Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Strofen en andere verzen uit de nalatenschap van Andries de Hoghe (1932)

Informatie terzijde

Titelpagina van Strofen en andere verzen uit de nalatenschap van Andries de Hoghe
Afbeelding van Strofen en andere verzen uit de nalatenschap van Andries de HogheToon afbeelding van titelpagina van Strofen en andere verzen uit de nalatenschap van Andries de Hoghe

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.33 MB)

XML (0.07 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Strofen en andere verzen uit de nalatenschap van Andries de Hoghe

(1932)–P.C. Boutens–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 25]
[p. 25]

Zestiende strofe

 
Door alle levens heen herkent de ziel
 
dezelfde donkre doodnabije huivering...
 
Het was op de Altis waar een eedler bloei
 
van menschekindren aan der heuvlen voet,
 
beschaduwd door de blankbezonde wolk
 
van marmren goden en vergode helden,
 
de kom van 't dal met heilige aandacht vulde.
 
Want zooals avondwind in zwijgen uitvloeit
 
tusschen de pijnen, zoo bezonk de stilte,
 
nu voor den laatsten keer de blanke vlucht
 
van Hellas' jonge knapen rond de bocht
 
van 't stadion zwenkte... Toen gelijk Eooios
 
zich losmaakt uit den zilvren morgennevel
 
en zuivernaakt opglanst in 't huivrend blauw,
 
zoo droegen uwe voeten u vooruit
 
ver voor den rappen drom, en stralend eenzaam
 
schouwden mijn oogen u als nooit tevoren,
 
als zonk de wereld van ons als een kleed
 
en gij alleen bleeft met me in 't gouden licht
 
verroereloosd tot eeuwig aangedenken...
 
Maar door de jonge manschap waar ik stond
 
verruchtte 't murmelfluistren der bewondring,
 
en donkerde den weerlooz' oogenblik
 
van die verrukking, en ik zag u niet;
 
want huivrend zonk ik weg in blinde kolk
 
terwijl de donder van den bijval uitbrak
 
en naar de verre stille passen rolde.
 
En als een ijle blanke vogelstem
 
door 't donker bruisen van een waterval
[pagina 26]
[p. 26]
 
dauwde in mijn oor deeszelfde zoete zang
 
van troost zooals alleen een god bedenkt:
 
‘wees niet bevreesd: geen heeft gezien dan gij;
 
en niemand deelt uw schat of rekenschap.’

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken