Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Opperlandse taal- & letterkunde (1981)

Informatie terzijde

Titelpagina van Opperlandse taal- & letterkunde
Afbeelding van Opperlandse taal- & letterkundeToon afbeelding van titelpagina van Opperlandse taal- & letterkunde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.73 MB)

Scans (15.76 MB)

XML (0.84 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
taalkunde/algemeen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Opperlandse taal- & letterkunde

(1981)–Hugo Brandt Corstius–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 66]
[p. 66]

Hoofdstuk 2 Palingram inclusief de wet van het paltal

20 Symmetrie in taal

Waar je ook kijkt, in de dode natuur of in de levende, in de natuur of in de cultuur, overal zie je symmetrie en herhaling. Kristallen en planten en gezichten en gebouwen, allemaal symmetrisch. De schepper verzon de helft, en maakte de andere helft daaraan gelijk. De mens doet dat meestal ook. Maar op één terrein is symmetrie juist de grote uitzondering: de taal. Herhaling is daar in mindere mate ook uitzondering; dat komt in hoofdstuk vier aan de orde. Symmetrische grammen zijn schaars, en dus zeer gevraagd in Opperland. Bij de uitleg van het begrip ‘gram’ in 08 vestigde ik al de aandacht op de twee niveaus die bij spiegeling een rol speten. Een gram heet een palingram als de rij ondergrammen die dat gram vormt in omgekeerde volgorde hetzelfde gram oplevert. Meestal denkt men aan de letters die een zin vormen ( de spatie wordt dan buiten beschouwing gelaten). Voor deze spiegeling van de letters in een zin reserveren we de term ‘palindroom’; van het Griekse ‘palin’, terug, en ‘droom’, wandeling.

Een kind dat de letters leert, schrijft die soms van links naar rechts, soms van rechts naar links, en soms van boven naar beneden. Van beneden naar boven heb ik nog niet gezien. Rechts-handige schrijvers met inkt hebben enig voordeel bij onze gewoonte om van links naar rechts te schrijven. Maar u weet dat ook de beide andere methodes voorkomen. Er is ook nog de manier ‘zoals een os een ploeg over de akker trekt’: van links naar rechts, en de volgende regel van rechts naar links: het oog hoeft dan niet te springen. De Grieken schreven soms met deze brei-methode, en het is geen wonder dat het beroemdste palindroom op de rand van een waterbak viel te lezen in Constantinopel. In onze Latijnse letters gaat wat verloren omdat wij niet één letterteken voor ps hebben. De tekst betekent: ‘Was je zonden en niet alleen je gezicht’. Als palindromen veel zouden voorkomen, zou men niet direct weten hoe de leesrichting was in een ‘ploegende-os’-geschrift.

 

....................

niψon anomhmata mh monan oψin

....................

 

Elementairder dan het palingram is het grammenpaar dat elkaars gespiegelde is. Een palingram is dan dát paar dat uit twee keer hetzelfde gram bestaat. Ze spelen in het Opperlands nauwelijks een rol. In 21 hebben we het over de gespiegelde woordparen. In 22 behandelen we de palinwoorden in het ondergram letter. De lettergreep als eenheid in een woord komt in 23, en de andere woorddelen in 24. In 25 komt dan het echte palindroom aan de beurt, waarvan haast alle mij bekende voorbeelden uit het brein van één man zijn gevloeid. In 27 behandelen we de palinzinnen met het woord als ondergram. Leeg is 28, teksten met gespiegelde zinnen. In 29 keren we terug naar het laagste gram: de letteronderdelen.

21 Woordparen

De letters van een woord leveren soms in andersomme volgorde een ander woord in dezelfde taal: ‘nettobedrag’ - ‘gardebotten’, en ‘neger’ en ‘regen’, ‘door’ en ‘rood’, en dus ‘doorregen’ en ‘negerrood’. Veel van deze paren zijn terug te vinden in de palinwoorden met even lengte uit de lijst 22a: ‘Siam-maïs’, ‘nies-sein’, ‘rook-koor’, ‘droom-moord’.

Volgens Becanus (1519-1573) maak je, door een woord om te keren, er een woord met tegengestelde betekenis van. Maar betere voorbeelden dan ‘Alp-pla’ en ‘leven-nevel’ zijn niet te vinden. In de schrijftaal is er één teken, namelijk het openende haakje, dat zijn tegendeel, het sluithaakje, weerspiegelt. In veel computer-programmeertalen spelen zulke haakjes een grote rol, en het is daar gebruik geworden om Engelse woorden als ‘do’, ‘sub’, ‘if’ en ‘case’ te spiegelen in hun afsluitingen met ingebouwd sluithaakje: ‘od’, ‘bus’, ‘fi’, ‘esac’. Als er een taal is waar ‘doe’, ‘onder’, ‘als’ of ‘geval’ een spiegelwoord is, dan gaat dit daar niet.

Mevrouw Van Buren wijst in 22b op de achternamen van onze koloniale bastaarden, maar in het Indisch Familiear-

 

....................

Partizan Nazitrap
nabokov

....................

[pagina 67]
[p. 67]

22a1 Driehonderdendrie prachtige keerwoorden

3
aha
ara
dod
eke
ene
ere
ete
hah
hoh
kak
kek
kik
kok
kijk
lal
lel
lil
lol
lul
mam
mem
mom
mum
non
oho
ovo
ozo
pap
pep
pip
pop
pup
pijp
sas
sis
sos
sus
sijs
tot
tut
4
alla
daad
deed
dood
ebbe
ecce
effe
egge
elle
emme
enne
eppe
esse
geëg
goog
kaak
keek
kook
neen
paap
raar
soos
tuut
5
arkra
eikie
epopé
etste
geleg
gezeg
kajak
kazak
lepel
madam
naman
neden
neeën
negen
nemen
nepen
neten
neven
radar
reder
reier
rever
rotor
saga's
sawa's
sexes
shahs
solo's
stuts
temet
tenet
6
eissie
giffig
gillig
gittig
kippik
liggil
lossol
neggen
nekken
nellen
neppen
netten
nijllijn
nijppijn
pikkip
redder
reeeer
rekker
reller
remmer
renner
repper
rottor
sarras
serres
staats
stoots
steets
tuttut
7
alibila
amokoma
diaraid
eedidee
eetstee
egasage
evagave
kalklak
kapopak
karwrak
keikiek
keiziek
kortrok
kutstuk
lampmal
lavaval
leiwiel
marsram
meeneem
meezeem
merkrem
modedom
nepapen
netsten
ottetto
paalaap
palmlap
papapap
petstep
pilslip
pompmop
potstop
prodorp
racecar
randnar
reisier
roodoor
rotator
rotstor
sagogas
slamals
slegels
snevens
tandnat
tanknat
tentnet
tokokot
topspot
8
deelleed
doorrood
gaallaag
gorttrog
klokkolk
knippink
kolkklok
korttrok
kotsstok
krabbark
kurkkruk
maannaam
niessein
pitsstip
poolloop
rookkoor
reissier
seissies
siammais
sierreis
snakkans
snellens
spittips
tuuttuut
9
avondnova
doornrood
draafaard
draagaard
draaiaard
draakaard
draalaard
droogoord
droomoord
edelslede
faalslaaf
feestseef
kaalslaak
kaamsmaak
kaatstaak
keerpreek
klotetolk
knalblank
knalklank
knalplank
kolerelok
koopspook
legokogel
legovogel
maandnaam
maartraam
Malagalam
Malayalam
marktkram
mezebezem
moordroom
naaldlaan
neertreên
Nepalapen
neppoppen
neppuppen
netebeten
neteneten
paalslaap
paardraap
peergreep
plutotulp
polkaklop
poolsloop
portstrop
roomsmoor
silopolis
snorfrons
spurtrups
stormrots
stortrots
strafarts
stremerts
sulcyclus
taalplaat
tarwewrat
tramsmart
tuttuttut
10
droommoord
kapellepak
legerregel
libellebil
Malakkalam
moorddroom
regelleger
regenneger
snerttrens
topkookpot
11
gardebedrag
gardegedrag
legerkregel
lekenknekel
lekerkrekel
levantnavel
levenknevel
levensnevel
leverdrevel
leverwrevel
lippepeppil
meetsysteem
morgegegrom
nedertreden
pokkedekkop
staalplaats
strengnerts
taartstraat
teeltatleet
troostsoort
12
koortsstrook
kornettenrok
neppikkippen
nepstaatspen
parterretrap
rekkennekker
tuuttuuttuut
13
kaasredersaak
melklepelklem
partybabytrap
rennersrenner
14 en meer
deelstaatsleed
Nijlreissierlijn
neppitsstippen
partyboobytrap
pilsrennerslip
nepmalagalampen
rookseinnieskoor
parterreserretrap
edelstaalplaatslede
[pagina 68]
[p. 68]

chief heb ik geen teken kunnen vinden dat de heren Kok of Lepel zich hun probleem bewust waren.

Met een computer zou men de spiegelende woorden zo uit een woordenboek kunnen halen. Ik heb dat niet gedaan.

Interessant zijn gevallen waar een Nederlands woord in omgekeerde volgorde een woord in een andere taal is: ‘stroper-reports’, ‘straf-farts’. En dan niet om voor de hand liggende redenen zoals bij ‘nato-otan’ en ‘uno-onu’ het geval is. Ideaal is dan natuurlijk dat er tegelijk vertaling is. Ik ken van dit ideaalgeval alleen het Nederlandse ‘nier’ dat omgekeerd het Franse ‘rein’ is. Woordspiegeling is pas mooi in het geval van:

22 Palingram van letters in woorden

Dat een omgekeerde ‘lepel’ weer een ‘lepel’ is, dat weet iedere gebruiker van de Nederlandse taal. Maar hoeveel palingram-woorden (de term ‘palindroom’ reserveren we liever voor de in letters omkeerbare zinnen van 25) er in de Nederlandse woordenschat voorkomen, dat weten we pas sinds de studie van Van Buren, die wij in 22b integraal weergeven. Zij wijst er daar op dat de rij palingramwoorden in feite onbeperkt is. Op dit moment van de geschiedenis is het palingramtal 303, (op zich een palingetal), en wel 202 met een oneven aantal letters, en 101 met een even aantal letters. Ze staan in 22a afgedrukt.

Dat het er wel 303 moesten zijn, kan ook op een heel andere wijze blijken. Daartoe stellen wij ons de vraag:

Is er een formule op te stellen voor het aantal palinwoorden ter lengte n? Laten wij het aantal palinwoorden ter lengte n het ‘paltal (n)’ noemen.

Hoe hangt paltal (n) af van n?

Het is duidelijk dat als n groeit, het aantal Nederlandse woorden met de lengte n (aanvankelijk) ook groeit, en daarmee, zou je zeggen, ook het paltal. Maar het is voor een lang woord een veel zwaardere opdracht om spiegelend te zijn dan voor een kort woord.

Bij getallen, opgebouwd uit cijfers, is het eenvoudig om een formule voor het paltal te vinden. De kans dat een getal van zes cijfers een palingram is, bedraagt één op de duizend. Immers, als de eerste drie cijfers vast liggen, dan moeten de laatste drie precies één van de duizend mogelijke drietallen zijn. Als we, voor het gemak, aannemen dat er een miljoen getallen van zes cijfers is (dus een getal mag met nul beginnen), dan is paltal (6) gelijk aan één duizendste van een miljoen, dat is 1000. Kijken we nu naar de getallen van zeven cijfers, dan blijkt dit voor de kans geen verschil te maken. Die blijft één op de duizend - het vierde cijfer is immers altijd goed. Er zijn tienmiljoen getallen van zeven cijfers, waaronder dus tienduizend palingetallen.

Om paltal (n) in formule te brengen is het 't praktischt om de gevallen van opvolgende even en oneven cijfertallen samen te nemen. We krijgen dan voor even n de formule:

paltal (n) + paltal (n + 1) = 11.10n/2.

Vul maar n = 2 in. Het aantal palingetallen van twee of drie cijfers is inderdaad 110.

Proberen we nu zo'n redenering ook voor woorden op te zetten, dan lukt het niet. Ten eerste is het aantal inderdaad voorkomende Nederlandse woorden van n letters zeer klein vergeleken bij het aantal mogelijke rijtjes van n letters. In de formule voor paltal (n) zal dit aantal bestaande woorden van n letters een rol moeten spelen.

Maar bij een willekeurig woord van n letters is de kans op een palingram groter dan verwacht, door de omstandigheid dat de Nederlandse medeklinkercombinaties die aan het begin van een woord kunnen staan (zoals str en gl), vaak (niet altijd) gespiegeld zjjn als de medeklinkercombinaties die aan het eind van een woord mogen staan (rts, lg).

Vele formules voor paltal (n) heb ik geprobeerd. Tot eindelijk het ‘Goed gerekend!’ klonk. Om het paltal (n) + paltal (n + 1) te krijgen moet men het aantal woorden in Van Dale ter lengte n delen door π maal de oppervlakte van de cirkel met n als straal.

In de tabel vindt men van links naar rechts eerst de getallen n en n + 1, daarna het aantal woorden in Van Dale met de lengte n of n + 1, afgerond op honderdtallen. Het totaal bedraagt 192 000 (negende druk van Van Dale ).In de vierde kolom is dit aantal gedeeld door het kwadraat van het produkt van π en n. Dit is het theoretische paltal. Het totaal daarvan blijkt precies de 303 van mevrouw Van Buren te zijn. In de laatste kolom staan de werkelijk waargenomen aantallen palinwoorden van n en n + 1 letters lengte.

n n + 1 aantal
Van Dale woorden
ter lengte n of n + 1
theoretisch paltal waargenomen paltal
3 4 4 800 53 63
5 6 13 700 55 60
7 8 35 400 72 72
9 10 54 300 68 68
11 12 40 100 33 27
13 14 22 300 5 9
15 16 12 000 2 2
17 18 5 700 1 1
19 20 2 300 0 1
_____ _____ __________ _____ _____
totaal   192 000 303 303

[pagina 69]
[p. 69]

22a2 Nog eens driehonderdendrie palinwoorden (huishoudkwaliteit)

3
Ada
Aga
Ata
Bob
Coc
Ede
Epe
gag
Gog
Idi
Nan
Omo
Oxo
wow
ijzij
4
Abba
Anna
Arra
Onno
Otto
1001
5
algla
altla
artra
dijnijd
dijtijd
kabak
karak
kavak
lamal
lapal
latal
Laval
lijkijl
Noron
onano
pijpijp
ramar
ratar
saras
6
ballab
bollob
darrad
dijnnijd
gekkeg
genneg
ierrei
kammak
kappak
kattak
keggek
killik
kittik
kollok
kommok
koppok
korrok
kottok
kuttuk
labbal
lappal
lattal
lebbel
likkil
lippil
lobbol
lokkol
LonNol
lorrol
lottol
lukkul
lussul
lijmmijl
mikkim
mokkom
muggum
mijllijm
mijttijm
nappan
noëeon
noppon
pakkap
pannap
pappap
pennep
pillip
pittip
poffop
pokkop
ponnop
poppop
pottop
pijppijp
raddar
rassar
rollor
sassas
Selles
Seppes
subbus
taffat
takkat
tappat
teppet
tikkit
tobbot
tokkot
tollot
toppot
torrot
tuffut
tijmmijt
7
edebede
ederede
feeteef
freterf
galslag
glasalg
karprak
kelklek
kerkrek
kolklok
korfrok
kotstok
krabark
krakark
krovork
lamamal
leikiel
letstel
lompmol
kinknik
neohoen
neonoen
neopoen
neozoen
nimfmin
panknap
pinknip
pintnip
pijlslijp
reeëëer
reeheer
reekeer
reeleer
reemeer
reeteer
Reinier
roomoor
skiriks
slawals
snotons
stegets
stekets
stelets
stenets
stepets
sterets
telslet
tolklot
tolplot
tolslot
8
edammade
kalkklak
keetteek
kinkknik
koorrook
leeddeel
leekkeel
leemmeel
lonkknol
melkklem
neonnoen
neteëten
noottoon
paarraap
peerreep
pilsslip
Poohhoop
pookkoop
poottoop
pretterp
raappaar
reetteer
teenneet
terppret
tolkklot
tongg'not
tooggoot
toonnoot
trappart
saabbaas
9
draadaard
koordrook
nappappan
neperepen
neppappen
neppeppen
neppijppen
neteleten
netereten
neteveten
neteweten
nogawagon
paardraap
papiripap
partijtrap
peelsleep
poolsloop
retemeter
reteneter
reteveter
reteweter
romegemor
tarsusrat
teelsleet
10
lamellemal
lamottomal
negerregen
rakettekar
11
negromorgen
nettobotten
nettodotten
nettopotten
nettozotten
nepalglapen
nepaltlapen
nepkabakpen
neplamalpen
neplapalpen
nepramarpen
12
altaarraatla
karpetteprak
koortsstrook
nekkappakken
nepdarradpen
nepgekkegpen
nepkeggekpen
nepkollokpen
neplabbalpen
nepmokkompen
nepnappanpen
nepnopponpen
neppakkappen
neppokkoppen
nepponnoppen
rekkappakker
13
altaarpraatla
katmeeneemtak
melklepelklem
nepkerkrekpen
neplamamalpen
nepmarkrampen
nepmarsrampen
nepmerkrempen
neppompmoppen
neppijlslijppen
nepslawalspen
nepstegetspen
nepsteketspen
nepsteletspen
nepstenetspen
nepstepetspen
nepsteretspen
trekkebekkert
14 en meer
kotspakkapstok
makreelleerkam
knollokkollonk
neoklakkalkoen
neostaffatsoen
nepmelkklempen
neptrappartpen
edamkaasaakmade
melkmeeneemklem
neplegokogelpen
nepmarktkrampen
nepnappappanpen
nepplutotulppen
neppolkakloppen
nepretemeterpen
nepreteneterpen
negromottomorgen
nepkapellepakpen
neplamellemalpen
legermarsramregel
nepmeetsysteempen
neppokkedekkoppen
niespolkaklopsein
nijlmeetsysteemlijn
regelmeeneemleger
melklamellemalklem
melktopkookpotklem
nepparterretrappen
nijlkoortsstrooklijn
droomstrafartsmoord
staalpletstelplaats
poppenstrafartsneppop
legerkornettenrokregel
koortsmeetsysteemstrook
rookseinklotetolknieskoor
parterrestaalplaatserretrap
nijlkoortsmeetsysteemstrooklijn
nijlleedkoortsmeetsysteemstrookdeellijn
[pagina 70]
[p. 70]

....................

Staten - États

....................

22b Nepapen

WIJ zaten in onze plaatstalen serre en tikten met de avro-lepel op het venster. De tuinman hoorde het niet. Dan maar met de kro-vork. Ja, hij keek op. Wij gebaarden dat hij links op de parterretrap nog een dóórrood getinte Pluto-tulp moest plaatsen, vanwege de symmetrie. Onze tuinman kent onze voorliefde voor symmetrie. Overhandigde hij ons niet eens een pak wasmiddel met de woorden ‘Ecce Omo’? Wij waren niet geamuseerd.

Ons telefoonnummer heeft, dank zij een goede relatie met een lid van de ptt-raad, de eigenschap dat het van rechts naar links gelezen hetzelfde is als van links naar rechts. Heeft u ook zo'n spiegelnummer? Minstens honderd lezers van het nrc-Handelsblad knikken nu blij Ja. Want er zijn vast wel honderdduizend abonnees met een telefoonnummer van zes cijfers. Bij zo'n zescijferig nummer is de kans op een symmetrisch nummer één op de duizend. Dus zijn honderd van u zo gelukkig. Gaat u ze niet opbellen.

Wij ontvangen binnenkort allemaal van Hogerhand een persoonsnummer van tien cijfers. Daarbij is de kans op een symmetrisch getal slechts één op de honderdduizend. Van de vijftien miljoen Nederlanders zullen er dus honderdvijftig een spiegelnummer krijgen. Maar helaas: om vergissingen te voorkomen zijn in het persoonsnummer buurcijfers nooit gelijk. In het bijzonder is het vijfde cijfer nooit gelijk aan het zesde, zodat er geen enkel spiegelnummer zal zijn.

In de wereld van demonen en geesten is het van belang om een naam te hebben die niet ter betovering omgedraaid kan worden. De arme Repelsteel heette ongetwijfeld eerst Leetsleper. De Arabische sprookjes zijn niet voor niets van 1001 nacht. Bij Zeus denke men aan de Amsterdamse uitspraak Suis. De eerste machtige tovenaars over eenieder zijn natuurlijk Mam en Pap. In Nederlands Ons Indië gaven koloniale heren aan hun onechte kinderen hun omgedraaide achternaam. Uit ‘Tong-tong’ herinneren wij ons: Dnarbellih, Kijdsmeir, Snirp, Renrew, en Knov. Deze laatste naam doet ons denken aan het Koninklijk Nederlands Ondernemers Verbond, waarvan de heer Vonk voorzitter is. Hij was laatst op de televisie te zien met op navelhoogte de tekst: vonk (knov).

Mannen die Snorfrons of Snerttrens heetten, hielden zich in n.o.i. héél rustig.

Zou het lot van mensen met een spiegelende naam verschillen van dat van anderen?

U zult ons vergeven dat bij deze vraag onze gedachten in de eerste plaats uitgaan naar de Anna die in 1551 huwde met de Prins van Oranje, afstammeling van Otto van Nassau. Een latere Anna, van Oostenrijk, ging in 1661 in het klooster. Ada, gravin van Holland, stierf in 1221. Sultan Ala kreeg in 1331 de Ottomaanse kroon opgezet. Van 909 tot 868 (v.C.) regeerde in Juda koning Asa. Reinier III werd in 959 (n.C.) door Otto I verbannen. Abba II, voorzaat van Aga Nasan, werd in 1661 de tweede in de rij shahs. In datzelfde jaar veroverde de Chinees Kok ons Formosa.

Laten we na dit ottetto vorstelijke personen ook eens naar intellectuelen met spiegelnamen kijken.

In 929 werd de paap Odo tot tweede abt van Cluny gewijd. Nicolas Lebel vond in 1881 het geweer uit dat nog steeds zijn naam draagt. In datzelfde jaar vond de Duitse ir. Otto de rotator voor de viertaktmotor uit, werd Pierre Laval geboren, schilderde Onno Koekkoek (zoon van J.H.) het schilderij ‘De Eetstee’, en vond Maurits Snellens poolloop plaats, de eerste en laatste Nederlandse polaire expeditie.

Wie al deze jaartallen van de spiegelnaam-dragers beschouwt, denkt: raar. Maar waar ter wereld gebeurt niet voortdurend iets vreemds? Laten wij ter zake komen.

 

....................

NEUQUEN

....................

[pagina 71]
[p. 71]

In de Nederlandse taal, dat onzichtbare en rijke bouwwerk waarin wij allen leven, komen driehonderdendrie spiegelwoorden voor, van een eenvoudige als pap tot opmerkelijke als kornettenrok. Honderdeneen daarvan hebben een even aantal letters, zoals topkookpot en rekkennekker. Maar tweehonderdentwee zijn oneven, zoals tramsmart of leverwrevel. Wat is het langste kreeftwoord? Volgens de Nederlandse editie van Guinness' recordboek zou dat het woord parterretrap zijn. Op de Delftse Hogeschool verbeterde men dit al lang geleden tot parterreserretrap, zeventien letters. Daarop kwam de geduchte lettersmid Piet Burger met: edelstaalplaatslede, negentien letters.

U verwacht van ons méér. Wij geven het. De verlenging van ‘parterretrap’ naar ‘parterreserretrap’ is één methode om een spiegelwoord te verlengen: door er een woord middenin te wurmen. Onze serre is toevallig van staalplaat, zodat wij met deze methode komen tot parterrestaalplaatserretrap, zevenentwintig letters.

Er is echter nog een tweede methode om spiegelwoorden te vergroten: door er iets vóór en iets achter te plaatsen.

Het voorvoegsel ‘nep’ kun je overal vóór zetten. Immers, alles kan onecht zijn. Het achtervoegsel ‘pen’ kun je niet overal achter zetten; soms past het mooi, zoals bij het dubieuze keerwoord malaga-lam dat verlengd en verbeterd wordt tot nep-malagalampen.

Soms is er een echte schrijfpen mogelijk, zoals in nep-staatspen de pen waarmee Carter niet echt een verdrag ondertekende.

Soms kan ‘pen’ een meervoud scheppen. Zo maakt het van pop en pilslip: nep-poppen en nep-pilslippen.

U geloofde daareven niet dat wij werkelijk via een parterrestaalplaatserretrap nedertreden in onze tuin? Dan denkt u dus dat die trap behoort tot de nep-parterrestaalplaatserretrappen. nepparterrestaalplaatserretrappen, een keerwoord van drieëndertig letters.

Voorlopig is dit genoeg. Maar het aardige is dat het nep-procédé vanzelf voor nieuwe records zorgt.

Als het 33-letterwoord algemene roem en erkenning heeft gevonden, dan zal de pen waarmee wij voor het eerst (zo juist) dat woord neerschreven, een plaatsje vinden in het Van Buren-museum. Met een bordje ernaast waarop staat: ‘nepparterrestaalplaatserretrappenpen’. Dan zullen wij onthullen dat we geen pen doch een schrijfmachine hanteerden. En dan zal de conservator van het museum op het bordje bij de pen het voorvoegsel ‘nep’ toevoegen, en daarmee het negenendertig letters lange spiegelwoord onthullen.

Dit proces herhaalt zich, schatten wij, elke vijftig jaren. Daarom hopen wij van harte dat de wereld en haar schrijvende bewoners nog lange tijd mogen blijven bestaan.

22c Uitvinding

Zo omstreeks 1897 brak er een veeziekte uit die miljoenen boeren met wanhoop vervulde. Koeien die juist gekalfd hadden, kregen plotseling hoge koorts (in de med. wereld ook bij kraamvrouwen bekend; de zgn. melkkoorts). Het vreemde was evenwel dat de ziekte haar slachtoffers eiste onder het vee dat in zgn. potstallen werd gehouden. De boeren spraken dan ook van de: potstalmelkkoorts. Naarstig werd gezocht naar een geneesmiddel voor de meestal dodelijk verlopende kwaal, en ziedaar, men slaagde.

In 1898 (wéér niet!) presenteerde de wetenschap de potstalmelkkoortspil aan de desolate boerenstand.

Een fabrikant was bereid in te springen, en liet een machine construeren om met de produktie op grote schaal een aanvang te maken. Weldra rolden dan ook de eerste pillen uit de machine. Ofschoon, rollen was een wat eufemistische omschrijving voor het geweld waarmee de pillen uit het apparaat schoten. De inpaksters riskeerden hun leven, en moesten bovendien vrijwel de gehele dag op hun knieën zittend, van de grond hun doosjes vullen.

Daar had de fabrieksmonteur echter al gauw iets op gevonden. Hij maakte van staalplaat een vernuftig baantje, waarop de pillen al slippend bijna tot stilstand kwamen, alvorens de machine te verlaten, en hij noemde dit de: potstalmelkkoortspilstaalplaatslipstrook.

[pagina 72]
[p. 72]

U ziet dat de werkelijke waarden zich heel aardig gedragen als de voorspelde waarden.

Daar een soortgelijke inventaris voor andere talen ontbreekt, kon ik niet nagaan of de paltal-formule algemeen is.

Waarom het aantal even palingrammen de helft is van het aantal oneven palingrammen, is een raadsel.

Over de individuele palinwoorden valt nog het volgende op te merken: Het vijfentwintig-letterpalingram is een ‘pijpetuitje’ (35): het kan een ‘knieskoor’ over een ‘klótetol’ zijn, maar ook een ‘nieskoor’ voor een ‘klotetolk’. Het laatste vijftien-letterpalingram is een plat, vrouwelijk woord (14). ‘Kijk’ en ‘pijp’ zijn manlijke palingrammen. Het zestien-letterpalingram ‘neostaffatsoen’ is een isogram (17).

Snellens poolloop vond inderdaad, zoals drs. Van Buren in 22b schrijft, in 1881 plaats. Maar Maurits Snellen had natuurlijk geen spiegelnaam. Ons ‘snellens’ komt uit de zin ‘Na drie uur snellens gingen de indianen op de koppen zitten’.

Over Laval weet de heer Beltman te melden dat deze na de oorlog als collaborateur terecht stond, en daarbij als teken van zijn eerlijkheid en integriteit iets zei in de geest van: ik ben altijd en voor iedereen dezelfde, kijk maar: zelfs mijn naam is van voor naar achteren dezelfde als van achteren naar voren. Er was toen een journalist in Frankrijk die dat proces versloeg, en zich bijtend-kritisch over Laval en diens verdediging uitliet. Zijn naam was: Léon Noël!

Klankpalingrammen of palinfonen zijn zeldzaam en anders dan u zou denken. Misschien ‘Grebbeberg’, ‘Syrisch’ en ‘cynisch’, maar alleen een teruggespeelde geluidsband kan zekerheid geven. Het oordeel blijft natuurlijk subjectief, en dat is een van de redenen waarom ik de klanken niet mee laat doen, evenmin als de betekenis: je hebt nooit zekerheid. Er zijn mensen die van achter naar voren kunnen spreken. Uit het IJmuidens (88) blijkt dat mensen kunnen leren om woorden, althans lettergrepen, om te keren zonder tijdverlies.

Na de vondst van het willekeurig lange palinwoord (22b) moet de definitie wellicht verscherpt worden tot: ‘een woord dat een palingram is, maar geen hypergram (43)’, dus een woord dat geen herhaling vertoont. Kies dan tussen het 51-woord van Burger (22c) en het 71-woord van Roemer Visscher (22d).

Na de algemeen aanvaarde palinwoorden in 22a1 geef ik de



illustratie

....................

Wat krijg je als je een lord omkeert?

....................

 

woorden die wel spiegelen, maar niet algeméén aanvaard zijn. Dit zijn er weer precies 303.

23 Lettergrepen in woord

Lettergrepen zijn onhandelbare ondergrammen. Soms gaan ze terug op de (langzame) uitspraak, zoals in ‘avon-turen’, soms op de woordvorming, zoals in ‘avond-uren’, en soms louter op de conventie, zoals in ‘zin-gen’.

Woordparen die in de lettergrepen elkaars gespiegelde zijn worden als zodanig niet eens herkend. In een artikel over de taalgoochelaar James Joyce trof me dat ‘lindub’ een ‘anagram’ werd genoemd van ‘Dublin’, terwijl het méér dan dat is: een lettergreepspiegeling. Woordparen als ‘gezin-zinge’, ‘zusje-jezus’, ‘venster-sterven’ hebben niet de aantrekkelijkheid van ‘aardbei-beiaard’ en ‘zuurkool-koolzuur’, die in de volgende paragraaf aan de beurt komen.

Palinwoorden (van drie lettergrepen) in het ondergram lettergreep zijn bijvoorbeeld: ‘weduwe’, ‘verover’, ‘kenmerken’.

Ook in het IJmuidens (88) spelen lettergrepen een rol, maar dan als gram dat omgedraaid wórdt.

24 Woordhelften in woord

‘Hij is doodgoed, maar
goed dood zou beter zijn’.

De onfraaie paren ‘zusje-jezus’, ‘sterven-venster’ zijn niet zozeer de kortste van de lettergreep-in-woord-keringen uit de vorige paragraaf, als wel de uitwassen van een beter idee: verdeel een woord in twee helften, en verwissel die. Als na de verwisseling weer een woord ontstaat heb je een woordhelftpalinwoord.

Tot deze categorie hoort dus het paar ‘strot-trots’ (dat ook nog ‘rotst’ en ‘'t stro’ kan worden). Maar meestal is de splitsing langs een natuurlijker naad. Het aantal voorbeelden van ‘zuurkool-koolzuur’ is kolossaal, en een analyse van wat voor soort woorden daarbij een rol spelen, ontbreekt nog. Toen drs. G. van Buren in haar artikel (24a) de woorden die met een s beginnen, had weggelaten, omdat het er zoveel waren, en omdat je natuurlijk eigenlijk maar de helft van deze paren hoeft te noemen, kreeg ze op haar vraag hoe het toch kwam, dat er geen

[pagina 73]
[p. 73]

De vinding, hoe vernuftig ook, had één groot nadeel: het ding schoof telkens, door het schokken van de machine, uit de pillenbaan, en dan begon het gedonder weer van voor af aan.

Onze monteur, niet voor één gat gevangen, meende de oplossing te hebben gevonden, door de (kortweg) slipstrook te borgen met een klemlat, de zogeheten: potstalmelkkoortspilstaalplaatslipstrookklemlat.

De praktijk leerde hem al gauw hoezeer hij zich vergiste, want wat bleek: de (kortweg) slipstrook ging er mét klemlat vandoor, en dan begon het..., nou ja, laat maar.

De monteur, kapot van zóveel tegenslag, nam zes baaldagen op, maar is nadien nooit meer teruggezien. Inmiddels bleef het maar sukkelen bij de fabrikant, die ten einde raad de hulp inriep van ir. Samuel Leumas voornoemd. Deze geniale figuur creëerde een ei van Columbus, in de vorm van een stootnok, die alle capriolen van de hupse strook neutraliseerde, en noemde deze de: potstalmelkkoortspilstaalplaatslipstrookklemlatstop.

22d Uit de laatreinevolksleventijd

Niet voor het een of ander, maar in de goede oude tijd kende men een functionaris die de kwade dampen uit de omgeving van melkemmers wegschoot met een apparaat dat thans buiten gebruik is geraakt, maar de naam droeg van keerbreekremmeklem omdat de melkemmers daarbij noch mochten breken, noch in snelle beweging raken wegens gevaar van kantelen. Vanzelfsprekend bezigden deze zeer gespecialiseerde krachten een eigen taal, die uiteraard ook weer druk nagebootst werd. In dat geval spreekt men over de pen die dat tracht te beschrijven als: de neplaatreinevolkslevenmelkemmerkeerbreekremmeklemnevelskloveniertaalpen.

 

....................

lorgnettengrol

....................

24a Aardbei met zuurkool

WIJ hebben dat knipseltje jarenlang bewaard, want wij wisten dat wij het op een dag nodig zouden hebben. Een beiaardier, die zuurstofgebrek had door het trekken aan het touw, was bij een dokter gekomen. Deze had over dit geval in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde een notitie doen verschijnen onder de titel ‘Beiaard met koolzuur’.

En inderdaad wist een onzer kleinkinderen met een geslaagde lepelworp laatst het gerecht uit de titel van deze zomeroverpeinzing te bereiden. Op zo'n ogenblik gaan onze hersenen rinkelen als een fruitmachine. Nu ja, onze hersenen, het is maar 'n heel klein hoekje van onze hersenen, waar de speelautomaten staan opgesteld. Onderhand drukken wij handen, tekenen wij stukken, en prevelen wij nonsens, maar daarboven ratelt het ‘aardbei-beiaard, zuurkool-koolzuur’ door, en produceert:

aandik, aapmens, aardstand, afbek, appelmoes, autosport, bekaf, biljarttafel, bloemveld, boekjaar, bollencultuur, bollebozen, boomstam, boomgrens, bonwaarde, bozebollen, buiswater, cultuurbollen, deurslot, dikaan, doodsla, driftlevens, duizendtien, eenieder, genre, gezin.

Genre, gezin? Ja, wanneer men die openknipt en de delen verwisselt, krijg je toch Regen en Zinge? Voort maar weer:

Glasspiegel, grensboom, groentesoep, herenhuis, hoofdpunt, huisheren, huisvrouwen, huiswerk, iedereen, jaarboek, jaarkalender, jezus, jockeypet, kalenderjaar, klassemidden, kloostermoeder, kraanwater, kringloop, kropsla, ladderzat, levensdrift, levenslust, loopkring, lustlevens, lustmoord, leidingwater, lijnzaad, manslag, mensaap, mespunt, middenklasse, moederklooster, moesappel, moordlust, natzeik, neuspunt, ogenpret, petjockey, pompwater, postzegel, pretogen, propvol, punthoofd, puntmes, puntneus, raster, rechtspreek, rechtstand, regen, regenslag, tafelbiljart.

Wij schrokken even wakker. Regenslag, Tafelbiljart, daar was iets vreemds. Maar de machine liep alweer door:

[pagina 74]
[p. 74]

enkel ‘pompwaterwoord’ met een s begon, er honderden met een s toegestuurd. En toen zij vervolgens vroeg waarom daarvan geen enkele op een s eindigde, nog eens tientallen met ook die eigenschap.

In het algemeen is het vervelend als een Opperlands verschijnsel veel voorkomt. Maar bij de pompwater-woorden is het juist hun grote aantal dat een dronkenmakend effect heeft.

Als xy en yx allebei een woord zijn, dan is het niet zo wonderlijk als xyx ook een woord is. Wij rangschikken deze tweekoppige ‘Poesmiepoeljoewoorden’ echter niet bij de palingrammen, maar bij de hypergrammen (45), evenals de zuivere verdubbelingen, ‘ping-ping-woorden’, die natuurlijk óók spiegelwoorden zijn.

Soms zijn de omdraaiingen voor de hand liggend als in ‘slagveld’ en ‘veldslag’. Maar bij werkwoorden als ‘doodsla’ en ‘afbek’ hebben de tegenhangers ‘sladood’ en ‘bekaf’ toch iets verrassends.

25 Palindromen

Dit is het bekendste Opperlandse procédé, hoewel het aantal voorbeelden ervan in het Nederlands tien jaar geleden nog op de vingers van twee handen te tellen was. Daar is aanzienlijke verbetering in gekomen. Er zijn nu ongeveer duizend Nederlandse palindromen. Tien Opperlanders maakten er ieder tien; en één, Piet Burger, maakte er negenhonderd.

Oud duo

Omstreeks de slag bij Nieuwpoort schreven de heren Spiegel en Van Borsselen, geholpen door de omstandigheid dat in die gelukkige jaren de Nederlandse spelling niet vast lag, maar gehinderd door de omstandigheid dat ze ook de spaties tussen de woorden wilden laten meedoen, de volgende twee palindromen:

‘Neder sit wort trow tis reden’

‘Ons leven sy een snee, ys, nevel, snO’.

Bij die laatste, van Ph. van Borsselen, staat in de marge gedrukt: ‘Versus retrogradus, ofte Creftvers van voren ende achteren eenerley’.

De letter O aan het slot is als hoofdletter afgedrukt, maar de begin-s'en van de woorden ‘sy’ en ‘sno’, die men toentertijd met een dwarsstreeploze f (uitgerekte s) schreef, staan niet aan het eind van ‘ys’ en ‘ons’. De spatie ‘fout’ in ‘een snee’ wordt door deze schrijfwijze van de s, waaraan je kan zien dat hij de eerste letter van een woord is, opgevangen. Rudy Kousbroek exploiteerde de oude f-vorm van de s in een verhaal over de ‘poef’ die later de ‘poes’ blijkt te zijn. Ook in het voorlaatste woord van Spiegels spiegelzin schuilt voor ons gevoel een spatiefout.

[vervolg van 24a]

Terras, tienduizend, veldbloem, veldsla, veldslag, veldsport, venster, volprop, vrouwenhuis, waardebon, waszijde, waterhuis, waterkraan, waterleiding, waterpomp, waterijs, werkhuis, werkstandaard, werkstuk, ijswater, zaadlijn, zatladder, zegelpost, zeiknat, zinge, zoetzuur, zusje, zuurzoet, zwemschool, zijdewas, zijslag. Goddank, het was afgelopen. Wij weten dat wij niet de enigen zijn met zo'n parasiet in het hoofd, want wij ontvingen van een vriend een brief met deze woorden, met nog op de achterzijde der enveloppe nieuwe toevoegingen, en met het verwijt dat de pompwater-woorden zijn hele autorit, en die van zijn vrouw, bedorven hadden.

Een bijzonder geval van de pompwater-woorden zijn die waarbij het omdraaien der twee helften geen effect heeft. Onze gedachten gaan nu terug naar zondag 24 september 1978. Of eigenlijk naar vrijdag 22 september van datzelfde jaar, toen onze Zijlstra, de man die ook de slogan ‘God zij met ons’ op de rand der guldens heeft bedacht, een nieuwe toverspreuk lanceerde. Hij zei: ‘Het is niet of-of, maar en-en’.

Twee dagen zaten wij met deze dubbele woorden in het hoofd. Toen verschenen Koot en Bie. Koot speelde drs. Plateau, voor de gelegenheid omgedoopt tot drs. Dupleau. Bie en Dupleau voerden een razendsnelle dialoog, waar wij met moeite de dubbele woorden uit optekenden. Terwijl je voor het noteren van een dubbel woord toch maar de halve tijd nodig hebt, zoals iedereen in Indonesische kranten kan constateren waar het wemelt van de beri2, alang2, bon2, en poesie2. Onze notities luidden:

Jaja, blabla, hoho, kom-kom, zozo, ping-ping, nul-nul, tien-tien, nop-nop, rara, nou-nou, tam-tam, blauw-blauw, ikke ikke hebbe hebbe, zoef-zoef, mensen-mensen, tum-tum, poe-poe, krak-krak, hap-hap-slok-slok, tuttut, neenee, waf-waf, goed-goed, koppie-koppie.

Ten slotte is er nog de categorie der poes-miepoeljoe-woorden: aan iedere kant van het lichaam hetzelfde hoofd. Je kunt die hoofden wel amputeren en verwisselen, maar dan blijft het beest toch hetzelfde:

Boekhoudboek, bosbessenbos, boortorenboor, broekpakbroek, dekbeddek, draadnagel-

[pagina 75]
[p. 75]

draad, draaispoelmeterdraaispoel, glasinloodglas, hoeslakenhoes, honingraathoning, klauwhamerklauw, knoopkunstknoop, landbouwland, mestkevermest, neushoornneus, ringsleutelring, tafeltennistafel, tandradbaantandrad, vlekkewatervlekken, watervalwater, werktheaterwerk, woningwetwoning en zandloperzand. Dit is alles tot daar aan toe. De vraag blijft echter recht overeind staan: waarom begint géén dezer woorden, noch de pompwater-woorden, noch de ping-ping-woorden, noch de poes-miepoeljoe-woorden, met de letter s?

25a Ai de massamedia!

Baas, neem een racecar, neem een Saab.

Daar eiste hij z'n ei, en zij het sieraad.

De betere temeie met ere te bed.

De blik laakt 'n Imam in 't kaal, kil bed.

Die man raadt sukses, kust daarna meid.

Dilettant! 't Sukses kust 't natte lid.

Draaf, als in ome de demon is, lafaard.

Eiste: ‘Of foto, dot, of foetsie’.

Er is door bologige gigolo brood, sire.

‘Feit is: opa moet kikkerdrek’ kikte oma positief.

‘Ga alleen, os,’ repte het personeel laag.

Ga al! Reden: nederlaag.

Gadsi, 't is dag.

Gewiekst rooft 'n oma Montfoorts kei weg.

God, red nu 'ns 'n underdog.

Gooi, oom, 'n temeie met 'n mooi oog.

Kina? Zeg nee, geen gezanik.

Koop ik 'n ei, dan nadien kip ook.

Laat af, sire, drop, ook 'n kooporder, is fataal.

Laat af, sire, Velpon eten op lever is fataal.

‘Laat u 'r bij. Ziezo’ zei zij brutaal.

Las u die rei dus al?

Lieve zussie, is Suze veil?

Nam die meid ú, man? O zo, nam u die meid, man.

Nam neef een sigaar? Graag - is neef een man.

Nee, weg 't kaatsnet, en staak 't geween.

'n Iers idee: niemand na meineed is rein.

Nora bedroog, o zo goor, de baron.

Pakte m'n opa je japon met kap?

Panklare bout kookt u, ober, al knap.

Pa, pret telt u, om smoutletter-pap.

Poetste 'n temeie me 't netste op?

Poot os in isotoop.

Raadt me zo'n nozem 't daar.

Red, danseres, 'n adder.

Reik 'n po maar door 'n rood raam, op 'n kier.

Señora, bedank oom Adam ook, na de barones.

Siert ABBA Sabbatreis?

Sla, vrek, 'n edele denker vals.

Snol, slaapt díe bij je? Jij beidt pa al, slons.

Sta, wrak! Nee, tem die meid met een karwats.

Steeds in ere, heren, is de ets.

Sukkel, u kunt op 'n pot nu 'k u lek kus.

Teer knijpt roomse zus u - ze smoort pijnkreet.

Teint, sire frustreert surfer, is 't niet?

Tevreden kneep een kneder vet.

't Kale graansilohol is naar gelakt.

Toon Nevada na Canada, vennoot.

U knorde: ‘Braamsap kil, ik pas’, maar bedronk u.

U, ongure teef, neem een fee terug nou.

25b ‘Mooie zeden in Ede’, zei oom

‘Mooie zak, kom, neem er crème en mokka’ zei oom.

‘Mooie zak salade. En iemand nam ei, mannen, en in enen nam iemand na meineed Alaska’ zei oom.

‘Mooie zandraap, tante. Eet nat paard na’ zei oom.

‘Mooie zang; 'n alt sist lang na’ zei oom.

‘Mooie zanik, moet na tante om kina’ zei oom.

[pagina 76]
[p. 76]

In 1937 hield de Delftse hoogleraar Kluyver een voordracht met de titel ‘Slevens nevels’.

Taai gal, plagiaat

In tijden van komkommerkomst schrijven redacties prijsvragen uit voor palindromen (het zou me niet verbazen als trouwens alle Opperlandse letterkunde in zomers geschreven was). Verbluffend is dan het gemak waarmee mensen aan komen dragen met oeroude palindromen alsof het hun eigen vondst betreft. Bij ‘Mooie zeden in Ede, zei oom’ is het theoretisch mogelijk dat twee mensen hem onafhankelijk van elkaar bedachten, zoals van ‘Mooi dit idioom’ en ‘Tooi die idioot’ vast staal. Maar bij het beruchte duo ‘Nelli’ en ‘Eekfeen’ kan dat niet. Deze onmogelijke voornaam en achternaam figureren in de twee palindromen: ‘Nelli plaatste op (e)n(e) parterretrap (e)n(e) pot staalpillen’ en ‘Koos Eekfeen keek door 't rood kerkraam, maar krek door 't rood keek neef Kees ook’.

Zulke erbarmelijke vormingen kunnen maar éénmaal bedacht zijn. Maar ze wonnen in Het Parool van 1973 respectievelijk de schoonheidsprijs en de eerste prijs (vanwege de lengte). En ze wonnen in Natuur en Techniek van 1968 twee eervolle vermeldingen. De hoofdprijs ging toen naar het al evenzeer bekende, aan Schopenhauer toegeschreven, en natuurlijk niet Nederlandse palindroom ‘Eine treue Familie bei Lima feuerte nie’, dal notabene in datzelfde Natuur en Techniek, maar met een andere redactie en uitgever, in 1957 ook al de eerste prijs had gewonnen!

De oudste bron voor ‘Eekfeen’ die ik heb, is in het Dordrechtse gymnasiastenblad Janus uit 1963. De twee ellendige palindromen moeten in de jaren rond 1950 in Panorama en/of de Katholieke Illustratie gestaan hebben. Terecht houdt de maker zich onbekend. Bij de oplossingen in Natuur en Techniek-1968 stond ook de zin ‘Er is geen ene eg, sire’, en deze vorm kan, door het aan de sire aanbieden van meerdere artikelen, leiden tot ongekend lange palindromen, die we in 26 vertonen.

‘A man, a plan, a canal: Panama’

Ik wil, overeenkomstig mijn voornemen, geen buitenlandse pronkstukken tonen, maar ik kan er enkele verklappen dank zij een ‘vertaling’ die Kousbroek op 17 augustus 1978 de verbaasde lezers van nrc-Handelsblads achterpagina voorzette.

Als u juist terugvertaalt vindt u de beroemdste Engelse, Franse en Duitse palindromen (en niet ‘palindrooms’, zoals Van Dale meent).

Oh cet echo!

De Duitse palindromen ‘Eine Hure bei Liebe ruhe nie’ en ‘Ein

 

....................

vriend in d'ronddolen
Bekwaam was ik, eer ik Elba zag.
Een man, een plan, een kanaal, Panama!
Mevrouw, ik ben Adam.
Dennis en Edna zondigden.
Ratten wonen op geen kwade ster.
Rode rum, mijnheer, is moord!
Marge laat Norah Sharon's telegram zien.
Beschimpt leefde ik, daar ik kwaad bezorg.
Welnu Ned, ik ben een maagdelijke non: Ned, ik ben een veroverde maagd.
Er worden geen sommen opgegeven als proefwerk over Erasmus.

bleek hè, de barring
De ziel van de enen wendt nooit kwaad aan.
Gekozen door dat hondsvot!
En Luc leurt teveel met het occulte rond.
Geklede sexe, erger je je?

pal in d'r om
Een neger met gazelle versaagt nooit in de regen.
Een trouwe familie in Lima vuurde nooit.

firm in dream
Too inert race, it means: Reve slavers, doesn't accept Sartre.
Some fine mores in Ede, said Uncle.
Sire, gall after Tasmania? Canoe along with demon who took egg: Satan is lower.
Koot, men took egg; Bie, men, did as well.
Gad no, poetry! she said one day.
So you too chose the nasty overweight veteran.
Koos took Ans as well.
Decent zebra perpetrated sex; you are leading this luxury atmosphere: occupy the bar!
God, save underdog now!

r. kousbroek

....................

[pagina 77]
[p. 77]

‘Mooie zeden: ik, na de bleke rekel, bedank in Ede’ zei oom.

‘Mooie zeden in ere laten, en nonnen etaleren in Ede’ zei oom.

‘Mooie zeden is: na de gein om erectiefeit, ceremoniegedans in Ede’ zei oom.

‘Mooie zeden is: Nu lepelt Emma, dat lor, 'n ei, en rolt Adam met lepe Luns in Ede’ zei oom.

‘Mooie zeden is: ‘Raak 'n temeie met 'n kaars in Ede’ zei oom.

‘Mooie zede: ‘U sap, neef as, nu ma ham, u 'n safe, en pa suède’ zei oom.

‘Mooie zeelt, tante, eet 'n Attlee’ zei oom.

‘Mooie zee, mag een man met serenere stem na m'n eega mee’ zei oom.

‘mooie zeeman nam anna mee’ zei oom.

‘Mooie zeeman nam Anneke, Irene, Riek, en nam Anna mee’ zei oom.

‘Mooie zeerob, ma, je dank is: U kus ik na de jamboree’ zei oom.

‘Mooie zeer vette etser bij Brest eet tevree’ zei oom.

‘Mooie zeevlo, weidt die wolvee’ zei oom.

‘Mooie zegel lokte het kollege’ zei oom.

‘Mooie zege: Nam 'n renner 'n manege’ zei oom.

‘Mooie zegezang na zege’ zei oom.

‘Mooie zegge redt de Regge’ zei oom.

‘Mooie zeilboten - net oblie’ zei oom.

‘Mooie zet: parkieten dood - net eikrapte’ zei oom.

‘Mooie zetpil, snel en slipte’ zei oom.

‘Leer oma mooie zetten, nee geen nette’ zei oom (amoreel).

‘Mooie zetter! Epos is rooms. Moors is operette’ zei oom.

‘Mooie ziekte: man loopt Pool na met kei’ zei oom.

‘Mooie ziel, 'n foto gaf 'n sater u; de dure tas, 'n fagot of 'n lei’ zei oom.

‘Mooie ziel releveert na aantree velerlei’ zei oom.

‘Mooie zinnen koos ook Nenni’ zei oom.

‘Mooie zin is: “Sorteer kort stro” kreet Rossini’ zei oom.

‘Mooie Zoeloe-dorpen, er is 'n sirene pro Deo, Leo’ zei oom.

‘Mooie zomer na San Remo’ zei oom.

‘Mooie zot, óf neem een fox óf neem een foto’ zei oom.

‘Mooie zotten, koop in Sneek een snip ook netto’ zei oom.

‘Mooie Zündapp, o, ga deze dag op pad nu’ zei oom.

‘Mooie zure boel - lám sneed een smalle ober u’ zei oom.

‘Mooie zus, altemet las u’ zei oom.

‘Mooie zus, ook nette polopetten koos u’ zei oom.

‘Mooie zus, red dan emmers mos. Ga deze dag, soms remmen adders u’ zei oom.

‘Mooie zus, u knel ik o zo kil, en kus u’ zei oom,

‘Mooie “zij”: braadt een ei en eet daarbij’ zei oom.

‘Mooie “zij”: breide lasso, lokt (raadt u 't?) daar 't kolossale dier bij’ zei oom.

‘Mooie! Zij breken nu hun nek erbij’ zei oom.

‘Mooie zijde knál - stáát slanke dij’ zei oom.

‘Mooie zij trapte er Vera na nare vreetpartij’ zei oom.

‘Mooie zeepoperetteletterepopee’ zei oom.

[pagina 78]
[p. 78]

Lama, Mama, mal nie’ vinden een echo in de Nederlandse palindromen ‘De betere temeie met ere te bed’ en ‘Een lama, mama, mal? Nee!’

Het Engelse palindroom ‘Dennis and Edna sinned’ was de directe aanleiding tot ‘Koos nam Ans ook’, die zich tot grote verlenging leent, gezien de potentie van Koos Eekfeen (26).

Kwaliteit

Eigennamen, vooral ongebruikelijke als ‘Nelli’ en ‘Eekfeen’, mismaken een palindroom. Maar wie ‘Tolstoj’ in een keerzin weet te plaatsen verdient een pluim. In 25c geef ik een aantal palindromen rond bekende eigennamen. De mooiste is ‘Koot, mannen nam ei. Bie mannen, nam 't ook’ waaruit blijkt dat neef Kees in werkelijkheid Koot moet zijn geweest.

Wat is het mooiste palindroom? Die je net zelf hebt gemaakt. Van de bestaande kies ik ‘Steeds in ere, heren, is de ets’ vanwege zijn rustige natuurlijkheid. Burger zelf verkoos, desgevraagd, zijn ‘Gigolo, hij zet knolraap neer, eet ná tante er een paar, lonkte zij hologig’, omdat ‘hij, ofschoon tamelijk lang, goedlopend en begrijpelijk is, en geen eigennamen, afkortingen en samentrekkingen kent’.

Een gouwe ouwe is ‘Mooie zeden in Ede, zei oom’, waar in 25b een aantal bespottende uitbreidingen van worden gegeven, een zeldzaam geval van parodie op Opperlands.

25e, f, g, en h behandelen enige thema's van vormelijke en inhoudelijke aard. Superpalindromen voldoen nog aan een extra Opperlandse voorwaarde. Zo is een der ‘pop-art’-zinnen e-loos, een der ‘regent en neger’-zinnen een e-legende, en de enige ‘Mooie zeden zei oom’-zin zonder hoofdletter is plat proza.

In zijn boek Les jeux de mots schrijft Pierre Guiraud over het palindroom: ‘Het palindroom is louter een staaltje van virtuositeit. Een bij uitstek zinloze handeling, zonder de minste functie, niet informatief, expressief, cryptologisch, dichterlijk, en zelfs niet speels, want een palindroom is niet leuk. Het palindroom heeft geen ander doel dan te zijn wat het is, teneinde de vindingrijkheid en de handigheid van zijn schepper te bewijzen’.

Volkomen juist. Vervang in deze veroordeling het woord ‘palindroom’ door ‘voetbal’, ‘schaak’, ‘Mont Blanc’ of ‘leven’, en hij blijft waar. Je vraagt je alleen af of een vegetariër de aangewezen persoon is om een monografie over gehaktballen te schrijven. Alleen wie wel eens zelf heeft geprobeerd een palindroom te vervaardigen, heeft het recht de produkten uit de letterkundeparagraaf 25 kritisch te lezen, en te beslissen of ze dichterlijk, speels of leuk zijn.

25c Zij stonden pal in droomland

abma
Abma's gade: ze danste in Emmen iets na deze dag, samba!
van agt
Die v. Agt neder op po! Reden: 't gave id!
Ga arp na, Van Agt. Nee, W.A. weent. Ga, na Van Praag.
Nee, tempo, o jij bête Van Agt, ga na vete bij Joop meteen.
attlee
‘Mooie zeelt, tante, eet 'n Attlee’ zei oom.
battus
Ge zag een hotel. Battus ook. Na de gin at die man: pikte malse sla met kip na, meid (tanige). Dan koos u 't tablet? Oh nee, ga zeg!
bie zie Koot
a. blaman
Nam Albanees na Gans een A. Blaman?
drees
Reële wijze Drees: ‘Open raam trok die meid kort; maar Nepos eerde zij weleer’.
t. eliot zie Polet
emmink
Naar Emmink keek men op tévé. 't Ponem keek 'k nimmer aan.
jan eter
Retro: persmoskiet komt Sire te na. Ja, ja, Jan Eter is 't, mokte ik soms, reporter!
eva
Eva: Edens snede, ave!
gans zie A. Blaman
gide
Gide op straat slaan, temeie met 'n aalstaart, spoedig.
Gide: ‘Ome Ed Réveil, kijk liever deemoedig’.
Gide zette in: 'n amorele, o zo zoele roman, niet te zedig.
koot
Koot, mannen, nam ei. Bie, mannen, nam 't ook.
dalai lama
Amalia: ‘Ladder op met lijn! In ijltempo! Red Dalai Lama’.
la lollo
Sir, Apollo lalt: ‘Doodt La Lollo Paris?’
[pagina 79]
[p. 79]
luns
Foto van Luns (is nul Navo) tof!
Mooie zeden is: ‘Nu lepelt Emma, dat lor, 'n ei, en rolt Adam met lepe Luns in Ede’ zei oom.
a. mol
A. Mol eet. Spaart een ei en eet raapsteel, oma!
nasser
Die met Nasser danste is iets; 'n adressante, meid!
nenni
‘Mooie zinnen koos ook Nenni’ zei oom.
nero
Nero, het feit is op 't eind niet positief te horen.
a. pola
A. Pola at aal, opa.
polet
T. Eliot: ‘Polet spotte met 't opstel op toilet’.
reve
Te inert ras meent: Reve zevert: ‘Neem Sartre niet’.
ed réveil zie ook Gide en De Sade
Lieverd, één naam. O, oma: Anne = Ed Réveil.
rossini
‘Mooie zin is: “Sorteer kort stro” kreet Rossini’ zei oom.
sade
De Sade, da's Ed.
sartre zie ook Reve
Sartre: ‘Elke geklede elf leed. Elke gek leert ras’.
simonis
Simonis, u zei na non-onanie: ‘Zus Ino, mís!’
wagner
Mooie zeeman nam een Moor, de zo bange
Wagnerfan, eten af. ‘Ren, ga weg na boze droom.
Neem Anna mee’ zei oom.

25e Pop-art



illustratie

 
Trap op sirenesen er is pop-art.
 
Pop-art: 'n Poolse pope sloop 'n trap op.
 
Pop-art: na moe trok 'n korte oma 'n trap op.
 
Pop-art: 'n paaslam als aap 'n trap op.
 
Pop-art: 'n tsaar op 'n po raast 'n trap op.

25f De regent en de neger

Regent, morgen is er resine, gromt neger.

Regent, lever prei bij bier, prevelt neger.

Regent, lever petten, negen nette, prevelt neger.

Regent, meet't eind aarddraad niet, teemt neger.

Regent neemt eind raap; nee, een paard niet, meent neger.

Regent, keer plaatstaal, preekt neger.

Regent, op straat koos u dus ook taart, spot neger.

Regent, gij hals, koop ook sla, hijgt neger.

Regent, ga al knijpen; opa-clan deed 'n Al Capone pijn, klaagt neger.

Regent, néé, wij breken nu hun nek erbij, weent neger.

Regent, rem, ma jat lamp op Malta, jammert neger.

Regent wurgt'n ever, o gore vent, gruwt neger.

Regent ligt dood; snoei de rare die ons doodt, gilt neger.

Regent meent al: ik snapte het pa, 'n skilat neemt neger.

Regent leert snel en streelt neger.

Regent gierde: bleke rekel bedreigt neger.

Regent gruwt bar: abt wurgt neger.

Regent gilt al: plat ligt neger.

25g Wij willen Wimbledon winnen!

U neemt, Let, 't rek; kom, o Tom Okker, 't telt mee, nu.

Tennis, Ella, als pose; Casals las: aces op, sla alles in net.

Man, staakt Orantes, net nu Panatta na punten, set (na rot-‘kaats’) nam?

Gil; lust Reve 't: ‘Goolagong als 'n aap aan slag’, nogal; oogt Evert sullig?

Mottrams: ‘sla's aces, Orantes, néém Okker, vrek. Kom, één set na Rosé Casals’, smart Tom.

Gort, na de punt roomsoes at Santana; dan at Nastase: o, smoort nu pedant rog.

[pagina 80]
[p. 80]

26 Palindromische reeksen, poëzie

Palindromische opsommingen, en gedichten waarin elke regel een palindroom is, zijn gemakkelijker te maken dan zuivere zinspalindromen. In opsommingen is er geen logica of syntaxis, die zijn eisen stelt; in poëzie is het begrip ‘lengte van de versregel’ heerlijk vrij. Ik geef van beide twee voorbeelden.

Vladimir Nabokov en Chlebnikov schreven Russische palindroomgedichten, en ik hoop in 1991 mijn vertaling van Razin door Chlebnikov klaar te hebben. Gelukkig smokkelt hij wel eens, zodat ik op mijn beurt de regels ‘Draaph paard’ en ‘'t woud dauwt’ durf te gebruiken.

De voorbeelden van opsommingen tonen aan dat het geen zin heeft om naar het langste palindroom te vragen. De rij zinnen in 26e kan het beste als een telexboodschap uit diverse bronnen, of als de tekst van een krankzinnige, beschouwd worden.

27 Woorden in zinnen

Drs. P. is de maker van ‘Negen neven negen’. Dit is een palindroom, waarin bovendien elk woord een palinwoord is. In zo'n zin kun je ook de rij woorden als ondergrammen spiegelen.

Van deze zinspiegelingen ken ik alleen de voorbeelden uit 27a. Grammatikaal zijn ze interessant omdat één patroon, door de woorden te vervangen door andere woorden met dezelfde syntactische eigenschappen, steeds nieuwe palinzinnen zou kunnen opleveren. Maar in de voorbeelden spelen nu juist homoniemen (39) een grote rol, en die hebben, omdat ze in twee syntactische klassen tegelijk zitten, nauwelijks syntactische broertjes.

25i Lipopalindromen



illustratie

 
Stal fat Ab; nam slap als man, Bata-flats?
 
Regent rekke mee, mekkert neger.
 
Slipt Sir: glipt kil nis in, likt pil, grist pils!
 
Soms loopt Roos door goor, droog rood soort Pools mos.
 
Wurg nu Juts uk, tuur bruut, kust u Jung ruw?
 
Tijm, ijl bij mijn snijlijn: snij mij blij, mijt.

26a Koos nam Ans ook

Koos nam Anne, Daaf, Aag, Lora, Cleo, Reina, Lem, Mar, Bella, Jan, Ida, Eg, Ramona, Adam, Rik, Irene, Ilse, Im, Leen, An, Adèle, Nita, Mia, Eb, Suze, Dik, Nan, Otto, Let, Ada, Lena, Vera, Astra, Monne, Mein, Nol, Lex, Abe, Ben, Ina, Jo, Loe, Lode, Rein, Ka, Rolf, Enna, Nora, Co, Egon, Rainier, Elle, Jur, Stef, Ello, Jenne, Fekko, Ella, Poppe, Selle, Suurt, Emma, Tette, Benno, Eeke, Banne, Fok, Eime, Riet, Niek, Kas, Ira, Ude, Noor, Vita, Anita, Rod, Ma, Sebo, Faas, Ab, Andela, Ale, Imme, Sara, Cecil, Aai, Amse, Ile, Reg, Siro, Janna, Abbe, Xera, Temme, Alie, Letto, Lanno, Da, Ine, Xenia, Donna, Lotte, Leila, Em, Meta, Rex, Ebba, Anna, Joris, Ger, El, Ies, Maia, Alice, Cara, Sem, Miel, Aal, Edna, Bas, Aaf, Obe, Sam, Dora, Tina, Ati, Vroon, Edu, Aris, Akke, Inte, Ire, Mie, Ko, Fenna, Bé, Kee, Onne, Bette, Tamme, Truus, Elles, Eppo, Palle, Okke, Fenne, Jolle, Fets, Ru, Jelle, Reini, Arno, Geo, Caro, Nanne, Flora, Knier, Edo, Leo, Lo, Janine, Beb, Axel, Lonnie, Menno, Mart, Saar, Eva, Nel, Ad, Ate, Lot, Ton, Ank, Ide, Zus, Bea, Ima, Tine, Leda, Na, Neel, Mies, Lien, Erik, Irma, Daan, Omar, Gea, Dina, Jalle, Bram, Melanie, Roel, Carol, Gaaf, Aad en nam Ans óók.

[pagina 81]
[p. 81]

26b Er is nog Aragon, Sire

Er is gort, 'n sirene, kool, een aks, ijs, 'n gent en 'n os, 'n paarl, ook 'n pastei, rats, appel, kroonleer, kamsel, 'n neger, trots, meel, tuf, staal, pret, tong, 'n el, rook, 'n rok, 'n peer, 'n pat, 'n loop, 'n ree, bier, niks, 'n maan, 'n Ees, radar, 'n Bals, 'n Krol, 'n Rep, pils, 'n mijt, room, sfeer, teer, vee, 'n flens, 'n Ob, 'n fat, mos, 'n raap, 'n toom, 'n neet, 'n keet, 'n ar, 'n pets, 'n Deen, 'n aap, snert, ras, 'n fee, 'n Nijl, 'n noen, nevel, 'n bul, 'n pin, 'n leek, 'n lot, 'n aak, 'n tip, 'n taats, 'n kop, 'n kom, 'n pan, 'n kruk, 'n lok, 'n ei, 'n emmer, 'n knip, 'n slop, 'n knol, 'n krab, 'n los, 'n lap, 'n Ier, pop, nijd, 'n akker, taart, rattevel, asem, 'n neep, 'n noot, 'n kolk, 'n pots, 'n keer, 'n kas, 'n kat, 'n kap, 'n lob, 'n kar, 'n lens, 'n gaal, 'n re, tempo, 'n nop, 'n mal, 'n rot, 'n mol, 'n knik, 'n tel, 'n kans, 'n raak, 'n rank, 'n klop, 'n are, poen, napret, tetanie, leges, afname, opname, hede, sop, 'n ante, 'n koma, 'n Amor, 'n kei, 'n ut, 'n reden, melk, 'n droom, 'n poort, 'n mik, 'n mis, 'n top, 'n si, 'n elegie, 'n lip, 'n kalf, eb, 'n kip, 'n krant, seef, 'n mijl, 'n es, 'n regel, 'n Marne, meineed, 'n laan, 'n Urker, drab, 'n tram, soda, snaps, 'n trap, 'n plan, 'n rif, mee, 'n klank, 'n els, 'n maandnaam, 'n slenk, 'n alk, 'n Eetn, firn, 'n alp, 'n part, 'n spa, 'n sado, smart, 'n bar, drek, run, 'n aal, 'n Dee, 'n ieme, 'n ram, 'n leger, 'n sen, lijm, 'n feest, 'n ark, 'n pik, 'n bef, lak, 'n pil, 'n eigele nis, 'n pot, 'n sim, 'n kim, 'n troop, 'n moord, 'n klem, 'n Eder, 'n tuniek, 'n roman, amok, 'n Etna, 'n pose, de hema, 'n poema, 'n fase, gelei, nat etter, panne, opera, 'n polk, 'n knar, 'n kaar, 'n snak, 'n Let, 'n kink, 'n lom, 'n tor, 'n lam, 'n pon, 'n opmeter, 'n laag, 'n snel, 'n rak, 'n bol, 'n pak, 'n tak, 'n sak, 'n reek, 'n stop, 'n klok, 'n toon, 'n peen, 'n mes, ale, vet, tartraat, rek, kandij, 'n po, prei, 'n pal, 'n sol, 'n bark, 'n lonk, 'n pols, 'n pink, 'n rem, menie, 'n kol, 'n kurk, 'n nap, 'n mok, 'n pok, 'n staat, 'n pit, 'n kaan, tol, 'n keel, 'n nip, 'n lub, 'n leven, neon, 'n lij, 'n neef, 'n Sartre, 'n spaan, 'n eed, 'n step, 'n ra, 'n teek, 'n teen, 'n moot, 'n paar, 'n som, taf, 'n bons, 'n elf, 'n Ee, vree, treef, smoor, tijm, 'n slipper, 'n lork, 'n slab, 'n rad, arseen, 'n aam, 'n ski, 'n rei, beer, 'n Pool, 'n tap, 'n reep, 'n kor, 'n koor, leng, 'n otter, plaats, fut, leem, stortregen, 'n les, makreel, 'n oorklep, pasta, rietsap, 'n koolraap, 'n sonnet, 'n eg, 'n sijs, kaneel ook, én er is 'n trog, Sire!

26c Gad nee, poëzie...! zei ze op een dag

 
Sul, Lucullus.
 
Gij Vijg
 
eet cactee,
 
eet essetee.
 
 
 
Roof maf amfoor-
 
mok als slakom.
 
Snij plat, Alpijns,
 
de erwt wreed.
 
 
 
Smoor rooms
 
Revel's lever,
 
mals Islam-
 
taaipop (opiaat).
 
 
 
Kook tongg'not, kook
 
iets aparte tetra-pastei.
 
Snaai rog, erg Gregoriaans.
 
Daar: begeer reegebraad.
 
 
 
't kolkt, 't sist, 't klokt,
 
't kotst, 't papt, 't stokt,
 
't fopt,'t pijpt,'t poft,
 
't kookt, 't kookt, 't kookt!
 
 
 
Feit: puré. Is pepsi eruptief,
 
neppils? Lezer, ezelslippen-
 
paarlonk. Konijn o.k., knolraap
 
te bros meeneem-sorbet.
 
 
 
Koop fijn nijf, pook
 
edel réveil door brood. Lieverlede:
 
Gaarvrede. Wedervraag:
 
Eissie! (mooi dit idioom)
 
 
 
Taart in muil, ak'lige gil: kaliumnitraat.
 
Nitraat taart in?
 
Amok, leverwrevel, koma,
 
straf. IJl, lijfarts!
 
 
 
Sul Lucullus.
 
Gij vijg.
 
Eet cactee.
 
Eet essetee.
[pagina 82]
[p. 82]

26d 't Epos? O, pét!

Las u die rei dus al?
 
Man, Anna nam
 
na vete, van
 
malaga lam,
 
nappa; pappan;
 
peer; gom; o, greep
 
na de sedan
 
peen snel, én sneep.
 
 
 
Nam die meid, man,
 
steeds ijs, de ets,
 
melknap, spanklem?
 
Stellig; gil Lets
 
met snik in stem:
 
kokette kok,
 
koos u dus ook
 
kornettenrok?
 
Koopman nam pook
 
Toon dra aardnoot.
 
 
 
Trotski, ik stort
 
door keel, bleekrood,
 
trog kool, óók gort;
 
lik lepel kil.
 
 
 
Snert, Sir (is 't rens?),
 
ligt; fee geeft gil:
 
snel, neem een lens.
 
 
 
Trees, Sam masseert
 
palstaalplaat slap,
 
treedt op, spot deert
 
papa; ja, pap:
 
paarsig is raap.
 
 
 
Firmant nam rif,
 
pa, als 'k slaap
 
fikte het. Kif-
 
ten neven net?
 
Sar mee, neem ras
 
te bros sorbet.
 
Saks ook, koos kas-
 
teelt al, atleet.
 
 
 
Pik sla, als kip;
 
teer kan, na kreet:
 
pilsrennerslip
 
sussen! Nessus
 
kleed doodde elk.
 
 
 
Surfer, tref Rus,
 
klem pa, tap melk.
 
 
 
knil-kok, o, klink:
 
gehele heg
 
knipte met pink
 
Gezelle, zeg!
 
 
 
Ga, mus, u mag
 
reepnet en peer.
 
 
 
Gazelle zag:
 
ree weidt; die weer-
 
ga, lama, lag
 
wulpse wesp luw?
 
 
 
Gardegedrag
 
(wurg ree) erg ruw.
 
 
 
Deerne, men reed
 
Let om motel:
 
Deense besneed
 
Let na 'n tel.
 
 
 
O, zus, u zo
 
parterretrap
 
op met tempo:
 
partner rent rap
 
gezant na, zeg.
 
 
 
Daal, kip, ik laad
 
geweer: ree weg;
 
daarna dan raad:
 
lok ree, meerkol,
 
mee nou, o, neem
 
lorgnet, en grol:
 
meel, sik, is leem.
 
 
 
Bons, sla vals snob;
 
snob, por op! Bons!
 
Pomp, aap, 'm op;
 
 
 
Snol, snij fijn slons:
 
tel sneden, slet.
 
 
 
Koster pret: sok
 
te krap; parket
 
komt af. Fat mok-
 
t sullig. Gil: lust
 
soms ibis mos?
 
't Suddert, red dus 't
 
sop, en nep os.
 
 
 
Mooie, zei oom;
 
trof neef een fort?
 
 
 
Moor dreigt gier. Droom:
 
trok redder kort
 
kaasredersaak?
 
Stort, reder, trots
 
kaatsnettenstaak.
 
 
 
Storm, os, om rots.
 
 
 
Traan evenaart,
 
te vreemd, meer vet.
 
 
 
Draaf al, lafaard:
 
temeie met
 
A-bom; o, ba,
 
pot nu munt op.
 
Ave, Eva,
 
pot snel, en stop!
[pagina 83]
[p. 83]

26e Telexberichten

Mooie foto: gaf moeder aannemer brood?; deerne, m'n ene bed nam 'n edelman; leer kamenier talen kennen; nam neef Reve's telraam, Mok?; nep-atleet sneed lever; de draad koos ik, én tangen, een ei ook; koop nu man, er is gort; neem een pop, malle fat; de bruut staat net op Etna; de pappot stort, pa, als de bliksem, pakte 'm; pikt gier debutante in Melanesië?; Lap moordt; Poolse dieren negeren nu de droogte; 'n lei vol sop of as; regente ziek; alt reed naar Post; knol loopt rap; opa moet kip; solist daalt af; slet nam ei; staatsman reist; rat neemt melk, maar 'n net orkest (elf man) room, mais niet; Ruud Geels is aktief; Malle groet kapper; Kaapstad peilt kom met snert; sultan temt 'n ever; armoe remt pool-lust; koornon rookt, sul, loopt mére om; rare vent met nat lustre; 'n stem mokt: liep dat spaak?; Rep pakte orgel; lam feit: kas is leeg; duurte in Siam; Moor nam fletse kroten; 'n raam klemt, meent arts; Ier nam staatsiemantels; fat laadt silo's; pikte oma pop-art?; Pool lonkt, sopraan deert lakei, zet negers af; op Oslo viel net goor de dunne regen; Nereïde sloopt droompaleis en Alem niet nat; u bedreigt kip met kapmes; kil bed slaapt rot; stop pa, pedante potentaat; stuur bedtafellamp op; neem een trog, Sire, nam u 'n pook, kooien, een eg, natnek?; is óók daar de drevel?; Deen steelt apen; kom maar, Letse, verf een mannennek; Nel at reine makreel, nam ledenman de benen?; men reed door Bremen naar Ede om fagot of ei, oom.

27a Wel het is slechts iets, maar iets slechts is het wel

Lullig zijn lui die zeggen: ‘Die lui zijn lullig’.

Kauwen paarden als kraaien, dat is waar; niet waar is dat kraaien als paarden kauwen.

Gieren kunnen vliegen, dat is normaal; minder normaal is dat vliegen kunnen gieren.

Graven zonden haar naar u; wilt u naar haar zonden graven?

Lokken wilde haar die wilde man; wilde die haar wilde lokken?

Gaat het goed zo? Wel, zij liep toch, toch liep zij wel, zo goed het gaat.

Laat het, was al wat zij riep... toch, tóch riep zij wat, al was het laat.

Voor hem was ik een nummer, geen minnaar als hij; bleek, tóch maar mooi haar held die overwon. Zo overwon die held haar mooi; maar toch bleek hij als minnaar géén nummer één: ik was hem voor...

Lappen leren op Letten passen, maar passen Letten op leren lappen?

Wel, ik rook naar was; dat was naar, rook ik wel.

Is zin zonder slot als regel beter regel, als slot zonder zin is?

Wij wegen ons 60 maal; 12 maal 60 ons wegen wij.

Man, op zijn eerste wilde rit, wilde eerste zijn op Man.

Frans, het begin beheerst zeggen moet je wel; je moet zeggen: beheerst Begin het Frans?

Beheerst Frans het begin, of weet hij nu meer, onder meer nu hij weet of Begin het Frans beheerst?

[pagina 84]
[p. 84]

28 Zinnen in tekst

Taai hiaat. Er zijn sprookjes met rondzing-effect (‘De Steenhouwer’ van Multatuli, en ‘d'r zit een gat in de emmer, Dear Henry’) maar dat spiegelt niet. Er bestaan vast gedichten waarvan je de regels van beneden naar boven kunt lezen, en die dan hetzelfde opleveren, maar ik zoek naar proza waarin je de zinnen van de laatste naar de eerste kunt lezen. Een dialoog lijkt de gemakkelijkste vorm. Bij een geslaagd voorbeeld moet dan een filmpje gemaakt worden, dat je terug kunt draaien, terwijl de geluidsband dezelfde blijft.

29 De vorm van de letter

In 13 besprak ik al letters met symmetrische eigenschappen, dat zijn vooral hoofdletters. Maar letters kunnen ook door spiegeling in elkáar overgaan. 't Krantje van de Haarlemse stadsbibliotheek meldde dat de volgende woorden (de enige?) 180 graden gedraaid kunnen worden, en dan hetzelfde blijven: ‘dop’, ‘doop’, ‘nou’, ‘nu’, ‘ozo’, ‘sos’, ‘soos’, ‘wim’, ‘non’, ‘zoz’. (b2)

Een beroemd geval van 270 graden draaiing is zon.



illustratie

In buitenlandse kranten zie je de eerste b van de groep abba (abba abba heet een boek van Anthony Burgess, het rijmschema van de twee kwatrijnen van een sonnet) omgekeerd staan, in een Nederlandse advertentie trof me dat de twééde b werd omgekeerd.



illustratie

Het verband tussen spiegeling en sigaretten is nog niet duidelijk. Het merk Tivoli blijft moeizaam adverteren met ‘Tivoli I lov' it’. Camelsigaretten zitten in een doosje met,



illustratie

behalve een eenbultige kameel, op de zijkant de woorden ‘choice quality’. Leg je een mes, of een ander spiegeltje, in de lengte over het midden van deze tekst, dan blijft ‘choice’ ‘choice’ maar ‘quality’ wordt onzin. Opperlands voor dit geval is de zin ‘och, ik bid’. Merk op dat ‘bid’ horizontaal en ‘bid’ verticaal spiegelend is.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken