Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vergeten liedjes (1909)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vergeten liedjes
Afbeelding van Vergeten liedjesToon afbeelding van titelpagina van Vergeten liedjes

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.27 MB)

XML (0.05 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vergeten liedjes

(1909)–P.C. Boutens–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 34]
[p. 34]

Een oud lied

 
Ik zag uw ziel in oogenschijn
 
Beluistren als een schoon verhaal
 
Dit oude lied in vreemde taal,
 
Dus mag het niet vergeten zijn:
 
 
 
Zoo vele lange dagen scheen
 
De heete zomerzon:
 
De wateremmer in de bron
 
Schuurde langs 't droge steen.
 
 
 
De laatste straal der zon verblonk,
 
De maan besteeg haar volle wacht.
 
'Ik kan wel voor éen zomernacht
 
Buiten mijn avonddronk.
 
 
 
Maar waar vind 'k water voor de bloem
 
Die 'k draag zoolang ik 't leven weet,
 
Op aller dagen simpel kleed
 
Als eengen witten roem?'
 
 
 
De kelk hing neêr aan dorren steel.
 
Heur blank gezicht werd als 't gelaat
 
Van een ziek kind dat sterven gaat.
 
Zoo leî 'k haar naast mij op de peel.
 
 
 
Mijn ziel zocht rusteloos en loom
 
Door 't graf van 't ijle donker rond
 
Dien tijdeloozen nacht, maar vond
 
De deur niet naar den lichten droom.
 
 
 
Ik hoorde vallen éen voor éen
 
Mijn eigen tranen door de stilt:
 
Die welden stadig, warm en zilt,
 
Tusschen geloken leên.
[pagina 35]
[p. 35]
 
Wit keek de morgen door den kier.
 
De wind stak op om 't eenzaam huis;
 
De hemel brak in koel geruisch;
 
De regen sloeg op veld en dier.
 
 
 
Ik rees en stond, mijn hand ontsloot
 
De ramen van het breed kozijn;
 
De kamer liep vol vochten schijn -:
 
Daar lag de bloem als bloed zoo rood.
 
 
 
Teêr droeg ik haar, een kind dat sliep,
 
Naar buiten waar de regen viel.
 
De roode bloem, mijn eigen ziel
 
Dronken het leven lang en diep.
 
 
 
Daar smolt de zon door wolkenwand,
 
In 't Westen rees de regenboog;
 
Diep uit het bloemehart omhoog
 
Reukte de geur als offerand.
 
 
 
Nu houdt zij steeds haar aardsche kleur,
 
Mijn roode bloem, mijn roode lust -
 
Maar, hemel al op aard bewust,
 
Haar gansche ziel werd geur!
 
 
 
Ik zag uw ziel in oogenschijn
 
Beluistren als een schoon verhaal
 
Dit oude lied in vreemde taal,
 
Dus mocht het niet vergeten zijn.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken