Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzamelde gedichten (1966)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzamelde gedichten
Afbeelding van Verzamelde gedichtenToon afbeelding van titelpagina van Verzamelde gedichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.18 MB)

Scans (7.99 MB)

XML (0.18 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzamelde gedichten

(1966)–Gerard den Brabander–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 183]
[p. 183]

Latere verzen
1950-1965

[pagina 185]
[p. 185]

Ondergang

I

 
De rode haan kraait, en het hart brandt uit
 
en krimpt ineen tussen verkoolde muren.
 
Een torenklok slaat redeloze uren,
 
die traag verdampen, zonder stemgeluid.
 
 
 
Kokhalzende begint een grijze affuit
 
zijn wezenloze manen af te vuren.
 
Een hond bepist de laatste tempelmuren:
 
het woord verstomde, want de geest vloog uit.
 
 
 
De stomme wanhoop cirkelt door 't heelal.
 
De sterren schreien. In de hel is 't bal.
[pagina 186]
[p. 186]

II

 
O, wilde wanhoop! Radeloos van gedachten,
 
woeden de mannen in hun binnenkamers
 
en tasten blindelings naar bijl en hamers
 
en vangen aan hun kinderen te slachten.
 
 
 
Vrouwen werpen de lijken uit de ramen
 
en grijpen fel de manlijke geslachten
 
en dwingen 't lid tot een verwoed verkrachten
 
en voelen 't zaad zich in de schede schamen.
 
 
 
En, kreunend aan elkander vastgeklampt,
 
sterft een geslacht, wellustig en vergramd.
[pagina 187]
[p. 187]

III

 
De laatste hoer, naakt in haar nachtverblijf,
 
streelt voor de spiegel met verwezen handen
 
het weeldrig dons van haar verzonken schande
 
en schendt amechtig haar vereenzaamd lijf.
 
 
 
De laatste hoer ontvlucht haar nachtverblijf
 
en ziet de wereld, die zichzelf ontmande;
 
zwerft en bewatert wezenloos de landen,
 
de laatste functie van een doelloos lijf,
 
 
 
dat werd veroordeeld tot onvruchtbaarheid:
 
het zaad verdroogde en geen vrucht gedijt.
[pagina 188]
[p. 188]

IV

 
De aarde krimpt. De zee verkrampt tot ijs.
 
De vis versteent in roerloze rivieren.
 
De weiden sterven. De verstarde dieren
 
verpulveren. De aarde is dood en grijs
 
 
 
en wentelt voort. Een zinneloze reis.
 
Een speelbal in het spel van Zijn bestieren,
 
ziet God haar ledig door de ruimte gieren
 
en glimlacht dof. De aarde is eigenwijs
 
 
 
en draait verdwaasd haar redeloos bestaan.
 
De aarde is dood. 't Verstand is naar de maan.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken