Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Groot lied-boeck (1975-1983)

Informatie terzijde

Titelpagina van Groot lied-boeck
Afbeelding van Groot lied-boeckToon afbeelding van titelpagina van Groot lied-boeck

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (13.95 MB)

XML (3.28 MB)

tekstbestand






Editeurs

A.A. Keersmaekers

F.H. Matter

Garmt Stuiveling

C.F.P. Stutterheim

P.J.J. van Thiel

F. Veenstra

C.A. Zaalberg



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Groot lied-boeck

(1975-1983)–G.A. Bredero–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

LIV Liedt

I: 209-210

Amoureus gedicht in renaissancestijl, met sterke natuurmotieven. In vs. 25 nog het rederijkersrelict Prins.

Beginregel: De harde winter strengh, met al haer wrede buyen,

Vindplaatsen: Groot Lied-boeck 1622: 72 (vel K)-73; Kalff 1890: 320; Knuttel 1929: 158; Van Rijnbach 1944: 116-117.

Omvang: 28 verzen, zeven strofen van 4 regels.

Versvorm: alexandrijnen met geregeld een cesuur na de zesde syllabe, en met betrekkelijk weinig metrische afwijkingen, voornamelijk in vs. 9, 11, 15, 17, 25, 27 en 28.

[pagina 296]
[p. 296]

Rijmschema: a b a b.

Melodie: Matter 1979, blz. 213.

 

4 wat baart een Mey al viers: De genitief viers is verklaarbaar door de afhankelijkheid van wat. Het woord Mey, dat in vs. 3 stellig de meimaand betekent, is in vs. 4 misschien de aanduiding van een meisje; waarschijnlijk is dit niet, al vindt men in vs. 13 de spelling Meyken. Overigens wordt het meisje meest myn Son genoemd, in vs. 6 met de tegenstelling tussen myn Son en 't weer, en opnieuw in vs. 8 met Dees Mey (waar de maand is bedoeld) en mijn Son. De invloed van het seizoen op de erotiek, en speciaal de meimaand als de maand van verliefdheid en liefde, was in de middeleeuwse literatuur een traditioneel motief.

19 koele Mey: Aangezien het weer, en dus ook de temperatuur, van invloed is op de graad van verliefdheid, zou een koele meimaand een gunstige uitwerking hebben op de al te grote vurigheid van de minnaar. Overigens is koel al sinds de middeleeuwen een epitheton ornans bij Mei; het betekent dan: fris, niet heet, niet benauwd. Vgl. WNT IX, kolom 452.

25 Prins: Afgezien van de rederijkersfunctie als inzet van de slotstrofe, heeft dit woord hier zin als aanroep van de heersende meimaand. De op zichzelf verdedigbare opvatting dat Prins ook God zou kunnen zijn, stuit af op de tweede helft van vs. 27.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken