Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Groot lied-boeck (1975-1983)

Informatie terzijde

Titelpagina van Groot lied-boeck
Afbeelding van Groot lied-boeckToon afbeelding van titelpagina van Groot lied-boeck

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (13.95 MB)

XML (3.28 MB)

tekstbestand






Editeurs

A.A. Keersmaekers

F.H. Matter

Garmt Stuiveling

C.F.P. Stutterheim

P.J.J. van Thiel

F. Veenstra

C.A. Zaalberg



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Groot lied-boeck

(1975-1983)–G.A. Bredero–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 469]
[p. 469]

CLXXXIII Aendachtigh Liedt

I: 579-582

Lied in rederijkerstrant, gericht tegen de onverzadelijke geldzucht die ook het huwelijk dat daardoor tot stand komt, bederft.

Beginregel: Vermaledyden

Vindplaatsen: Groot Lied-boeck 1622 III: 37-38; Liedt-boeck 1644: 40-41; Liedt-boeck 1677: 45; Kalff 1890: 543-545; Knuttel 1929: 87-89; Van Rijnbach 1944: 315-317.

Omvang: 84 verzen, zeven strofen van 12 regels.

Versvorm: overheersend jambisch metrum met twee heffingen in de vzn. 1-6, 9 en 10; éen in de vzn. 7 en 11; vierheffingsmetrum in de vzn. 8 en 12. Door het grote aantal omzettingen, vooral van de eerste jambe, heeft het lied een pathetische klank.

Rijmschema: a b a b c c d d c c d d.

Melodie: Matter 1979, blz. 42.

Varianten
Groot Lied-boeck 1622 Liedt-boeck 1644
3 byden beyden

3 Die nu dus byden: Een zó sterk enjambement als bij de overgang van vs. 3 naar vs. 4 is in hoge mate uitzonderlijk.

24 Dat dan noch 't geldt zijn Meesters gebiet: Binnen het zinsverband is het niet zeker dat dan noch de bet. heeft van: toch, nochtans; er bestaat immers geen tegenstelling, eerder een consequentie; vs. 23-24 betekent wschl.: En zo gebeurt het, dat dan het geld nog z'n meesters in z'n macht heeft. (+)

37 Fy onbedochte Gierige lien: De wijze waarop de dichter zich hier tot aangesproken personen richt alsook het actuele van de genoemde gebeurtenis (korts vs. 39) maakt het waarschijnlijk dat Bredero doelt op een huwelijk-om-geld waarvan bekend was dat het tegen de zin van het meisje door de ouders was doorgedreven.

69 Maer als dit weer Eens neemt zijn keer: Toespeling op Bredero's zinspreuk, hier als waarschuwing aangewend.

73 't Sijn ware Princen: De moraal van dit lied is niet polemisch maar positief: Vorstelijk en boven de wereld verheven is degene die zijn begeerten beperkt, rijkdom en pracht afwijst, en in spijs en drank de matigheid betracht. Het rederijkersrelict Prince komt in deze slotstrofe driemaal voor: zie de vzn. 73, 80 en 84.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken