Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Geestigh liedt-boecxken (1621)

Informatie terzijde

Titelpagina van Geestigh liedt-boecxken
Afbeelding van Geestigh liedt-boecxkenToon afbeelding van titelpagina van Geestigh liedt-boecxken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.07 MB)

ebook (3.45 MB)

XML (0.16 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Geestigh liedt-boecxken

(1621)–G.A. Bredero–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 184]
[p. 184]

Klachtigh Maeghden-Liedt,

Stem: Het daghet in den Oosten, &c.

 
Helaes! ick heb verloren
 
De Vorst van mijn ghemoet,
 
Den Ridder googh gheboren
 
Van klaer en Prinslijck bloedt,
 
Dus mach ick zijn verscheyen, wel beschreyen.
 
 
 
2 Nu sal ick niet meer hooren
 
Dat lieffelijck gheluydt,
[pagina 185]
[p. 185]
 
Dat my de siel ten ooren
 
So soetjes troonden uyt,
 
Met aartigh minlijck smeken // en schoon spreken.
 
 
 
3 De Spieghel sal verdwynen,
 
Daer ick mijn aengesicht
 
So helder sach in schynen:
 
O lief, en vriendlijck licht,
 
V luyster en u brallen // sal vervallen.
 
 
 
4 V wel ghedane wanghen,
 
Van my so vaeck ghekust,
 
Met hartelijck verlanghen
 
En sonderlinghe lust,
 
Die sullen wormen, Slanghen // nu ontfanghen.
 
 
 
5 En met een smaeck op eten
[pagina 186]
[p. 186]
 
V tongh en kuysche mondt,
 
Die inde leckere beten
 
Een lieve wellust vont,
 
Die sullen sy met behaghen, knauwen, knagen.
 
 
 
6 De neus daer ghy te voren
 
Me roockt u spijs en dranck
 
Die weet nu van gheen smoren,
 
Noch sticken van de stanck,
 
Sy sal nu inder kuyle // gants vervuyle.
 
 
 
7 Ghy sijt sonder gevoelen
 
Van lichaem en van hart,
 
Ach, kon ick so verkoelen
 
Mijn ongemeene smart,
 
So souw' ick nu niet weenen // nog niet steenen.
 
 
[pagina 187]
[p. 187]
 
8 Nu wil ick my begeven
 
In een kleyn kloosterkijn,
 
En eynden daer mijn leven
 
En heymelijcke pijn,
 
En sal mijn doot beklagen // al mijn daghen.
 
 
 
9 Doch ick sal u doen bouwen
 
Hier op dit graf een huys,
 
Daer ick my met vertrouwen
 
In eenicheyt mijn kruys
 
En mijn rampsalich vrijen // mach belijen.
 
 
 
10 Nu moet ick my gaen ylen,
 
En decken mijn aenschijn,
 
En draghen de swarte wylen
 
Ter eeren de liefste mijn,
 
Ick sal hem noch vereeren // met rouw kleeren.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken