Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens (1951)

Informatie terzijde

Titelpagina van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens
Afbeelding van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levensToon afbeelding van titelpagina van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (19.36 MB)

ebook (15.97 MB)

XML (4.50 MB)

tekstbestand






Illustrator

J.B. Sleper



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

liederen/liedjes
gebed(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens

(1951)–Cornelis Adrianus Bouman–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Lofzangen ter ere der heiligen

Op het feest van alle heiligen



illustratie
Pla- ca-re Chri-ste sérvu-lis,
Qui-bus Patris clemén- ti- am,
Tu-ae ad tri-bú-nal grá-ti-ae,
Patró- na Vir-go pó- stu-lat.


 
Verzoen U met uw dienaars, Heer, / voor wie bij uw genadetroon
[pagina 1554]
[p. 1554]
 
om 's Vaders goedertierenheid / pleitend de Maagd ten beste spreekt.

Gij, heil'ge legerscharen ook,
naar negen kringen ingedeeld,
neemt al wat kwaad was, of wat is,
of wat nog zijn zal, van ons weg.
Et vos beáta per novem
distíncta gyros ágmina,
antíqua cum praeséntibus,
futúra damna péllite.
Apostelen, profeten, vraagt
bij den gestrengen Rechter om
vergiffenis voor wie hun schuld
bewenen in oprecht berouw.
Apóstoli cum Vátibus,
apud sevérum Júdicem,
veris reórum flétibus
expóscite indulgéntiam.
Gij, bloedgetuigen purperrood,
gij, witgekleden met de palm
van uw belijden, roept ons uit
de ballingschap naar 't vaderland.
Vos purpuráti Mártyres,
vos candidáti práemio
confessiónis, éxsules
vocáte nos in pátriam.
Der maagden kuise rijen, en
wie d'eenzaamheid deed overgaan
ten hogen woon, bereidt ook ons
een zetel in het hemelkoor.
Choréa casta Vírginum,
et quos erémus íncolas
transmísit astris, cáelitum
locáte nos in sédibus.
Tegen de heidenen beschermt
de grenzen der gelovigen,
dat d'éne Herder allen ons
als één'ge kudde leiden moog'.
Auférte gentem pérfidam
credéntium de fínibus,
ut unus omnes únicum
ovíle nos pastor regat.
Aan God den Vader zij de eer,
aan Vaders eengeboren Zoon,
en aan den Heil'gen Paracleet,
in aller eeuwen eeuwigheid.
Deo Patri sit glória,
Natóque Patris único,
Sancto simul Paráclito,
in sempitérna sáecula.
Amen. Amen.

Op de feesten der heilige engelen



illustratie
Te splendor et vir- tus Patris,
Te vi-ta Je-su córdi-um,
Ab o-re qui pen-dent tu- o,
Laudámus inter Ange-los.


[pagina 1555]
[p. 1555]
 
U, Jesus, Vaders glans en kracht, / die 't leven van de harten zijt,
 
prijzen wij met de eng'len, die / in dienstbaarheid zien naar uw mond.

Tibi mille densa míllium
ducum coróna mílitat:
sed éxplicat victor crucem
Míchael salútis sígnifer.
In duizend duizendtallen strijdt
voor U der vorsten dichte drom;
maar overwinnend toont het Kruis
Michaël, vaandrig van het heil.
Dracónis hic dirum caput
in ima pellit tártara,
ducémque cum rebéllibus
caelésti ab arce fúlminat.
Hij drijft de draak met wrede kop
in 't diepste van de hellekrocht,
en werpt den veldheer en zijn rot
met bliksem van de hemeltrans.
Contra ducem supérbiae
sequámur hunc nos príncipem,
ut detur ex Agni throno
nobis coróna glóriae.
Tegen den vorst der hovaardij
laat dezen veldheer volgen ons,
opdat het Lam ons van zijn troon
de krans reikt van de heerlijkheid.
Deo Patri sit glória,
qui quos redémit Fílius,
et Sanctus unxit Spíritus,
per Angelos custódiat.
Aan God den Vader zij de eer,
die ons, verlost door zijnen Zoon
en door den Heil'gen Geest gezalfd,
beware door zijn engelen.
Amen. Amen.

Ter ere van de heilige engelbewaarders



illustratie
Custodes hóminum psál-limus Ange-los,
Na-túrae frá-gi- li quos Pa-ter áddi-dit
Coe- léstis cómi-tes, insi-di- ánti-bus
Ne suc-cúmbe- ret hó-sti-bus.


[pagina 1556]
[p. 1556]
 
Der mensen hoeders, de engelen, zingen wij,
 
die onze zwakke aard God uit den hoge als
 
helpers heeft toegevoegd, dat ons geen boze list
 
van de vijanden nederwerpt.

De engel toch die uit hoogmoed gevallen is,
terecht gestoten van zijn hoge ereplaats,
van afgunst brandend zoekt hij te verderven hen
die de Heer tot zijn hemel roept.
Nam, quod corrúerit próditor ángelus,
concéssis mérito pulsus honóribus,
ardens invídia péllere nítitur,
quos caelos Deus ádvocat.
En daarom, wachter, wees ons met uw hulp nabij,
verdrijf van 't vaderland dat u is toevertrouwd,
de ziekten van de geest, alles wat schaden kan
aan de rust van zijn kinderen.
Huc, custos, ígitur pérvigi, ádvolal
avértens pátria de tibi crédita
tam morbos ánimi, quam requiéscere
quidquid non sinit íncolas.
Aan God drievuldig zij glorie in eeuwigheid,
wiens altijddurende gunst het bestel bestiert
van de drievoudige schepping; zijn heerlijkheid
heerst voor immer en eindeloos.
Sanctae sit Tríadi laus pia júgiter,
cujus perpétuo númine máchina
triplex haec régitur, cujus in ómnia
regnat glória sáecula.
Amen. Amen.

Op het feest van de geboorte van den heiligen Joannes den Doper



illustratie
Ut que- ant la-xis re soná re fibris
Mi- ra gestó-rum fá-mu-li tu- ó-rum,
Sol-ve pollú-ti lá-bi- i re-á-tum,
Sancte Jo-ánnes.


[pagina 1557]
[p. 1557]
 
Opdat uw dienaars vrij kunnen bezingen
 
't heerlijke wonder van uw grote daden,
 
neem weg de schuld van hun besmeurde lippen,
 
heil'ge Joannes.

Núntius celso véniens Olympo,
te patri magnum fore nascitúrum,
nomen, et vitae sériem geréndae
órdine promit.
Dalend van hoge hemeltop, de engel
kondigt den vader dat hem wordt geboren
zo groot een zoon, uw naam en loop des levens
duid'lijk hem spellend.
Ille promíssi dúbius supérni,
pérdidit promptae módulos loquélae:
sed reformásti génitus perémptae
órgana vocis.
Twijfelend aan die hemelse belofte,
heeft hij gebruik en klank van stem verloren;
bij uw geboorte hebt gij tong en lippen
hem weer hergeven.
Ventris obstrúso récubans cubíli
sénseras Regem thálamo manéntem:
hinc parens nati méritis utérque
ábdita pandit.
Toevend nog in de schoot van uwe moeder,
kent gij den Vorst in 't bruidsvertrek verborgen;
zo beide moeders profeteren van dit
Kind de geheimen.
Sit decus Patri, genitáeque Proli,
et tibi compar utriúsque virtus,
Spíritus semper, Deus unus omni
témporis aevo.
Eer zij den Vader, eer die uit Hem voortkomt,
eer ook aan U, Hun beider kracht, gelijke,
eeuwige Geest, één God, in alle eeuwen
der eeuwigheden.
Amen. Amen.

Ter ere van den heiligen Joseph



illustratie
Te Jo-seph cé-lebrent ágmi-na coé-li-tum:
Te cuncti ré-so-nent chri-stí- adum cho-ri,
Qui cla- rus mé-ri-tis, junctus es ín-


[pagina 1558]
[p. 1558]


illustratie
cly-tae Casto foé-de-re Vírgi- ni.


 
U, Joseph, viere de hemelse legerschaar,
 
u mogen loven de koren der christenen,
 
die, rijk aan deugden, in heilige echt aan de
 
Maagd vol glorie verbonden zijt.

Als gij verbaasd uw bruid zwanger van heil'ge vrucht
aanschouwt, en twijfel u angst en ontzetting brengt,
dan leert de engel hoe kracht van Gods Heil'gen Geest
zelf dit Kind haar ontvangen deed.
Almo cum túmidam gérmine cónjugem
admírans, dúbio tángeris ánxius,
afflátu súperi Fláminis Angelus
concéptum Púerum docet.
Den pasgeboren Heer koestert gij aan het hart,
gij volgt Hem op zijn vlucht naar 't ver Egypteland,
gij zoekt en vindt Hem terug in Jerusalem,
vreugden parend aan droefenis.
Tu natum Dóminum stringis, ad éxteras
Aegypti prófugum tu séqueris plagas;
amíssum Sólymis quaeris et ínvenis,
miscens gáudia flétibus.
Na 't sterven heiligt eerst and'ren het zalig lot,
na overwinning eerst kroont hen de heerlijkheid;
maar gij, in 't leven, als d'eng'len, geniet gij God,
delend wondere zaligheid.
Post mortem réliquos sors pia cónsecrat,
palmámque eméritos glória súscipit:
tu vivens, súperis par, frúeris Deo,
mira sorte beátior.
Ons die U bidden, Drievuldigheid allerhoogst,
aanzie, en geef ons om zijnentwil op te gaan
tot waar wij eindelijk mogen U zingen het
lied van eeuwige dankbaarheid.
Nobis, summa Trias, parce precántibus,
da Joseph méritis sídera scándere;
ut tandem líceat nos tibi pérpetim
gratum prómere cánticum.
Amen. Amen.



illustratie
Coe-li-tum Jo-seph de-cus, atque nostrae
Certa spes vi- tae,


[pagina 1559]
[p. 1559]


illustratie
co-luménque mundi,
Quas ti-bi lae-ti cá-nimus, be-ní-gnus
Sús- ci-pe laudes.


 
Sier van de heem'len, Joseph, van ons leven
 
zekere hoop, en steunpilaar der wereld,
 
wil in uw goedheid 't blijde lied aanvaarden
 
dat wij u zingen.

Te Sator rerum státuit pudícae
Vírginis sponsum, voluítque Verbi
te patrem dici, dedit et minístrum
esse salútis.
U heeft de Schepper aan de reine Maagd tot
bruigom gegeven; vader van het Woord ook
deed Hij u noemen, stelde u tot dienaar
van de verlossing.
Tu Redemptórem stábulo jacéntem,
quem chorus Vatum cécinit futúrum,
áspicis gaudens, humilísque natum
Numen adóras.
Onzen Verlosser, liggend in een kribbe,
Hem dien het koor der zieners had bezongen,
ziet gij vol vreugde, nederig aanbiddend
God ons geboren.
Rex Deus regum, Dominátor orbis,
cujus ad nutum tremit inferórum
turba, cui pronus famulàtur aether,
se tibi subdit.
Vorst van de vorsten, God en Albeheerser,
Hij voor wiens blik de hellemachten beven,
Hij wien de heem'len diepgebogen dienen,
is u gehoorzaam.
Laus sit excélsae Tríadi perénnis,
quae tibi praebens súperos honóres,
det tuis nobis méritis beátae
gáudia vitae.
Lof zij aan Gods Drievuldigheid voor eeuwig,
die u de eer des hemels heeft geschonken;
geve Zij ons om uwentwil de vreugd van
't zalige leven.
Amen. Amen.

[pagina 1560]
[p. 1560]

Ter ere van de apostelen
Buiten de paastijd

¶ Op het feest van den apostel Joannes (27 December) melodie en laatste strofe van de lofzang Jesu Redemptor omnium, bladz. 1522-1523.



illustratie
Exsultet orbis gáudi- is,
Coelum re- súltet láudibus:
Apo- sto-ló-rum gló-ri- am
Tellus et astra cónci-nunt.
Ex-sultet orbis gáudi- is,
Coe-lum re-súltet láudi-bus:
Aposto-ló-rum gló-ri- am
Tellus et a-stra cóncinunt.


 
De wereld springe op van vreugd, / de hemel juich' van lofgezang,
 
nu der apost'len heerlijkheid / bezingen aard' en sterrenheir.

Gij, die der wereld rechters zijt,
het ware licht van 't wereldrond,
u bidden wij, diep uit het hart:
aanhoort ons dringend smeekgebed.
Vos saeculórum júdices,
et vera mundi lúmina:
votis precamur córdium,
audíte voces súpplicum.
Die 't heiligdom des hemels sluit,
zijn grendels opent door uw woord;
gebiedt ons zondaars te ontslaan
van onze schuld, zo vragen wij.
Qui templa caeli cláuditis,
serásque verbo sólvitis:
nos a reátu nóxios
solvi jubéte, quáesumus.
Gij, wier bevel aanstonds aanhoort
wat ziekte of gezondheid brengt,
geneest de ziel welke verkwijnt,
vermeerdert ons in kracht van deugd;
Praecépta quorum prótinus
languor salúsque séntiunt:
sanáte mentes lánguidas,
augéte nos virtútibus;

[pagina 1561]
[p. 1561]

Ut cum redíbit árbiter
in fine Christus sáeculi,
nos sempitérni gáudii
concédat esse cómpotes.
Opdat, wanneer de Rechter komt,
Christus, aan 't einde van de tijd,
Hij van het eeuwige geluk
ons maken zal tot deelgenoot.
Patri simúlque Fílio,
tibíque Sancte Spíritus,
sicut fuit, sit júgiter
saeclum per omne glória
Den Vader, evenzeer den Zoon,
en ook aan U, o Heil'ge Geest,
zoals het was, zo altijd door
zij eer in alle eeuwigheid.
Amen. Amen.

Ter ere van de apostelen
gedurende de paastijd



illustratie
Tri-stes e-rant A-pósto- li
De Christi a-cérbo fú-ne-re,
Quem morte cru- de- líssima
Servi ne-cá- rant ím- pi- i.


 
Vol droefheid was d'apostelschaar / om Christus' smartelijke dood,
 
dien in een allerwreedste moord / onheil'gen hadden omgebracht.

Sermóne verax Angelus
muliéribus praedíxerat:
Mox ore Christus gáudium
gregi feret fidélium.
De engel in waarachtig woord
had het den vrouwen aangezegd:
Dra meldt de Heer met eigen mond
zijn trouwe kudde 't blij geheim.
Ad ánxios Apóstolos
currunt statim dum núntiae,
illae micàntis óbvia
Christi tenent vestígia.
Terwijl zij 't aanstonds melden gaan
den leerlingen in hun verdriet,
snellen zij voort in Christus' spoor,
waar stralend Hij haar tegentreedt.
Galiláeae ad alta móntium
se cónferunt Apóstoli,
Jesúque, voti cómpotes,
almo beántur lúmine.
Naar Galilea's hoog gebergt'
begeven zich d'apostelen,
daar zaligt, naar hun liefste wens,
Jesus hen door zijn milde licht.

[pagina 1562]
[p. 1562]

Opdat Gij, Jesus, voor de geest
blijvende Paschavreugde zijt,
bevrijd van wrede zondedood
wie 't leven nu herboren zijn.
Ut sis perénne méntibus
paschále, Jesu, gáudium,
a morte dira críminum
vitae renátos líbera.
Aan God den Vader zij de eer,
en aan den Zoon, die uit de dood
verrees, en aan den Paracleet,
tot in der eeuwen eeuwigheid.
Deo Patri sit glória,
et Fílio, qui a mórtuis
surréxit, ac Paráclito,
in sempitérna sáecula.
Amen. Amen.

¶ Op de dagen tussen feesten van Hemelvaart en Pinksteren is de tekst van de laatste strofe als die van de lofzang Salutis humanae Sator, bladz. 1529-1530.

Op het feest van de apostelen petrus en paulus



illustratie
De-cora lux ae-terni-tá- tis áure- am
Di- em be-á- tis irri-gá-vit ígni-bus,
Apo-sto-ló-rum quae co-rónat Prínci-pes,
Re- ís-que in astra lí-be-ram pandit vi- am.
De- co-ra lux ae-terni-tá- tis áu-re- am
Di- em be- á-tis irri-gá-vit ígni-bus,
A- posto- ló-rum quae co-ró-nat Prínci-pes,
Re- ís-que in astra li-be-ram pandit vi- am.


 
Het luistervolle licht der eeuwigheid bestraalt
 
met gloed van zaal'gend vuur de pronk van gulden dag,
 
die der apostelen twee vorsten nu bekranst
 
en 't zondig mensdom wijd de weg ten hemel baant.
[pagina 1563]
[p. 1563]

Mundi Magíster atque caeli Jánitor,
Romae paréntes arbitríque géntium,
per ensis ille, hic per crucis victor necem,
vitae senátum laureáti póssident.
Der wereld leraar en die 's hemels poort bewaakt,
vaders van Rome en der volkeren gericht,
door zege over dood van zwaard of kruisiging,
gelauwerd zetelen in 't hof des levens zij.
O Roma felix, quae duórum Príncipum
es consecráta glorióso sánguine:
horum cruóre purpuráta céteras
excéllis orbis una pulchritúdines.
Gelukkig Rome, dat door 't glorievolle bloed
van deze beide vorsten nu geheiligd zijt!
Daardoor gepurperd gaat te boven gij alleen
al d'overige pracht van heel het wereldrond.
Sit Trinitáti sempitérna glória,
honor, potéstas atque jubilátio,
in unitáte quae gubérnat ómnia
per univérsa aeternitátis sáecula.
Aan Gods Drievuldigheid zij ere zonder eind,
en lof en macht en nimmer zwijgend jubellied,
in onverbroken eenheid die 't heelal bestiert,
door d'ongemeten eeuwen van haar eeuwigheid.
Amen. Amen.

Ter ere van verscheidene martelaren
Buiten de paastijd



illustratie
Sanctorum mé-ri-tis íncly-ta gáudi- a
Pangámus, só-ci- i, géstaque fórti- a:
Gliscens fert á-nimus próme-re cánti-bus
Victó-rum genus ópti- mum.
Sanctorum mé-ri-tis íncly-ta gáudi- a
Pangámus, só-ci- i,


[pagina 1564]
[p. 1564]


illustratie
géstaque fórti- a:
Gli-scens fert á-nimus próme-re cánti-bus
Victó-rum ge-nus ó-ptimum.


 
Het loon der heiligen, vreugden vol heerlijkheid,
 
hun kloeke daden ook, broeders, laat zingen ons;
 
in onze zielen toch wellen de zangen op
 
voor 't puik dat zulk een zege wrocht.

Hen heeft de wereld verafschuwd in ijd'le waan;
want in haar bloemloze dorre onvruchtbaarheid
verachtten haar wie uw Naam, Jesus, zijn gevolgd,
algoede Vorst der zaligen.
Hi sunt, quos fátue mundus abhórruit:
hunc fructu vácuum, flóribus áridum
contempsére tui nóminis ásseclae,
Jesu, Rex bone cáelitum.
Om U versmaadden zij woede en wrede pijn
en felle slagen, door mensen hun toegebracht;
verscheurend marteltuig stond voor hen machteloos,
liet onberoerd hun binnenste.
Hi pro te fúrias atque minas truces
calcárunt hóminum, sáevaque vérbera:
his cessit lácerans fórtiter úngula,
nec carpsit penetrália.
Zij vallen onder 't zwaard zoals de lammeren,
maar geen gemor klinkt er, geen droeve jammerklacht;
hun geest, in zwijgen en zonder bekommernis,
wacht met geduld het sterven af.
Caedúntur gládiis more bidéntium:
non murmur résonat, non querimónia:
sed corde impávido mens bene cónscia
consérvat patiéntiam.
Wat stem of taal vermag 't heil te beschrijven ooit
dat Gij uw martelaars als een geschenk bereidt?
Nog rood van druipend bloed, worden zij rijk bekranst
met sier van schone lauweren.
Quae vox, quae póterit lingua retéxere,
quae tu Martyribus múnera práeparas?
Rubri nam flúido sánguine fúlgidis
cingunt témpora láureis.
U, hoogste, enige Godheid, U bidden wij, Te summa o Dáitas, únaque póscimus,

[pagina 1565]
[p. 1565]

ut culpas ábigas, nóxia súbtrahas:
des pacem fámulis, ut tibi glóriam
annórum in sériem canant.
van schuld te zuiv'ren ons, reddend uit alle kwaad;
schenk aan uw dienaren vrede, dat ere zij
zingen in lengte van jaren U.
Amen. Amen.

Ter ere van verscheidene martelaren
Gedurende de paastijd



illustratie
Rex glo- ri- ó-se Márty- rum,
Co- róna confi- ténti- um,
Qui respu- én- tes térre- a
Perdú-cis ad coe-lé- sti- a:
Rex glo-ri- ó- se Márty-rum,
Co-róna confi-ténti-um,
Qui respu- én- tes tér-re- a
Per-dú-cis ad coe-lésti- a:


 
Roemrijke vorst der martelaars / en krans van al wie U belijdt,
 
wie 't aardse deel hebben versmaad / opvoerend naar het hemelse.

Aurem benígnam prótinus
inténde nostris vócibus:
tropháea sacra pángimus,
ignósce quod delíquimus.
Haast U met een genadig oor
te luisteren naar onze stem:
van heil'ge zege zingen wij;
vergeef wat wij hebben misdaan.
Tu vincis inter Mártyres,
parcísque Confessóribus:
tu vince nostra crímina,
largítor indulgéntiae.
Die in uw martelaars verwint,
belijders uwe gunst bewijst,
Gij, overwin in ons het kwaad
en geef ons uw barmhartigheid.
Deo Patri sit glória,
et Fílio, qui a mórtuis
surréxit, ac Paráclito,
in sempitérna sáecula.
Aan God den Vader zij de eer,
en aan den Zoon, die uit de dood
verrees, en aan den Paracleet,
tot in der eeuwen eeuwigheid.
Amen. Amen.

[pagina 1566]
[p. 1566]

¶ Op de dagen tussen de feesten van Hemelvaart en Pinksteren is de tekst van de laatste strofe als die van de lofzang Salutis humanae Sator, bladz. 1529-1530.

Ter ere van een martelaar

¶ Op het feest van den heiligen Stephanus (26 December) melodie en laatste strofe als van de lofzang Jesu Redemptor omnium, bladz. 1522-1523.



illustratie
De-us tu- ó-rum mí-li-tum
Sors et coró-na, praé-mi- um:
Laudes canéntes Márty-ris,
Absólve ne-xu crí-mi- nis.
De- us tu-ó-rum mí- li-tum
Sors et coró-na, praémi- um:
Laudes ca-néntes Már-ty-ris,
Absólve ne-xu crími-nis.


 
God, die van uwe strijders zijt / het lot, de zegekrans, het loon,
 
nu wij de lof des martelaars / bezingen, slaak de boei van 't kwaad.

Want deze heeft der wereld vreugd
en 't lokken van haar voze dis,
geacht naar hun verborgen gif,
en zo de hemelvreugd bereikt.
Hic nempe mundi gáudia,
et blanda fraudum pábula
imbúta felle députans,
pervénit ad caeléstia.
Sterk trad hij kwelling tegemoet,
heeft haar met mannenmoed doorstaan,
om Uwentwil stortend zijn bloed,
won hij 't geschenk der eeuwigheid.
Poenas cucúrrit fórtiter,
et sústulit viríliter:
fundénsque pro te sánguinem,
aetérna dona póssidet.
Hierom, in nederig gebed
vragen wij U, algoede God:
Ob hoc precátu súpplici
te póscimus, piíssime:

[pagina 1567]
[p. 1567]

in hoc triúmpho Mártyris,
dimítte noxam sérvulis.
op 't feest van deze zegepraal
vergeef uw dienaren hun schuld.
Laus et perénnis glória
Patri sit atque Fílio,
Sancto simul Paráclito,
in sempitérna sáecula.
Lofprijs en glorie zonder eind
zij God den Vader en den Zoon
en aan den Heil'gen Paracleet,
in aller eeuwen eeuwigheid.
Amen. Amen.

¶ Gedurende de Paastijd de laatste strofe als van Rex gloriose Martyrum, bladz. 1565, of van Salutis humanae Sator, bladz. 1530.

Ter ere van een heiligen belijder

¶ Indien deze lofzang niet op de sterfdag van den heilige wordt gezongen, worden de laatste twee regels van de eerste strofe als volgt gewijzigd:

hac die laetus méruit suprémos
laudis honóres.
mag heden blijde 't eerbewijs ontvangen
van hoogste lofprijs.



illustratie
I - ste Conféssor Dómi-ni, co-lén-tes
Quem pi- e laudant pópu-li per orbem,
Hac di- e lae-tus mé-ru- it be-á-tas
Scán- de-re sedes.
I - ste Confés-sor Dómi-ni, co-léntes
Quem pi- e laudant pópu-li per orbem,
Hac di- e lae-tus mé-ru- it be- á- tas
Scán- de-re sedes.


[pagina 1568]
[p. 1568]


illustratie
I -ste Conféssor Dómi-ni, co-léntes
Quem pi- e laudant pó- pu-li per orbem,
Hac di- e lae- tus mé-ru-it be- á- tas
Scán- de-re se-des.
I -ste Conféssor Dómi-ni, co-léntes
Quem pi- e laudant pópu-li per orbem,
Hac di- e lae-tus mé-ru-it be-á-tas
Scán- de- re se-des.
I - ste Conféssor Dómi-ni, co-léntes
Quem pi- e laudant pópu-li per or-bem,
Hac di- e lae-tus mé-ru- it be- á-tas
Scán- de- re se-des.


 
Deze belijder van den Heer, wien vierend
 
prijzen de volken vroom in gans de wereld,
 
mocht heden blijde opgaan naar de zaal'ge
 
hemelse zetel.

Vroom en voorzichtig, nederig en zuiver,
leefde hij matig, zonder vlek van zonde,
Qui pius, prudens, húmilis, pudícus,
sóbriam duxit sine labe vitam,

[pagina 1569]
[p. 1569]

donec humános animávit aurae
spíritus artus.
zolang zijn adem 't samenstel bezielen
bleef van zijn mensheid.
Cujus ob praestans méritum frequénter,
aegra quae passim jacuére membra,
víribus morbi dómitis, salúti
restituúntur.
Om zijn verdiensten heerlijk worden dikwijls
leden van zieken, waar ter wereld lijdend,
vrij van hun kwaal en pijn, aan de gezondheid
wedergegeven.
Noster hinc illi chorus obsequéntem
cóncinit laudem celebrésque palmas,
ut piis ejus précibus juvémur
omne per aevum.
Daarom zingt nu ons koor het hem gewijde
loflied tot eer van zijn befaamde zege,
dat zijn gebeden vroom ons mogen bijstaan
te allen tijde.
Sit salus illi, decus atque virtus,
qui, super caeli sólio corúscans,
tótius mundi sériem gubérnat
trinus et unus.
Hem zij het heil, de luister en de sterkte,
die boven hemels troon in glans gezeten,
van gans de wereld d'ordening blijft leiden,
één en drievuldig.
Amen. Amen.

Ter ere van een heilige maagd

¶ Gedurende de Paastijd melodie en laatste strofe als van de lofzang Tristes erant Apostoli, bladz. 1561-1562.



illustratie
Je-su co-ró-na Vírgi-num,
Quem Ma-ter il-la cónci-pit,
Quae so-la Virgo pár-tu-rit:
Haec vo-ta clemens ácci-pe.
Je-su co-ró-na Vírgi-num,
Quem Ma-ter il-la cónci-pit,
Quae so-la Virgo pártu-rit:
Haec vo-ta clemens ácci-pe.


[pagina 1570]
[p. 1570]
 
Jesus, der maagden lauwerkrans, / wien gene Moeder eens ontving
 
die maagd'lijk baarde, zij alleen, / neem dit gebed in goedheid aan;

Die tussen leliebloemen weidt,
omgeven door der maagden rei,
de bruidegom vol luister, die
zijn bruiden haar beloning schenkt.
Qui pergis inter lília,
septus choréis Vírginum,
Sponsus decórus glória,
sponsísque reddens práemia.
Waarheen Gij gaat, daar volgen U
de maagden, die met lofgeroep
en zingend treden in uw spoor,
met klank van zoete liederen.
Quocúmque tendis, Vírgines
sequúntur, atque láudibus
post te canéntes cúrsitant,
hymnósque dulces pérsonant.
U bidden smekend wij, dat Gij
aan onze zinnen geven moogt,
geen weet te hebben hoe dan ook
van wonden der geschondenheid.
Te deprecámur súpplices,
nostris ut addas sénsibus
nescíre prorsus ómnia
corruptiónis vúlnera.
Kracht, eer en lof en heerlijkheid
zij God den Vader met den Zoon,
en ook den Heil'gen Paracleet,
in aller eeuwen eeuwigheid.
Virtus, honor, laus, glória
Deo Patri cum Fílio,
Sancto simul Paráclito,
in saeculórum sáecula.
Amen. Amen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken