, Wees gegroet en Eer aan den Vader te bidden.

 

Een aflaatgebed mag afwisselend met anderen worden gebeden; ook is het voldoende het gebed, dat luide wordt voorgebeden, in de geest te volgen. (Can. 934, 3)

 

Indien iemand verhinderd is bepaalde voorgeschreven werken te verrichten, mag iedere biechtvader deze werken door andere vervangen. (Can. 935)

 

De voorgeschreven gebeden moeten als mondgebed worden uitgesproken; stommen volstaan echter met de gebeden in hun geest te herhalen, of ze te lezen. (Can. 936)

 

Om de aflaten te verdienen, welke aan schietgebeden zijn ver-

[pagina 1515]
[p. 1515]

bonden, is het voldoende ze in de geest uit te spreken. (Uitspraak van de Apost. Penitentiarie, 7 Dec. 1933)

Enkele aflaten

Behalve de aflaten welke verbonden zijn aan gebeden die in dit boek voorkomen, noemen wij nog de volgende:

 

Aan de gelovigen, die op de tweede dag van November (Allerzielen) een kerk of openbare kapel bezoeken (of half-openbare kapel voor hen die daar rechtens gebruik van maken) om voor de overledenen te bidden, wordt verleend een volle aflaat, slechts toepasselijk op de zielen in het vagevuur, als zij, na gebiecht te hebben en de heilige Communie te hebben ontvangen, bij elk bezoek zes maal Onze Vader, Wees gegroet en Eer aan den Vader bidden voor de intenties van Z.H. den Paus.

In plaats van op 2 November kan deze aflaat, onder dezelfde voorwaarden, ook op de volgende Zondag worden verdiend.

 

Op 2 Augustus, of op de volgende Zondag waar dit is toegestaan, kunnen in de kerken van de Minderbroeders, of in andere kerken welke hiervoor zijn aangewezen, de aflaten worden verdiend, welke verbonden zijn aan het bezoek van het heiligdom van Portiuncula te Assisi. Na gebiecht te hebben en de heilige Communie te hebben ontvangen, bidde men hiertoe bij elk kerkbezoek zes maal Onze Vader, Wees gegroet en Eer aan den Vader voor de intenties van Z.H. den Paus.

 

Aan de gelovigen, die op Woensdag, Donderdag en Vrijdag van de Goede Week de zogenaamde Tenebrae bijwonen (Metten en Lauden) en daarbij godvruchtig de psalmen en lessen volgen of het Lijden des Heren overwegen, wordt op elk dezer dagen een aflaat van 10 jaren verleend of, indien zij deze getijden op al deze dagen bijwonen, een volle aflaat onder de gewone voorwaarden.

 

Aan de gelovigen, die op Oudejaarsdag tegenwoordig zijn bij de zang van het ‘Te Deum’, wordt een aflaat van 10 jaren verleend of een volle aflaat onder de gewone voorwaarden.

 

Aan de gelovigen, die tenminste een kwartier in Overweging doorbrengen, wordt verleend een aflaat van 5 jaren, of een volle aflaat eenmaal per maand, onder de gewone voorwaarden, indien zij deze oefening gedurende een maand dagelijks hebben verricht.

 

Aan hen, die gezamenlijk een Retraite maken, wordt een volle aflaat verleend onder de gewone voorwaarden. Een aflaat van 10 jaren wordt verleend aan hen die tegenwoordig zijn bij een gezamenlijke maandelijkse Recollectie.

 

Aan hen, die gedurende ongeveer een half uur Godsdienstonderricht geven of ontvangen, wordt een aflaat van 100 dagen verleend. Een volle aflaat, onder de gewone voorwaarden, twee maal per maand aan hen die ten minste twee maal per maand dit onderricht geven of volgen.

[pagina 1516]
[p. 1516]

Aan de gelovigen, die zich gedurende een kwartier met eerbied wijden aan de Lezing van de heilige Schrift, wordt verleend een aflaat van 300 dagen.

 

Aan hen, die met eerbied den priester dienen bij het opdragen van de Mis, wordt verleend een aflaat van 3 jaren.

 

Aan de kloosterlingen van alle orden en congregaties wordt, indien zij na het opdragen van de Mis of het ontvangen van de heilige Communie voor zichzelf hun Geloften hernieuwen, een aflaat van 3 jaren verleend.

 

Een bijzondere aflaat is die van het Heilig Jaar welke, in navolging van het Jobeljaar der oude joodse wet, door paus Bonifatius VIII in het jaar 1300 waarschijnlijk voor de eerste maal werd afgekondigd. Sinds 1475 kan de aflaat van het Heilig Jaar om de vijf en twintig jaren - somtijds bovendien gedurende andere jaren - te Rome worden verdiend. Na de plechtige afkondiging op de voorafgaande Hemelvaartsdag opent de paus het Heilig Jaar op de vigilie van Kerstmis door de symbolische handeling van de opening der Heilige Deur in het portaal van de basiliek van Sint Pieter. Bij het einde van het Heilig Jaar, op de vigilie van het volgende Kerstfeest wordt deze deur weer gesloten. De volle aflaat kunnen zij verdienen die, na gebiecht te hebben en de Communie te hebben ontvangen, in de basilieken van Sint Pieter, Sint Paulus, Lateranen en Maria de Meerdere de voorgeschreven gebeden verrichten. Sinds lange tijd wordt het Heilig Jaar, nadat het te Rome gesloten is, nogmaals voor een jaar tot de gehele Kerk uitgebreid. Buiten de gewone voorwaarden worden in dit geval nader te bepalen kerkbezoeken en gebeden voorgeschreven. Meestentijds worden gedurende het Heilig Jaar, zolang dit te Rome wordt gevierd, de meeste andere aflaten opgeschort voor zover zij niet op de overledenen worden toegepast en met uitzondering van de Pauselijke Zegen in het uur van sterven.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken