Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Groot lied-boeck (1975-1983)

Informatie terzijde

Titelpagina van Groot lied-boeck
Afbeelding van Groot lied-boeckToon afbeelding van titelpagina van Groot lied-boeck

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (13.95 MB)

XML (3.28 MB)

tekstbestand






Editeurs

A.A. Keersmaekers

F.H. Matter

Garmt Stuiveling

C.F.P. Stutterheim

P.J.J. van Thiel

F. Veenstra

C.A. Zaalberg



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Groot lied-boeck

(1975-1983)–G.A. Bredero–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

CLVI Een Maechden klagh Liedetjen

I: 502-503

Klaaglied van meisje dat gaat sterven van verdriet omdat zij haar liefde onbeantwoord weet. In Stommen Ridder wordt dit lied gezongen door Aardighe (zie ed.-Kruyskamp, Culemborg 1973, blz. 148-150.) Ook in de Palmarijn, waaraan Bredero zijn stof voor Stommen Ridder heeft ontleend, vindt men een lied (idem, blz. 206-208). Het is opmerkelijk dat Bredero niet enkel bepaalde gedeelten van de inhoud heeft overgenomen - men zie bijv. de strofen 2 en 3 van de Palmarijn-versie - maar ook hetzelfde rijmschema volgt.

Beginregel: O Maechden die met wond'ren siet

Vindplaatsen: Stommen Ridder, 1619, vs. 1751-1798; Groot Lied-boeck 1622 II: 98-99; Liedt-boeck 1644: 30-31; Liedt-boeck 1677: 35-36; Kalff 1890: alleen in Stommen Ridder; Knuttel 1929 idem; Van Rijnbach 1944: 268-269.

Omvang: 48 verzen, acht strofen van 6 regels.

Versvorm: overwegend trocheïsch metrum met vier heffingen in de vzn. 1, 3, 4 en 6, twee in de vzn. 2 en 5. In vs. 1 van elke strofe is veelal een soort voorslag aanwezig, waardoor die versregel jambisch wordt.

Rijmschema: a a b c c b.

Melodie: Matter 1979, blz. 113-117.

[pagina 433]
[p. 433]

Varianten
Groot Lied-boeck 1622 Stommen Ridder 1619 Liedt-boeck 1644
4 Door Door Dooor
13 quelt knelt quelt
22 my mijn my
28 hert hart hert
41 my Mijn My

7 Swaen: Het volksgeloof dat de zwaan kort voor zijn sterven zingt, dagtekent al uit de Oudheid (Aeschylus; Cicero); het leefde voort in de middeleeuwen en ging over in de dichterlijke taal van de renaissance. Het is ook te vinden in het Antwerps Liedboek. lied CXXII, vs. 55-56. De enige zwaan die ter verklaring in aanmerking kan komen, is de soort die men vroeger hoelzwaan noemde (Cygnus musicus); zie Stoett 1925, blz. 549.

14 En dus plaecht: Waarschijnlijk geeft dus hier een hoge graad aan: in zo hevige mate, dusdanig.

34 met pynen wreet: met heftige smart.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken