Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Carmina (1912)

Informatie terzijde

Titelpagina van Carmina
Afbeelding van CarminaToon afbeelding van titelpagina van Carmina

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.47 MB)

Scans (5.53 MB)

ebook (2.92 MB)

XML (0.12 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Carmina

(1912)–P.C. Boutens–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 97]
[p. 97]

Terra - vallis nimis amoena

 
Hoe scheidt nog ooit van hier,
 
Van 't klare zonnevier
 
De ziel, die wilde zwaan, nooit zat van trekken?
 
Uit dit haar levend huis
 
Waar stilte en windgeruisch
 
Als echo zaalgen zang of zoeter zwijgen wekken?
 
 
 
Haar drift die nergens went,
 
Die haat al wat zij kent,
 
En enkel leven wil van wonders verschen honing,
 
Vindt hier de oneindigheid
 
Gelijk een tent gebreid,
 
Verrukking eeuwig nieuw haar alledaagsche woning:
 
 
[pagina 98]
[p. 98]
 
Zij ziet de starren gaan,
 
De wisselende maan,
 
Geen schoone nacht is schoonen nacht gelijk te noemen, -
 
Elk ander dagelicht
 
Verlucht het aardgezicht
 
Met nieuwer bloemen oogen, nieuwer oogen bloemen.
 
 
 
Zij groet in 't groene dal
 
Gezellen zonder tal,
 
Als zij gevangen in lijfs schoon-doorzichte leden: -
 
O teêr geluk dat raadt
 
Door oogelicht gelaat
 
Der zustren schooner naaktheid in den schoonen kleede!
 
 
 
Alzijds heur liefde breekt
 
Den einder en ontsteekt
 
Lampen alom van zielen die haar wederminnen:
 
Geen hoek blijft onverlicht
 
In levens vergezicht,
 
Der zielen eindeloozen omgang voor Gods tinnen.
 
 
[pagina 99]
[p. 99]
 
O wijde rondedans
 
Binnen de blauwe schans,
 
O kussen, spranken vuur in 't scheiden en ontmoeten
 
Hun melkweg floerst den trans
 
Van dag en nacht met glans,
 
En trekt al levens leven mede in zalig moeten!
 
 
 
Hoe komt dan hier vandaan
 
De ziel, die teedre zwaan,
 
En windt zich los uit de armen harer groene moeder?
 
Hoe hoopt haar dorst en waar
 
Water zoo zoet en klaar?
 
Waar speurt haar honger kans op eeuwger voeder?
 
 
 
Wat ongekend verschiet
 
Van hemelsch chrysolieth
 
Breekt stervende oogen in zoo toomeloos verlangen,
 
Dat de onontkoombre dood
 
Haar wordt tot lieven nood
 
Die dwingt tot afscheid waar het hart wil blijven hangen?
 
 
[pagina 100]
[p. 100]
 
Ik zag er grijs en oud, -
 
Zij lieten kind en goud,
 
En vouwden de eenzaamheid van haar verlaten handen.
 
Ik zag er jong en blij,
 
Zij traden uit de rei,
 
Alleen verlangens licht bleef in hare oogen branden.
 
 
 
Ik zag haar allen gaan
 
Als scheidden zij van waan
 
Naar heerlijkheid van onvermoede zekerheden;
 
De schoonsten scheidden 't reedst:
 
Als uit een huwlijksfeest
 
De bruid en bruîgom gaat, zoo leken zij te treden...
 
 
 
Hier peilt geen wake of slaap
 
Zoo ver van aardes kaap
 
De stille diepten van der heemlen oceanen,
 
Dat ooit gedachte vond
 
Den grondeloozen grond
 
Dier nieuwe zaligheid waarvoor de starren tanen.
 
 
[pagina 101]
[p. 101]
 
Daar is niet een die leeft
 
En daarvan konde heeft,
 
Geen stem die daarvan zingt: - al aardes stemmen klagen...
 
De ziel wil geen bescheid
 
Buiten haar zekerheid:
 
Het ondoorgrondlijk wonder dat lijfs oogen zagen:
 
 
 
Ik weet, als ik bewaar
 
Deze oogen diep en klaar,
 
Dat niets en nimmermeer hun blijdschap zal bedrukken;
 
Dat meest verheerlijkt gaat
 
Die hier het meest verlaat;
 
Dat vreugde keert tot vreugd, verrukken tot verrukken...
 
 
 
Ik weet, niets haalt van hier,
 
Van 't zoete zonnevier
 
De ziel, die rijzge zwaan, in alvergetend moeten,
 
Dan dat door ijlen dood
 
Hare oogen 't morgenrood
 
Van nieuwer liefde oneindgen zonneschijn begroeten!

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken