Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Groot lied-boeck (1975-1983)

Informatie terzijde

Titelpagina van Groot lied-boeck
Afbeelding van Groot lied-boeckToon afbeelding van titelpagina van Groot lied-boeck

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (13.95 MB)

XML (3.28 MB)

tekstbestand






Editeurs

A.A. Keersmaekers

F.H. Matter

Garmt Stuiveling

C.F.P. Stutterheim

P.J.J. van Thiel

F. Veenstra

C.A. Zaalberg



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Groot lied-boeck

(1975-1983)–G.A. Bredero–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

LXIV Cupidoos Liedt

I: 241-244

Beschouwend lied over de macht van de liefde waarvoor de dichter tevoren gevrijwaard was gebleven maar die hem nu plotseling heeft overmand. De franse tekst waarnaar dit lied werd bewerkt, is opgenomen in Vertaalde gedichten (ed.-Keermaekers; 's-Gravenhage 1981) blz. 192.

Beginregel: Ic hadde noyt gevoelt in mijn voorleden wylen

Vindplaatsen: Tragische Historien IV, wschl. 1612, alleen overgeleverd in drukken uit 1646 en 1650; Groot Lied-boeck 1622: 91-92, met illustratie; Kalff 1890: 340-341; Knuttel 1929: 220-221; Van Rijnbach 1944: 135-136.

[pagina 314]
[p. 314]

Omvang: 52 verzen, dertien strofen van 4 regels.

Versvorm: alexandrijnen met meestal een duidelijke cesuur en maar weinig ritmische afwijkingen; zie vs. 2, 20, 24, 26, 28, 29 en 34.

Rijmschema: a a b b.

Melodie: Matter 1979, blz. 39, 106-108.

Varianten
Groot Lied-boeck 1622 Tragische Historien
9 straf staf
11 hart hert
13 onmachtig onmatigh
19 dese kleene desen cleenen
22 De Die
33 hert hart
35 Een Den
50 En En
beroerde bedroefde
52 hert aerdt

- Cupidoos liedt: Niet een lied van Cupido, maar óver Cupido.

4 Schutter-kind: Cupido, die zowel een schutter is als een kind. Maar behalve pijl en boog worden in de eerste strofe ook vuyr, vlam, wind en fackel genoemd. De fakkel van Cupido wordt beschouwd als symbool van de pijnigingen der liefde. Al de attributen komen in de laatste strofe terug, met de vleugels erbij.

5 gesoopen: ingedronken.

17 De Bodem vande Zee enz.: Heel deze strofe is een tussenzin die een verklaring en uitbreiding is van wat er in vs. 16 wordt meegedeeld. Vóor deze tussenzin begint in vs. 15 de zin: Maer als ick heb gesien, en de voortzetting dáarvan ligt in de hoofdzin seyd' ick doe (vs. 21): dus: maar toen ik zag, dat..., toen zei ik.

26 Noch die levende kracht der Zielen groot vermogen: Bij dit vs. zijn drie interpretaties mogelijk: a. men denke een komma na kracht, de tweede helft van dit vs. wordt dan een bijstelling bij de eerste; b. de tweede vershelft is in z'n geheel een bijv. bepaling bij kracht, en er is een ‘uitgespaarde genitief’ zoals bij Bredero wel vaker voorkomt; dus: de kracht van het groot vermogen der ziel; c. vermogen is, zoals ook wel in het Middelnederlands, een bijv. naamwoord waarbij groot dan een bijw. bepaling vormt; samen zijn ze dan bijv. bepaling bij Zielen; dus: de kracht van de zeer veel vermogende ziel.

27 mijn oordeel: Mijn beoordelingsvermogen, onderscheidingsvermogen, ratio, voor de dichter blijkbaar het meest kenmerkende van de persoonlijkheid, datgene waarin de vrijheid van de mens gelegen is en diens bescherming tevens. Deze interpretatie gaat ervan uit dat myn vryheid of mijn schild een

[pagina 315]
[p. 315]

bijstelling is bij oordeel. Zie in dit verband ook lied LXXV, vs. 39. De interpretatie als bijstelling is niet de enige mogelijkheid. Daar schild een teken van adeldom is, kan de uitdrukking ook de bet. hebben van: mijn edele vrijheid. (+)

38 Indien de Minne niet enz.: Men mag uit de werkwoordsvormen leyde en quetste niet afleiden dat deze voorwaarde inderdaad vervuld is; dus die had ingegrepen, had gekwetst. Blijkens de vzn. 44-47 immers is het een wens die nog altijd op vervulling wacht; dus: in zou grijpen, zou kwetsen.

40 Der gener: Een datiefvorm waar het moderne Nederlands een lijdend vw. heeft; dus degene. (+)

42 so levendigh af malen: Ofschoon de verklaring: uitschilderen, nl. uitgeschilderd staan (I: 244) het gebruik van afmalen in reflexieve zin veronderstelt, en dit in WNT I, kolom 1188-1191, niet vermeld wordt, vindt deze opvatting in de franse tekst een bevestiging; zie Vertaalde Gedichten, blz. 197.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken