Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Geestigh liedt-boecxken (1621)

Informatie terzijde

Titelpagina van Geestigh liedt-boecxken
Afbeelding van Geestigh liedt-boecxkenToon afbeelding van titelpagina van Geestigh liedt-boecxken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.07 MB)

ebook (3.45 MB)

XML (0.16 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Geestigh liedt-boecxken

(1621)–G.A. Bredero–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Liedeken.

Stem: Fortuyn eylaes bedroeft.

 
Princessen preutsch en prat met al u pronkery
 
Van noode-loose pracht: staet op en wijckt ter sy,
[pagina 198]
[p. 198]
 
Maer goet eerbiedelijck met neyginghs en gekniel,
 
De triumphante Vrou van mijn verwonnen siel.
 
 
 
2 Waer toe dit marren? ach! ghy jonge Iufferschop
 
Spreyt die Tapyten neer, en stroyt daer soetjes op
 
Ghemalen gout, oock zy, op dat de harde aerdt,
 
Haer ted're voetjes niet en quetse noch beswaert.
 
 
 
3 Ghy grooten dicht bestoet met Vorstelijck gesnor
 
Gebiet de Volcken, dat sich niemandt drijft, en por
 
Te naken aen haer kleyt, te stooren haren gangh,
 
op dats' haer niet verblaes, noch qua lucht en bevang.
 
 
 
4 Sy komt, o Goon! sy komt: de Princen staen als stom:
 
De verslagen gemeent stort van een swenckjen om:
 
En met haer wyse tongh basuynt een helder woort
[pagina 199]
[p. 199]
 
Het dondert, en het wert met wonderingh gehoort.
 
 
 
5 Een yeder riep met my wat vruntschap en wat jonst,
 
Wat Goddelijcker glans, wat wijsheyt en wat konst
 
Heeft Iupijn oock ghebruyckt, wanneer hy heeft verlicht,
 
Dit schepsel dat ons sloech met blixem in 't gesicht?
 
 
 
6 't Is Venus, Venus ist, daer ick wel eer of las,
 
Die van het pekel-schuym der Zee geboren was,
 
Die met een holle schulp door vloeden vlet en vlot,
Ick hieldt voor narrery, en beuselinghen sot.
 
Die met een holle schulp door vloeden vlet en vlot,
Ick hieldt voor narrery, en beuselinghen sot.
 
 
 
7 Ach Heyl'ghe rymery, ick vonnisten verkeert,
 
Want eenich geest, of God heeft dit gepropheteert,
 
Op dat de werelt en mijn tijt ghelijcke lien,
[pagina 200]
[p. 200]
 
Haer gulde Godtheyt niet onwaerdich souden sien.
 
 
 
8 In't gulde iaer van't suytsche Cipres quam,
 
Mijn soete Cithera in 't schip-rijck Amsteldam,
 
Daer sy den rouwen hoop van 't graeu en groots gheslacht
 
Heeft aen een sachten aert door les en leer gebracht.
 
 
 
9 Der ouden boosheydt snoot en d'ondanckbaere jeucht
 
Vergolden na met spijt de wel-daet en de deucht,
 
Mijn Venus die vertrock, o leydt! o quaet! o doot!
 
Sy sturf indiense kon in 't Dorp van Ackersloot.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken