Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De reizen van Pater Key (onder ps. Raoul Chapkis) (1966)

Informatie terzijde

Titelpagina van De reizen van Pater Key (onder ps. Raoul Chapkis)
Afbeelding van De reizen van Pater Key (onder ps. Raoul Chapkis)Toon afbeelding van titelpagina van De reizen van Pater Key (onder ps. Raoul Chapkis)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.77 MB)

Scans (20.85 MB)

XML (0.11 MB)

tekstbestand






Illustrator

Peter Vos



Genre

proza

Subgenre

satire


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De reizen van Pater Key (onder ps. Raoul Chapkis)

(1966)–Hugo Brandt Corstius–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 66]
[p. 66]


illustratie

Hoofdstuk XIV
Een pijnlijke geschiedenis. Pater Key bestudeert de sociale structuur van Hahaland en ontdekt op de onderste bodem de miezerigste familie die je ooit zag. Daar is werkelijk geen menselijke aardigheid meer aan. Een dochter die zich aan haar gruwelijk lot wil onttrekken. Beraad. Wie o wie? De juiste man gevonden. Nee, toch niet.

Ditmaal was het reisdoel Tristan da Cunha, een eiland in de Stille Zuidzee. Helaas brak het schip en onze lieve pater Key spoelde drie dagen rond tot zijn pij zwarter was dan die van de buurpater. Toen dobberde hij naar de kust van Hahaland, een ver land met vreemde zeden en gewoonten, lees maar.

Er kwamen wat vissers voorbij, die de verzopen pater hartelijk uitlachten. Daarna kwam er een heer langs. Hij kwam eigenlijk niet langs, maar hij werd langsgekomen door een stalen huisje op vier wielen; een vijfde wiel lag achterin op zijn beurt te wachten. In zijn han-

[pagina 67]
[p. 67]

den had de heer nog een wiel. In het midden daarvan zat een knop. De heer drukte op de knop en er klonk: toet. Key moest daar erg om lachen, en hiermee was zijn sociale positie in Hahaland vastgesteld: tussen visser en automobilist (want dat was die heer). In Hahaland wordt iemands prestige namelijk bepaald door zijn belachelijkheid. Ministers en officieren met hun rare pakjes hebben practisch geen prestige, iedereen lacht ze uit. Wie om een ander lacht staat daarboven, dat vanzelfsprekende principe regeerde Hahaland.

Zo, nu moet ik eerst even uitleggen wat metafysika is. Metafysika is dit: Als het ene het andere hubberdepupt dan moet er Een Ding zijn dat al het andere hubberdepupt. Voorbeeld: de ene dag gaat aan de andere vooraf, dat weet iedereen. Dus, aldus de metafysika, moet er één dag zijn, die aan alle andere vooraf gaat, de scheppingsdag. Ander voorbeeld: de een heeft het over de ander te zeggen. Dus, weer met diezelfde metafysika, moet er Iemand zijn die het over ons allemaal te zeggen heeft, God of De Gaulle, of hoe je hem ook noemt. In Hahaland was de metafysika zeer populair. En als het daar zo was dat de een belachelijker was dan de ander, dan moest er volgens de Hahaers eentje zijn die het allerbelachelijkste was. Niemand wilde dat natuurlijk zijn. Want je moet toch wel krankzinnig zijn om door iedereen uitgelachen te willen worden. Maar de metafysika eiste een Allerbelachelijkst Persoon.

Men zou deze miezerige rol natuurlijk door het lot kunnen laten bepalen. Of men zou de Hahaers kunnen laten verkiezen wie het bespottelijkst was. Maar dat zou maar strijd en onrust geven. En dus had men, al eeuwen geleden, een arme vreemdeling die niet veel zeggen kon tot belachelijkste benoemd en bepaald dat steeds zijn oudste kind, kleinkind enzovoort die functie

[pagina 68]
[p. 68]

zou bekleden. U begrijpt dat zo'n erfelijke belasting met alle demokratische principes vloekte. Maar in Hahaland had men er vrede mee. Om het kwade geweten te sussen gaf men de arme belachelijkste bovendien een vorstelijk salaris, en zo ging eeuwen alles goed. Tot Slapla kwam. Slapla was de dochter van de actuele belachelijkste persoon. Slapla, haar naam is een afkorting van Slappe Lach, wou ervan af. Ze wilde niet door elke hahaer uitgelachen worden. Ze wilde niet dat er overal waar ze liep gejoeld zou worden, en dat geen mens haar ooit au sérieux zou nemen. Maar hoe kon ze van haar verdoemde rol af? Met veel listen en intriges wist ze een vergadering te beleggen in haar huisje ‘Brakegein’. Key was van de partij. Maar het hoogste woord voerden de gebroeders Kooy. De ene Kooy was fotograaf, de andere professor in het massaspiritisme. Ze maakten een slim plannetje. Slapla moest, zo adviseerden ze, trouwen met een man, zo onverteerbaar en niet-om-te-lachen dat men ook om haar niet meer zou lachen. Dan zou òf het hele instituut van de belachelijkste verdwijnen, òf haar zusje zou ervoor moeten opdraaien, dat kon Slapla niet schelen, als zij maar niet hoefde.

Maar hoe zo'n man te vinden?

Key werd met het zoeken belast. Hij interviewde vele kandidaten, maar aan allemaal zat wel iets koddigs. Hij riep de hulp in van een zeer nederig persoon: de minister van buitenlandse zaken, wiens vreemde hoofd iedereen onmiddellijk deed grijnzen. Deze minister vroeg al zijn collega's in andere landen of zij niet iemand wisten. Zo kwam het verzoek ook in het buurland Mafrika. De Mafrikaanse minister gaf een ambtenaar opdracht eens uit te kijken. Deze ambtenaar, ene K., keek uit, maar zag niemand die geschikt was. Uit angst ontslagen te worden beval hij zichzelf aan.

[pagina 69]
[p. 69]

Pater Key, die inmiddels al gevangenissen en onderontwikkelde gebieden aan het doorzoeken was naar een onmogelijke echtgenoot, zag direct dat het raak was. K. was ideaal. Het was namelijk zo gesteld dat het vaderland van K. en het moederland van Slapla twintig jaar geleden in oorlog waren geweest, waarbij sommige Mafrikanen zich niet als gentlemen gedragen hadden. Dat was al weer twintig jaar geleden en Slapla was twintig jaar, maar K. was veertig en had dus nog mooi in die oorlog kunnen meedoen. Hem zouden de Hahaers beslist niet slikken!

De gebroeders Kooy begonnen hun duivelse actie. De ene nam, zogenaamd zonder dat Slapla ervan wist, een foto van het paar. De andere bewerkte met massa-spiritistische middelen de massamediums. Alles was klaar.

Slapla zag de vrijheid al gloren. Het paar verscheen op de televisie en deed zijn best de Hahaers uit te lachen. De volgende dag zouden ze met een boot een rondvaart maken door de hoofdstad. Alle experts waren het eens: het volk zou er niet om kunnen lachen. Men zou huilend afscheid nemen van Slapla en de hele belachelijkheidsmythe.

Key posteerde zich al vroeg op een brug met een aantal vlugschriften, waarin stond dat K. niet te slikken was als Ridicuul Gemaal.

Wat pakte het anders uit! Welk een onvermoed gevoel voor humor bezat men in Hahaland!

Het volk joelde, schaterde, gierde en huilde, huilde van het lachen. Slapla zat steviger dan ooit op de spotstoel. En ze had nu K. er nog bij. Goed, hij is later op de nijlpaardenjacht verongelukt, maar dat wist ze toen nog niet. Ze huilde tranen met tuiten.

Key kreeg geen kans om zijn opruiende vlugschriften

[pagina 70]
[p. 70]

te verspreiden. Hij werd door tien wakkere agenten in de gracht geknuppeld en dreef drie dagen met een droeve glimlach rond.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken