Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Strofen en andere verzen uit de nalatenschap van Andries de Hoghe (1932)

Informatie terzijde

Titelpagina van Strofen en andere verzen uit de nalatenschap van Andries de Hoghe
Afbeelding van Strofen en andere verzen uit de nalatenschap van Andries de HogheToon afbeelding van titelpagina van Strofen en andere verzen uit de nalatenschap van Andries de Hoghe

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.33 MB)

XML (0.07 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Strofen en andere verzen uit de nalatenschap van Andries de Hoghe

(1932)–P.C. Boutens–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 13]
[p. 13]

Negende strofe

 
Daar is niet éen die eenzaam gaat als ik,
 
en geen der andren draagt zijn harts geheim -
 
dit donker zaad dat zwelt naar lichten bloei,
 
dit stomme leed dat hijgt naar luid geluk -
 
in zulk een klem van onverbreekbaar zwijgen.
 
Want als een kind, in vroegste jeugd verdoold
 
naar een ver land, moeder en moedertaal
 
alleen nog weet als felbewust gemis,
 
ergens achter den bleeken horizon
 
een lang verloren onbereikbren schat;
 
en als zijn hart in druk van smart of vreugd
 
zich uit moet spreken aan een ander hart,
 
keert het vreemd woord in ledige echo weder,
 
ijdel en dood zoodra zijn mond het sprak -:
 
zóo, waar ik door de lichte volten dwaal
 
van dit ontelbaar levendschoone volk,
 
wenken van de overzij der dubble stilte
 
oogen alzijds mijn oogen als gelijken,
 
en mijn hart bonst in luideloozen zang;
 
maar als mijn schuwe groet hun nadertreedt,
 
en van hun lippen ruischt het helder antwoord,
 
dan voel ik hoe ik nimmer halen zal
 
den simplen aanslag van dien heemschen toon,
 
en 't teedre lied blijft op mijn lippen stom...
 
En andren onderwijl, als duistre schimmen,
 
met oogen achter schaduwmom versmeuld,
 
sluipen en duiken door het dichtst gewoel,
 
en vaak benadert mij hun half gebaar
 
als een dof grijnzen: ‘gij zijt éen van ons’ -
 
en van hun lippen valt een heesch gefluister,
[pagina 14]
[p. 14]
 
een taal waarin geen schepsel zingen kan,
 
maar waarvan iedre klank mijn hart doorpriemt
 
en ieder woord mijn diepste wezen schokt,
 
en tranen wellen, die mijn oogen branden...
 
O daar is geen die eenzaam gaat als ik!

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken