Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Groot lied-boeck (1975-1983)

Informatie terzijde

Titelpagina van Groot lied-boeck
Afbeelding van Groot lied-boeckToon afbeelding van titelpagina van Groot lied-boeck

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (13.95 MB)

XML (3.28 MB)

tekstbestand






Editeurs

A.A. Keersmaekers

F.H. Matter

Garmt Stuiveling

C.F.P. Stutterheim

P.J.J. van Thiel

F. Veenstra

C.A. Zaalberg



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Groot lied-boeck

(1975-1983)–G.A. Bredero–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

CX Klachtich Maeghden-Liedt

I: 374-376

Klaaglied van een jonge vrouw na de dood van haar geliefde. Het lied is verwant met het middeleeuwse volkslied dat ook als melodie wordt aangegeven en waarmee het in de vzn. 36-37 en 48 woordelijk overeenkomt. Of het oorspronkelijk als Rey van Jufferen is geschreven voor het onvoltooid gebleven toneelstuk, kan niet worden uitgemaakt.

Beginregel: Helaes! ick heb verlooren

[pagina 375]
[p. 375]

Vindplaatsen: Geestigh Liedt-Boecxken 1621: 184-187; Groot Lied-boeck 1622 II: 42; Het daget uyt den Oosten 1638, vs. 1734-65; Liedt-boeck 1644: 21 en 29; Liedt-boeck 1677: 26; Kalff 1890: 416-417; Knuttel 1929: 254; Van Rijnbach 1944: 198-199.

Omvang: 50 verzen, tien strofen van 5 regels. In Het daget staan de vzn. 1 en 2, evenals de vzn. 3 en 4 telkens op éen regel, zodat iedere strofe daar 3 verzen telt met in elke regel binnenrijm.

Versvorm: jambisch metrum met drie heffingen, maar in vs. 5 vijf, namelijk drie plus twee.

Rijmschema: a b a b (c) c.

Melodie: Matter 1979, blz. 162-167.

Varianten
Groot Lb. 1622 Geestigh LB. 1621 Het daget 1638 Lb. 1644:21 Lb. 1644:29
3 Den Ridder Den Ridder Een Ridder Den Ridder Den Ridder
4 klaer en klaer en klaren klaer en klaer en
8 ten ooren ten ooren ten ooren ten ooren ter ooren
9 soetjes soetjes soetjens soetjes soetjes
10 smeken smeken spreecken smeken smeken
spreken spreken smeecken spreken spreken
18 hartelijck hartelijck hertelijck hartelijck hartelijck
22 kuysche kuysche kiesche kuysche kuysche
25 Sy sullen Sy sullen Die sullen sy Sy sullen Die sellen sy
30 roockt roockt roock roockt roock
vervuyle vervuyle vervuylen vervuyle vervuyle
32 hart hart hert hart hart
33 kon ick kon ick kond'ick kon ick kon ick
34 smart smart smert smart smart
35 souw souw' soud souw' souw'
36 begheven begeven gaan begeven begheven begeven
40 myn doodt mijn doot u doodt mijn doot mijn doodt
45 in myn En mijn En myn In mijn En mijn
verblijen belijen belyen verblijen belijen
48 swarte de swarte de swarte swarte de swarte
49 Ter eer Ter eeren ter eeren Ter eer Ter eeren

16 U wel ghedane wanghen: Bij dit vers beginnen drie strofen die in Bredero's werk een uitzondering vormen door hun gedetailleerde beschrijving van de menselijke ontbinding na de dood. Ook in zijn stichtelijke liederen komt een zo rauw kerkhofrealisme nergens voor. Een vroege invloed van de Barok lijkt hier minder waarschijnlijk dan een late doorwerking van het middeleeuwse memento mori en van de dodendans-thematiek.

45 In: Terwijl in vs. 44 In de bet. heeft van het moderne In, moet men in vs. 45 In beschouwen als een spellingvariant van En.

mach belijen: Hoe het komt dat het Groot Lied-boeck 1622 in dit vs. ten

[pagina 376]
[p. 376]

onrechte verblijen heeft, is niet uit te maken. Zowel het Geestigh Liedtboecxken, 1621, als Het daget, 1638, heeft belijen. In zijn editie van Het daget uyt het Oosten (Culemborg 1976, blz. 234) tekent Damsteegt hierbij aan: ‘Het reflexieve gebruik van belijden kwam in het mnd. voor (MNW I, kolom 552), maar wordt in het WNT niet meer vermeld. Het is mogelijk, dat we hier te doen hebben met een laat gebruik van het mnl. reflexivum, maar het is ook denkbaar dat er contaminatie heeft plaats gehad met het 17de-eeuwse zich belijden, dat ‘zich behelpen’ betekent (WNT II, kolom 1729, Belijden (I).’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken