Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het lelijkste land ter wereld (1968)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het lelijkste land ter wereld
Afbeelding van Het lelijkste land ter wereldToon afbeelding van titelpagina van Het lelijkste land ter wereld

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.58 MB)

XML (0.11 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen
non-fictie/architectuur


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het lelijkste land ter wereld

(1968)–Renaat Braem–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Milieu der ersatzen - ersatz-milieu

Het is omdat de stad niet rationeel ingericht is dat wij de auto dagelijks nodig hebben. De kosten besteed aan auto's, verbreden van verkeerswegen en straten, verkeerspleinen, verkeersagenten, benzine, is de prijs van de ersatz voor een goede stad, een goed verkeerssysteem, een goede planning van woon- en werkgebied waarover we NIET beschikken.

Maar die ersatz lost niets op. Het doel geworden middel belast de gemeenschap met enorme inspanningen, die als voornaamste resultaat hebben het nog meer ontwrichten van het gehele organisme, het vernietigen van de landbouw- en natuurzones, het vernietigen van de vrijheid van beweging, het nog meer uitbreiden - door de verkeersfaciliteiten - van de bebouwde of tot bebouwing veroordeelde zones.

Na het voorgaande klinkt het zeker niet nieuw als we er nadrukkelijk op wijzen dat het huidige levensmilieu in Vlaanderen, zowel als elders, de mens niet meer dient, zoals dat in de middeleeuwen zichtbaar wél het geval was, ondanks de gebrekkige technieken, maar de mens biologisch, psychisch en moreel belast, dank zij de geperfektioneerde technieken. Het hele materiële levenskader werkt negatief.

Op menselijk plan betekent dit dat de zgn. vooruitgang en welstand van de grote massa volkomen illusoir zijn, want men heeft het verlies van vanzelfsprekende

[pagina 34]
[p. 34]

dingen, de biologische basis voor een gelukkig en gezond leven, slechts vervangen door, weliswaar meer winstgevende, ersatzen.

De kleine sociale sektor inzake woningbouw, die ondanks geweldige moeilijkheden toch tot zekere realizaties heeft geleid, wordt dan nog aan de basis aangetast door een listige propaganda vanwege de zgn. Home Builders, die zich sterk maken alle socializerende tendensen de vloer onder de voeten weg te nemen door van alle arbeiders eigenaars te maken, - senator Collin heeft het zelf letterlijk zo verklaard!

U ziet hoe bouwen, straten trekken, wijken uitbreiden, steden plannen gematerializeerde politiek is, voor het goede of het kwade.

Laat ik dan nog eens de vinger leggen op de Vlaamse wonde Brussel, en uw aandacht vragen voor de verfransingspolitiek die o.a. de aanleg van nieuwe villaen middenstandsbuurten rond Brussel, ook ten noorden, gebruikt om de ziel van ons volk te vermoorden.

Het leven in de grootstad zonder sociaal equipement, als overstroming van de ruimte met amorfe, lelijke bebouwing, isoleert de mens, alléén te midden der massa. Zijn leven te midden van lawaai, duisternis en stank, in een vernederend en het oordeelsvermogen vernietigend arbeidsmilieu, maakt hem tot een gekonditioneerd, maar met gevaarlijke complexen getormenteerd wezen, dat een gemakkelijke prooi wordt én van de hidden-persuaders die hem naar steeds sterkere konsumptie om de konsumptie - d.i. om winst - stuwen, én van de politici die gaarne big brother willen worden, en dit dan ook zullen worden met de gratie der grootfinancie, als deze dit nodig zal oordelen, want het monster dat Hitler baarde, is niet dood, zoals Brecht ons beleerde. En inderdaad, de stad is een monster, waarvan de morbiede geest, mengsel van perfide propaganda, reklame en benzine, ook langs de beeldentaal van de T.V. de laatste gezonde lagen van het volk

[pagina 35]
[p. 35]

besmet en intoxikeert.

Het ziet er inderdaad naar uit dat er geen Noorden meer is om op aan te sturen, en men mocht dit land enkele jaren na de bevrijding wel karakterizeren als ‘a fools paradise’. ‘Produceren en konsommeren in eendracht maakt macht’ schijnt wel het leidmotief te zijn geweest van de politiekers die tot vandaag toe het heft in handen hebben gehouden. Waartoe dit leidt, wordt bijv. geïllustreerd door de bouwpolitiek na de oorlog '40-'45. Er moest kolen zijn, primaire energiebron van België. Daartoe moesten er mijnwerkers zijn. Om mijnwerkers te hebben, schonk men allerlei voordelen aan de moedige lieden die er het voor een redelijk loon voor over hadden in de ingewanden der aarde te zwoegen. Men verschafte dus goedkope leningen aan de gezinnen die bij de mijnen wilden wonen. Nu die mijnen stilgelegd worden, zitten de mensen daar in tragische toestanden gevangen, waaraan ook overschakeling naar andere bedrijvigheden en rekonversies slechts gebrekkige uitkomst kan bieden.

Het is een bijzonder tekenende vaststelling dat ONS land, dat na de oorlog met onbeschadigd equipement een periode heeft doorgemaakt van groeiende materiële welstand, wel geld heeft gevonden voor allerlei gekke dingen - o.a. het financieren van vreemde industrievestigingen die ons hier ter plaatse komen bekonkurreren, geld voor ontelbare straatjestrekkerijen, premies voor onzinnige De Taeye-huisjes en dgl., maar geen enkele schouwburg heeft gebouwd. Slechts enkele kulturele centra werden ingericht, en dan nog door plaatselijke besturen. Slechts enkele kleinere hospitalen kwamen klaar, maar bijv. het Middelheimhospitaal te Antwerpen houdt de architekten bezig vanaf 1946; het Administratief Centrum te Antwerpen - dat nochtans een essentieel instrument is in de 20e-eeuwse papierkultus - werd in 1953 begonnen en geraakte in 1967 pas in de eerste faze klaar.

[pagina 36]
[p. 36]

Het Gents universitair hospitaal, vóór de oorlog begonnen, funktioneert slechts gedeeltelijk; het Leuvens dito is nog niet aan het eind van zijn lijdensweg.

De nieuwe Heyzelwijk, waar men van in 1956 mee bezig is en die in 1958 het show-piece van de Expo moest worden, was in 1966 ongeveer half voltooid maar met weglating van het essentiële sociale equipement, waarvoor men totnogtoe geen financiële middelen heeft gevonden.

Dit is weer karakteristiek voor de Belgische kortzichtigheid: we moeten de mensen huisvesten, een dak boven het hoofd geven, opdat ze als meerwaarde-voortbrengers zouden beschikbaar blijven. Opvoeding door zelfwerkzaamheid en operationele solidariteit wordt echter als overbodig en misschien wel als schadelijk geacht, want als de mensen hun verlatenheid voor de T.V.-post verwisselen voor samenkomsten met gelijkgeaarde buren, kunnen daar slechts eisen - die kosten - uit voortkomen. De mens is dus alleen, blijft alleen en moet alleen blijven.

Een Engelse kommissie heeft het ‘Buchanan Report’ opgesteld, dat prachtige voorbeelden levert hoe het verkeersprobleem in de bestaande stad op te lossen. Het zou echter zoveel kosten en zoveel lange jaren procedure en moeilijkheden opleveren dat de kommissie in kwestie geen uitweg ziet. In het kader van het privaat bezit van grond en produktiemiddelen, is de oplossing totaal onmogelijk. Maar ook de socialistische landen ontbreekt het aan energie en inzicht om de noodzakelijke herordening aan te pakken zoals het hoort. Zij moeten hun energie voor een groot deel besteden aan defensiemiddelen en bovendien is ook bij hen de visie op het heden en de toekomst door de oogkleppen van het verleden bepaald. Ze zijn aangestoken door de westerse razernij voor de produktie van dingen die in de hedendaagse wereld kriteria van welstand worden geacht: auto's, ijskasten, mixers, radio's, foto- en film-

[pagina 37]
[p. 37]

toestellen, eerder modieuze dan praktische kleren, zinloos toerisme, zinledige ontspanning van alle aard. Dit alles liever dan goed wonen, geestverheffende ontspanning, voldoend gespreide kultuuropbouw, schoonheid en stijl in het dagelijks leven.

Laten we de basisgegevens van het vraagstuk ‘lelijkste land-lelijkste leven’ nu eens samenvatten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken